Madoc. Jaargang 2008
(2008)– [tijdschrift] Madoc– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 110]
| |
Letty ten Harkel
| |
Lincoln ca 410-1000: van spookstad en kerkelijke enclave tot bloeiende handelsstadToen de Vikingen zich rond 870 AD in Engeland vestigden, waren de voormalige Romeinse steden grotendeels in verval geraakt. Vaak hadden zij alleen een klein kerkje, gesticht toen het Christendom opnieuw in Engeland werd verspreid vanaf de late zesde eeuw. De publieke gebouwen waren ingestort of doelbewust met de grond gelijkgemaakt. Soms werd het gebied binnen de oude stadsmuren voor landbouw gebruikt en liggen de Romeinse restanten begraven onder een laag dark earth (donkere aarde). Archeologisch bewijs voor seculiere bewoning is in de meeste gevallen echter nooit gevonden. De Angelsaksiche heersers en hun onderdanen vestigden zich op het platteland. De steden raakten hun ‘stedelijke’ karakter kwijt, en functioneerden voornamelijk als kerkelijke enclaves. Lincoln was in dit opzicht geen uitzondering. De ommuurde Romeinse nederzetting van Lindocolina (afb. 2, 3) bestond uit twee delen. De Upper City (Bovenstad) vond zijn oorsprong in het Romeinse fort, dat in de eerste eeuw na Christus was gesticht bovenop de Lincoln Edge, een kalkstenen heuvelrug die net ten zuiden van Lincoln door de rivier de Witham wordt doorsneden. De Lower City (Benedenstad) was oorspronke- | |
[pagina 111]
| |
Afb. 1 Reconstructie van Angelsaksische huizen in Lincoln in de late negende eeuw (© Marcus Abbott, Cartographic-Antiquity).
lijk de eveneens ommuurde civiele nederzetting, die in de tweede en derde eeuw op de steile helling ten zuiden van het fort was ontstaan. De buitenwijk Wigford, ten zuiden van de Lower City en de Witham, vond ook zijn oorsprong in de Romeinse periode. In de loop van de vijfde eeuw werden alle delen van de stad echter volledig verlaten, tot er in de zevende eeuw ook in Lincoln weer een kerk werd gesticht door de missionaris Paulinus.Ga naar eindnoot1 Het is onduidelijk waar Paulinus' kerk zich precies bevond. Archeologisch onderzoek heeft aangetoond dat er minstens twee kerken zijn in Lincoln die in de Middel-Angelsaksiche periode (ca. 650-850) gedateerd kunnen worden. Eén hiervan was gesitueerd in het midden van het voormalige Romeinse forum. Een aantal Middel-Angelsaksische christelijke graven bij de zuidpoort van de Lower City suggereert de aanwezigheid van een tweede kerk (afb. 3). Verder lijkt de stad verlaten te zijn geweest. Een hoeveelheid Middel-Angelsaksische potscherven die ten westen van de Upper City zijn gevonden, wijst erop dat er een woonkern bestond buiten de stadsmuren. De enige Middel-Angelsaksische potscherven die binnen de stadsmuren zijn gevonden, kwamen uit de directe omgeving van de graven bij de zuidpoort (afb. 3). Vanaf ongeveer 880 komt er een enorme verandering in de situatie. De Anglo-Saxon Chronicle, oorspronkelijk samengesteld in het koninkrijk Wessex in circa 890, bericht dat de Vikingen zich vanaf 875 begonnen te vestigen in het koninkrijk van Mercia, waar Lincoln toen deel van uitmaakte. Binnen tien jaar is er in het ommuurde stadsdeel van de Lower City een explosie van activiteit zichtbaar (afb. 1, 4). Bij archeologische opgravingen in de jaren zeventig werd een aantal pottenbakkerswerkplaatsen en - ovens in Silver Street ontdekt, evenals een aantal houten en lemen huisjes in Flaxenga- | |
[pagina 112]
| |
Afb. 2 De locatie van Lincoln (kaart auteur).
