Reuk
Boeteregister van Kampa Jeldric
fonter nose
62. | Thio nose thruchsteten: thi onkeme xvij scillingan and fior panningan. |
67. | Thi blodes inrene; alsa fule. |
76. | Thio nose alle ofeslagen: thera thrira domma gresfal allerec xxxvj scillinga [...], mith ene ethe to haliane. |
78. | Omma stempene: xij scillingan [...]. |
De neus
62. | Is de neus doorboord: voor het binnendringen van het wapen 17 schellingen en 4 penningen. |
67. | Het naar binnen vloeien van bloed: net zo veel. |
76. | De neus geheel afgeslagen: voor het op de grond vallen van de drie wanden elk 36 schellingen, te claimen met een aanklachtseed. |
78. | Moeilijk kunnen ademen: 12 schellingen. |
(WJ. Buma en W. Ebel (ed.), Das Fivelgoer Recht, Altfriesische Rechtsquellen 5 (Göttingen 1972) 86-88).