Regula Augustini
titel
De regel van Augustinus
vertaler
Ingeleid door Kees Fens. Vertaald door Vincent Hunink
uitgever
Athenaeum-Polak & Van Gennep, Amsterdam 2005
omvang
61 pag.
isbn
90 253 0212 2
prijs
€9,95
‘Probeer niet in de smaak te vallen door kleding maar door uw levenswandel. Uw hoofdbedekking mag niet zo dun zijn dat de haarnetjes eronder zichtbaar worden. Laat geen enkel deel van uw haar onbedekt. Buiten het klooster mag u het niet nonchalant laten vallen en ook niet zorgvuldig opmaken.’ Dit is een van de voorschriften uit de Regularis informatio, een van de kloosterregels, die vaak aan Augustinus van Hippo (354-430) werden toegeschreven. Deze regels kenden een grote populariteit in de late Oudheid en de vroege Middeleeuwen. In de kloosterregel die Benedictus van Nursia (ca. 480-550) schreef, is een twintigtal verwijzingen naar Augustinus' kloosterregels terug te vinden. Doordat Karel de Grote Benedictus' Regula als eniggeldende kloosterregel binnen zijn rijk voorschreef, raakte Augustinus' werk in vergetelheid. Pas in de elfde eeuw werden zijn kloosterregels door de kanunniken herondekt, omdat zij voor hun gemeenschappelijke leven ook een soort regel nodig hadden, die echter meer vrijheden moest bieden dan de Regula Benedicti.
In zijn boek De regel van Augustinus presenteert Vincent Hunink vertalingen van vijf voorschriften voor kloosters die door Augustinus zijn geschreven of in de Middeleeuwen aan hem werden toegeschreven: het Praeceptum (een algemene kloosterregel), de Ordo monasterii (huisregels voor het klooster), de Obiurgatio (een vermanende brief aan een vrouwengemeenschap die in opstand was gekomen tegen hun eigen overste), de Regularis informatio (een bewerking van het Praeceptum voor vrouwenkloosters) en tot slot de Ordo monasterii feminis datus (een bewerking van de Ordo monasterii, eveneens voor vrouwenkloosters). Van deze teksten zijn alleen het Praeceptum en waarschijnlijk ook de Obiurgatio door Augustinus zelf geschreven. De Ordo monasterii werd wellicht vervaardigd door Alypius, een vriend van Augustinus. Aan deze Ordo voegde Augustinus enkel de inleidende zinnen en het slotwoord toe. De twee ‘vrouwelijke versies’ van de kloosterregels zijn niet van Augustinus' hand en kwamen tijdens zijn leven in zijn directe omgeving tot stand.
In de middeleeuwse handschriften werden regelmatig verschillende combinaties van deze teksten of excerpten daarvan opgenomen. In de meeste gevallen werd de combinatie van Praeceptum en Ordo monasterii onder de naam Regula Augustini geschaard. De ‘vrouwelijke versies’ van deze regels (Regularis informatio en Ordo monasterii feminis datus) zijn waarschijnlijk afgeleiden van hun ‘mannelijke’ pendanten, het Praeceptum en de Ordo monasterii. Over de dateringen en het auteurschap van deze regels zijn vele publicaties verschenen. De belangrijkste studie op dit gebied is van Luc Verheijen die in 1967