te (afb. 4). Die huizen deden tevens dienst als werkplaatsen van ambachtslieden, zoals koper- en zilversmeden. Ook werden er nu voor het eerst munten geslagen in Lincoln. In de tiende eeuw werd de bewoning van de Lower City steeds intensiever, en strekte het bewoonde gedeelte zich ook uit naar de Upper City en de twee buitenwijken Wigford en Butwerk. Tevens werd het bewijs voor de uitoefening van verschillende ambachten, zoals het maken van metalen sieraden en glazen kralen, steeds groter. Een eeuw later was Lincoln een van de belangrijkste steden van Engeland geworden. | |
De verstedelijking van Angelsaksisch Engeland: het academische debatHet proces van ‘verstedelijking’ beperkte zich niet alleen tot Lincoln. Soortgelijke ontwikkelingen voltrokken zich ook in de voormalige Romeinse steden York en Leicester, nu ook in handen van de Vikingen, en in het zuiden van Engeland. De verstedelijking van Engeland in de late Angelsaksische periode heeft veel wetenschappelijke aandacht genoten. Historici hebben deze ontwikkeling vaak toegeschreven aan het Westsaksische koningshuis. Om de Vikinginvallen tegen te houden zou koning Alfred de Grote (871-899) burchten gebouwd hebben die later tot steden uitgroeiden. De Vikingen die zich in het noorden en oosten van Engeland vestigden, zouden dit vervolgens hebben geïmiteerd. Archeologische opgravingen hebben echter aangetoond dat de steden in het noorden en oosten waarschijnlijk eerder werden bewoond dan de Westsaksische burchten.Ga naar eindnoot2 Toch is er niets ‘typisch’ Scandinavisch aan de ontwikkelingen die toen plaatsvonden in Lincoln. In Scandinavië zelf, dat nooit deel had uitgemaakt van het Romeinse Rijk, bestonden er namelijk nog geen steden. Bovendien produceerde men er ook nog geen aardewerk of munten. Was de verstedelijking van Lincoln dan misschien al in werking gezet voordat de Vikingen zich in Engeland vestigden? Dit is onwaarschijnlijk, omdat een van de vroegste bodemlagen in Flaxengate een Vikingmunt bevatte die | |
[pagina 113]
| |
pas rond 890 was geslagen.Ga naar eindnoot3 Of was het de plaatselijke, Angelsaksische bevolking die zich in de steden terugtrok, terwijl de Vikingen zich alleen op het platteland vestigden? Ook dat is onwaarschijnlijk, omdat veel gebruiksvoorwerpen die in Lincoln zijn gevonden duidelijk Scandinavische kenmerken vertonen.Ga naar eindnoot4 Is het dan wellicht onjuist om ervan uit te gaan dat de Vikingen alleen Scandinavische invloeden meebrachten? Waren zij veel multicultureler dan wij vaak denken? Dit artikel zal een antwoord proberen te vinden op deze vragen. Twee types voorwerpen die in Lincoln werden geproduceerd gedurende de late negende eeuw zullen nader bekeken worden, namelijk het aardewerk en de munten. Door deze voorwerpen te bestuderen kunnen wij ons een beeld vormen van de activiteiten die in Lincoln plaatsvonden, en dus ook van het belang van de stad in het algemeen. Het is niet de intentie van dit artikel om de verstedelijking van heel Engeland te verklaren, al zal een beter begrip van de ontwikkeling van één stad hier uiteindelijk wel aan bijdragen. | |
Het aardewerk uit Lincoln: multicultureel en vernieuwendDe pottenbakkersovens uit Silver Street (afb. 4) vormen het vroegste archeologische bewijs voor hernieuwde activiteiten binnen Lincolns oude stadsmuren. Het aardewerk dat hier werd vervaardigd was heel vernieuwend. Voor de vestiging van de Vikingen werden aardewerken potten met de hand gemaakt en waarschijnlijk gebakken in een open vuur, een activiteit die zich vooral in de huiselijke sfeer op het platteland afspeelde. De verplaatsing van de aardewerkproductie naar de stad ging echter gepaard met een grootschalige verandering in de productiemethode, al bleef de samenstelling van de klei die werd gebruikt