zaal hebben en de deur ook van binnen op slot zit, komen er regelmatig hooggeleerden bedeesd vragen of ze alsjeblieft even naar de wc mogen.
Wij leren ons intussen onzichtbaar maken en krijgen ervaring in afluisterpraktijken. Onze bureaus zijn verdekt opgesteld achter een boekenkast en menigeen die de bibliotheek binnenkomt waant zich daar alleen. Zo hoor je nog eens interessante informatie die niet voor derden bedoeld is! Of, wat eigenlijk veel leuker is, word je getrakteerd op een gratis concert omdat de zich niet van mijn aanwezigheid bewuste musicus Joel Cohen uit volle borst de muziek uit een luitboek begint te zingen. Enkele bezoekers die toevallig op ons stuiten schrikken zich dood, maar we ontdekken meer moordmethoden.
Zo heb ik, uiteraard per ongeluk, bijna een medewerker geplet tussen twee mobiele metalen kasten in het handschriftenmagazijn. De arme man was ongezien het gangetje waar ik net uitkwam ingelopen en toen ik de kasten weer wilde verrijden stond hij verontwaardigd kijkend stokstijf in de steeds nauwer wordende ruimte tussen de twee metalen schappen. Hij had beter zijn aanwezigheid kenbaar kunnen maken door iets te roepen of gewoon uit het gangetje te lopen, maar zoiets doe je waarschijnlijk niet als welopgevoede Engelsman: dan nog liever de plettingsdood!
Mijn collega testte een andere methode. Een handschrift dat zij moest beschrijven bevatte blijkbaar een gemene bacterie, want al na enkele seconden nadat zij het boek geopend had begonnen wij ons misselijk te voelen en een dikke keel te krijgen. De vergiftigde bladzijden uit Eco's De naam van de roos kwamen opeens erg dichtbij. Dagenlang hebben we nog last gehad van dit Italiaanse (hoe kan het ook anders!) moordhandschrift.
Aan elke spoedcursus komt een eind en de heropening van het museum kwam in zicht. Eigenlijk moest die op 1 juni plaatsvinden, maar er was nog zoveel oningericht dat slechts een deel van de collectie toen toegankelijk werd en de officiële opening een maand later werd gehouden. Met de komst van belangrijke genodigden en pers in het vooruitzicht werden de laatste vingerafdrukken van de vitrines gepoetst, en werd het speciaal voor de Engelse koningin aangelegde toilet, dat weggewerkt is achter de lambrizering van een van de zalen, nog eens doorgetrokken.
Die feestelijke dag hoorde ik opeens een ritselend geluid van achter mijn camouflagekast. Me realiserend dat het geen lezer kon zijn, want we waren daar alleen, verzamelde ik moed en ging voorzichtig kijken waar dat rare geluid vandaan kwam. En daar lag ze, languit op de grond: het prachtige dertiende-eeuwse psalter van koningin Isabella van Frankrijk was van haar voor de feestelijke gelegenheid met fluweel versierde boekensteun gegleden en op de vloer beland. We hebben naar adem gehapt voor we het topstuk voorzichtig durfden oprapen, zo bang waren we dat het beschadigd zou zijn, maar gelukkig doorstonden we ook deze laatste test en bleek de koningin van Frankrijk ongedeerd.
De heropening werd een groot feest, met als enige minpuntje dat de andere koningin, die van Engeland, noch een van haar familieleden kwam opdagen. Ze had gerekend op een opening de maand daarvoor en de koningin uitstellen, zeker de Engelse, dat kan natuurlijk niet.
Martine Meuwese