Ook de tekst van het boek is van behoorlijke kwaliteit. Als Vikingen! was geschreven voor een academisch lezerspubliek zouden er wellicht wat kanttekeningen gezet kunnen worden bij de soms wat generaliserende toon en het uitsluitend beschrijvende karakter, maar aangezien het hier om een ‘publieksboek’ gaat, is die kritiek niet van toepassing. Zoals wordt gezegd in het ‘Woord vooraf’, is Vikingen! geschreven om, samen met de tentoonstelling, aan ‘een breed publiek in Duitsland, Nederland en Denemarken [te] laten zien wie de Vikingen waren die de streken van Maas en Rijn bezochten, wat de gevolgen van hun handelen voor de plaatselijke bevolking waren, en welke indruk zij achterlieten op het nageslacht’ (p. 7), en daarin is het boek in ieder geval geslaagd.
Willemsen leidt de lezer op systematische wijze door de Vikingwereld, beginnend in Scandinavië zelf, om vervolgens, via een hoofdstuk over Vikingschepen en navigatie, terecht te komen in het Frankische Rijk. Na een korte en duidelijke inleiding op de achtergrond en cultuur van de Karolingen, besteedt zij vervolgens aandacht aan de plundertochten die de Vikingen ondernamen (met speciale aandacht voor Zutphen), de wapens die zij gebruikten en de schatten die zij buit maakten. Hierop volgt een hoofdstuk over één van de belangrijkste tegenstellingen tussen de Vikingen en de Franken, namelijk hun religie, waarna Willemsen haar boek afsluit met een kort hoofdstuk over de moderne beeldvorming over de Vikingen.
Ook al laat de tekst aan diepgang soms wat te wensen over, de hoeveelheid onderwerpen die Willemsen aansnijdt, is indrukwekkend. Van Vikingspelletjes tot verschillende soorten zwaarden, van handelssteden tot ronde verdedigingsburchten, van 10de-eeuwse scheepvaart tot 21ste-eeuwse Vikinglogo's, Willemsen probeert overal aandacht aan te besteden in haar boek. Soms heeft deze brede aanpak wel tot gevolg dat de auteur enigszins afdwaalt. Om een voorbeeld te noemen: het blijft onduidelijk waarom zij zoveel aandacht besteedt aan de ‘Viking’stad Jorvik, tegenwoordig York in Engeland, te meer omdat het hier strikt gezien niet eens om een Vikingstad ging, maar om een stad met een gemengd Engels-Scandinavische bevolking. Ten eerste lag Jorvik ver buiten het stroomgebied van Rijn en Maas, en ten tweede was Jorvik, door zijn Anglo-Scandinavische karakter, niet eens representatief voor de samenleving waar de Vikingen, die het stroomgebied van Maas en Rijn binnenvielen, vandaan kwamen.
Ondanks haar gedetailleerde aanpak ziet Willemsen ook nog wel eens iets over het hoofd. Waarom noemt zij de houten schijf (een mogelijke voorloper op het kompas) die is gevonden in een klooster op Groenland nergens in haar hoofdstuk over schepen en navigatie? En waarom besteedt zij geen aandacht aan het politieke aspect van de kerstening van Vikingaanvoerders? Het creëren van ‘familiebanden’ (en daardoor bondgenootschappen) met Vikingaanvoerders door als peetvader te fungeren bij hun doop was een veel gebruikte politieke