ongeveer hetzelfde. Het aardewerk dat door de pottenbakkers van Silver Street werd gemaakt, is met behulp van een draaischijf gevormd, waardoor de eindproducten dunnere wanden kregen en regelmatiger van vorm waren. Tevens werd er een nieuw type pottenbakkersoven gebruikt dat hogere temperaturen kon bereiken, waardoor de producten harder werden. Er werden zelfs experimenten met glazuur gedaan. Soortgelijke veranderingen in de aardewerkindustrie zijn ook zichtbaar in andere Vikingsteden, zoals Stamford, York en Leicester. Hier werd echter wel vaak een nieuwe kleisoort gebruikt, zoals de fijne witte klei die voor het eerst sinds de Romeinse periode weer in Stamford werd gebruikt.Ga naar eindnoot5 Deze nieuwe aardewerkindustrieën waren overal grootschalig opgezet en hun producten waren van hoge kwaliteit. Het is echter opmerkelijk dat alleen de producten uit Lincoln succesvol waren op het omringende platteland, waar zij al snel de enige gebruikte potten werden. In de andere gevallen duurde het nog enkele tientallen jaren voordat de bevolking op het platteland afscheid nam van het traditionele, handgemaakte aardewerk, al werden met name de Stamford-producten al zeer vroeg naar andere steden geëxporteerd. In het zuiden van Engeland duurde het zelfs nog langer en werd de draaischijf overal pas in de tiende eeuw in gebruik genomen. De inspiratie achter deze veranderingen kwam uit het Karolingische Rijk, met name het Rijngebied en Noord-Frankrijk. De archeoloog Alan Vince heeft aangetoond dat deze vernieuwingen alleen kunnen zijn ingevoerd als er ook daadwerkelijk Frankische pottenbakkers naar Engeland zijn gekomen, omdat zij simpelweg te talrijk en te goed uitgevoerd waren om ter plekke bedacht te kunnen zijn. Alleen in Lincoln moet er wel een zekere mate van samenwerking met plaatselijke pottenbakkers geweest zijn omdat het recept voor de klei hetzelfde bleef. | |
[pagina 114]
| |
Afb. 3 Moderne plattegrond van Lincoln met lokatie van de Romeinse stadsmuren en Angelsaksiche vondsten van voor ca 850 (gebaseerd op Jones e.a. (noot 2), fig. 1.1).
Waarom is dit alles van belang in de huidige context? In het verleden hebben deze vernieuwingen in de aardewerkindustrie weinig academische aandacht gekregen. Het gebruik van een draaischijf en een pottenbakkersoven resulteerde in zogenaamd ‘betere’ producten, en deze vooruitgang in kwaliteit behoefde geen verdere uitleg. Zo simpel ligt het echter niet. Ruim tien jaar geleden stelde Vince al de vraag waarom deze veranderingen pas in de late negende eeuw plaatsvonden, terwijl Engeland al eeuwenlang een hechte band met het Frankische Rijk had. Bovendien blijft het onduidelijk waarom zij in eerste instantie alleen plaatsvonden in de Vikingsteden, terwijl ook het zuidelijke koninkrijk van Wessex veel contacten onderhield met het Frankische Rijk. Recente antropologische studies hebben aangetoond dat veranderingen in de productie en consumptie van aardewerk in traditionele samenlevingen in bijvoorbeeld Afrika en Zuid-Amerika niet alleen worden bepaald door ‘kwalitatieve’ overwegingen, maar ook in grote mate door traditie. Het is mogelijk dat dit ook een rol speelde in het late negende-eeuwse Engeland. De veranderingen vonden immers in eerste instantie alleen plaats in gebieden waar de Vikingen zich hadden gevestigd, en waar er dus voldoende ‘buitenlandse’ invloeden aanwezig waren om gevestigde tradities en gewoontes te doorbreken. In het zuiden bleven de traditionele handgemaakte potten nog veel langer in gebruik. En waarom ook niet? Zij hadden immers al generaties lang hun functie prima vervuld. | |
[pagina 115]
| |
Afb. 4 Moderne plattegrond van Lincoln met locatie van de Romeinse stadsmuren en Angelsaksiche vondsten, ca 880-1000 (gebaseerd op Jones e.a. (noot 2), fig. 1.1).
Het feit dat de vernieuwingen in eerste instantie plaatsvonden in de steden behoeft weinig verdere uitleg. De steden zelf waren immers ook een nieuwe creatie, en gevestigde tradities speelden hier dus een minder sterke rol. Het blijft de vraag of de Frankische pottenbakkers deel uitmaakten van de Vikinglegers of dat ze later naar Engeland kwamen. Een ding is echter zeker: hun producten zouden nooit zo succesvol geworden zijn zonder de sociale onrust die veroorzaakt was door de Vikingen, en zonder het succes van hun producten zou Lincoln nooit zijn uitgegroeid tot de belangrijke stad die het uiteindelijk werd. Waarom hadden de Lincoln-producten echter zoveel meer succes op het omringende platteland dan de producten van bijvoorbeeld Leicester en Stamford? Dit was geen gevolg van de kwaliteit van de diverse regionale transportnetwerken: zowel Lincoln als Stamford, York en Leicester waren verbonden met het oude Romeinse wegennet en waren bovendien te bereiken via de rivieren. Ook kwalitatieve overwegingen speelden (wederom) geen rol: de witte klei die voor de Stamford-potten werd gebruikt, was fijner van samenstelling dan de klei die in Lincoln werd gebruikt en kon hogere temperaturen weerstaan. Misschien was er meer vraag naar de Lincoln-producten juist omdat zij dezelfde klei bleven gebruiken en de potten dus beter herkenbaar waren voor de plaatselijke bevolking dan de vreemde ‘buitenlandse’ producten die elders werden gemaakt. Of misschien was de Vikingnederzetting op het platteland rondom Lincoln intensiever | |
[pagina 116]
| |
dan elders, en waren er hier dus überhaupt meer ‘buitenlandse’ invloeden in het spel. Dit is niet onwaarschijnlijk: deze hele streek wordt gekenmerkt door een groot aantal plaatsnamen met Oudnoorse elementen, terwijl er ook steeds meer metalen sieraden met Scandinavische stilistische invloeden worden gevonden.Ga naar eindnoot6 Misschien kan het ‘Frankische’ aardewerk nu als een indirect effect van de Vikingnederzetting aan deze lijst van ‘Scandinavische’ invloeden worden toegevoegd. | |
De eerste munten uit Lincoln: onkoninklijk en uniekDe ontwikkelingen in de aardewerkindustrie in laat negende-eeuws Lincoln laten zien dat de samenleving aan het veranderen was. Was de sociale onrust die de Vikingnederzetting had veroorzaakt echter voldoende uitleg voor deze veranderingen? Er zijn nog veel vragen onbeantwoord gebleven. Wat bewoog de Frankische pottenbakkers er bijvoorbeeld toe om zich in Lincoln te vestigen, terwijl de stad op dat moment niets meer dan een kerkelijke enclave was? Deden zij dit uit eigen beweging omdat zij gewend waren om in een stedelijke omgeving te opereren? Of werden zij hierin gestimuleerd door een wereldlijk heerser die de voordelen van de stadsmuren, die nog altijd overeind stonden, juist inschatte? Deze muren boden immers niet alleen bescherming, maar ook de mogelijkheid om tol te heffen op alles en iedereen die de stad in- en uitging. En in hoeverre was de kerk betrokken bij het stimuleren van Lincolns economie aangezien de bisschop van Lincoln zelf was gevlucht toen de Vikingen de stad in handen kregen? De vroegste Angelsaksische munten die in Lincoln rond 880 werden geslagen kunnen een tipje van de sluier oplichten. Deze munten, ook wel het Lincoln-monogram type genoemd naar het monogram van Lincolla (een verbastering van Lindocolina, de Romeinse naam voor Lincoln) dat op de achterkant staat (afb. 5a), waren gebaseerd op een contemporain munttype, het London-monogram type van de Westsaksische koning Alfred (afb. 5b).Ga naar eindnoot7 Het namaken van contemporaine munttypes was een veelvoorkomend gebruik onder de Vikingen. In het verleden werd dit vaak beschouwd als aanwijzing dat zij nog niet ver genoeg waren in hun sociale en economische ontwikkeling om hun eigen munten te slaan, maar dat is hoogst onwaarschijnlijk. De kwaliteit van de Lincoln-monogram munten was hoog. Bovendien zijn de namen van de munters die op deze munten vermeld staan bijna zonder uitzondering Frankisch, en in het Frankische Rijk bestond al veel langer een monetair systeem. Daarnaast had het namaken van een bestaand munttype ook nog een ander voordeel: het zo duidelijk op koning Alfreds London-monogram munten gebaseerde ontwerp zorgde ervoor dat de munten herkenbaar waren als betaalmiddel voor handelaren uit het Angelsaksische zuiden.Ga naar eindnoot8 De iconografie van de Lincoln-monogram munten kan inzicht bieden in de politieke situatie in Lincoln en tevens in de omstandigheden waaronder de aardewerkindustrie werd opgezet. Met name de verschillen tussen de Lincoln-monogram en de London-monogram munten zijn hierbij van belang. Ten eerste is de naam van de koning, Alfred Rex (Koning Alfred), veranderd in de naam van de munter, in dit geval de Frankische naam Ercener (afb. 5a). De munten behielden wel het portret van de koning, maar zonder naam (en zonder kroon!) was hij niet als zodanig te herkennen.Ga naar eindnoot9 Ten tweede, zoals reeds aangegeven, werd het monogram van de plaatsnaam Londen vakkundig veranderd in een monogram van Lincolla, oftewel Lincoln. Door de beweegredenen achter deze twee veranderingen te ontrafelen kunnen wij | |
[pagina 117]
| |
Afb. 5a Lincoln-monogram munt (Lincolnshire Museums (1027.0002); © British Academy).
Afb. 5b London-monogram munt (Fitzwilliam Museum, Cambridge (1001.0544); © British Academy). de boodschap die de iconografie van deze munten overbracht begrijpen. De Lincoln-monogram munten zijn uitzonderlijk doordat zij niet de naam van een heerser maar die van een munter vermelden. Het slaan van munten in Angelsaksisch Engeland was het voorrecht van koningen en de meeste munten, zoals Alfreds London-monogram-type, dragen de naam en een portret van een heerser en worden gezien als een uitdrukking van koninklijke macht. Ook de Lincoln-monogram munten waren waarschijnlijk op bevel van een heerser geslagen. Er is immers een behoorlijke mate van politiek overwicht vereist voor het produceren van een succesvol munttype. Maar waarom werd zijn naam niet vermeld? Het ontbreken van de naam van een heerser was niet helemaal ongebruikelijk op contemporaine Vikingmunten. Er zijn andere, gelijktijdige Vikingimitaties van Westsaksische munten die zo'n exacte kopie zijn, dat zij de naam van de koning zelfs onveranderd laten.Ga naar eindnoot10 Ook zijn er voorbeelden waarbij de naam van een wereldlijk heerser wordt vervangen door de naam van een heilige, zoals het vroeg tiende-eeuwse Sint Maartens-type uit Lincoln of het gelijktijdige Sint Peters-type uit York. Deze munten worden soms geïnterpreteerd als kerkelijke munten, geslagen door een (aarts)bisschop. Het is tevens mogelijk dat zij waren bedoeld als een uitdrukking van piëteit door de wereldlijke Vikingheersers die vanwege hun heidense achtergrond onder druk van de plaatselijke kerk waren komen te staan. Maar de Lincoln-monograms zijn toch weer anders. Er is geen enkele verwijzing naar het Christendom in hun ontwerp opgenomen, en zij dragen niet de naam van een heilige, maar die van een munter. Het lijkt erop dat de kerk weinig invloed had op het ontwerp van de eerste Vikingmunten uit Lincoln. De Lincoln-monogram munten zijn dus zowel onkoninklijk als onchristelijk, en hun ontwerp legt de nadruk op de persoon die verantwoordelijk was voor hun productie alsmede de ‘plaats’ waar zij werden gemaakt. Het vermelden van de locatie van een munt was niet gebruikelijk voor de latere tiende eeuw. De meeste gelijktijdige Vikingmunten vermelden deze informatie niet of nemen klakkeloos de naam over van de locatie waar hun voorbeeldtype was geslagen. Door de correcte vermelding van deze informatie benadrukten de Lincoln-monogram munten de rol van Lincoln als een nieuw economisch centrum, waar producten van hoge kwaliteit werden vervaardigd. Waar- | |
[pagina 118]
| |
om de heerser die hiervoor verantwoordelijk was besloot om zijn eigen naam niet te vermelden blijft een raadsel. Misschien beschouwde hij zichzelf niet als een echte koning. Of misschien was hij bang dat de expliciete vermelding van zijn (Viking)naam een negatief effect zou hebben op de handelsbetrekkingen tussen Lincoln en het Angelsaksische zuiden. De Vikingen waren immers tot voor kort de vijanden van de Angelsaksen geweest, al was het nu in het algeheel belang om dat zo snel mogelijk te vergeten. | |
Tot slotDe conclusie kan kort zijn. Het is duidelijk dat de Vikingen die zich in Lincoln vestigden veel meer meebrachten dan wat wij beschouwen als ‘typisch’ Scandinavische invloeden. De sociale onrust die hun nederzetting veroorzaakte creëerde de ruimte voor economische veranderingen. De verlaten Romeinse steden waren uitermate geschikt als basis, met name vanwege hun topografische aspecten, die zich prima leenden voor het stimuleren (en controleren) van een locale economie. Geld is macht, en de Lincoln-monogram munten maken duidelijk dat degenen die verantwoordelijk waren voor hun productie het belang ervan inzagen om de nieuwe economische processen die zich in Lincoln afspeelden te stimuleren. De kerk lijkt hierbij in eerste instantie geen enkele rol gespeeld te hebben. Ook de Vikingheersers hielden zich op de achtergrond. In hoeverre zij direct verantwoordelijk waren voor de komst van de Frankische pottenbakkers blijft de vraag. Misschien was de migratie van de pottenbakkers wel geïnspireerd door die van de Frankische munters. Het feit dat zij zich in de stad Lincoln vestigden wijst er echter op dat de pottenbakkers bereid waren met de Vikingen samen te werken. Dit lijkt wellicht vreemd: ook de Franken hadden immers jarenlang last gehad van de Vikingaanvallen. Aan de andere kant hadden zij weinig keus: alleen in de streken waar de Vikingen zich hadden gevestigd was er ruimte voor dergelijke ‘buitenlandse’ nieuwigheden. Politieke geschillen zijn duidelijk snel vergeten als er voor beide partijen een economisch belang aan verbonden is. |
|