Column
Roeien met de riemen...
Te oordelen naar de wervende teksten in toeristische brochures wordt Cambridge vooral geassocieerd met twee zaken. Hét symbool van de universiteitsstad is de laatgotische kapel van King's College, die met zijn enorm hoge en verfijnd bewerkte gewelf als het summum van de Engelse perpendicular stijl geldt. In die prachtige kapel kan dagelijks de wondermooie zang van het wereldberoemde koor beluisterd worden. Maar ook van buiten is de kapel indrukwekkend, vooral vanaf de achterkant bezien, waar het aanzicht van het majestueuze gebouw van een afstand prachtig uitkomt tegen de grasvelden van de ‘Backs’ en de rivier de Cam. Op een goede toeristische tweede plaats komt het roeien op deze smalle en kronkelige rivier. Het is dus niet vreemd dat er speciale Cambridge-kerstkaarten in omloop zijn, waarop deze twee boegbeelden verenigd zijn: tegen het decor van de kapel van King's College, gezien vanaf de ‘Backs’, komt de arrenslee voorbij over de bevroren rivier, geroeid door uitgeputte rendieren die via een megafoon worden opgehitst door een rondbuikige kerstman.
Er wordt ook veel geroeid in Cambridge. Als ik 's ochtends vroeg nog enigszins onuitgeslapen op weg naar mijn werk de ijzeren loopbrug over de Cam oversteek, wordt er op de rivier al hard gezwoegd. In een sneltreinvaart suizen de boten onder mij voorbij, geroeid door perfect gecoördineerde teams van studenten met een ijzeren conditie. Op de terugweg lijkt het rustig, maar dat is slechts schijn, want dan wordt er in boten op het droge getraind binnen de boothuizen van de verschillende colleges langs de rivier.
Een lokaal roeihoogtepunt bestaat uit de ‘Bumps’, een soort ‘botsbootje’. Bij deze roeiwedstrijd is het de bedoeling om de roeiboot van het College voor je te rammen, voordat de boot studenten achter je hetzelfde bij jou doet. Als dat lukt, mogen de bemanningsleden van de winnende boten wat struikgewas in hun haar steken en de volgende dag meedoen aan een nieuwe ronde. Dat verklaart waarom er eind februari veel tevreden kijkende, uitbottende studenten over straat lopen. Het team dat de hele race wint mag een vreugdevuur aanleggen door een boot te verbranden. Je moet er maar op komen.
Een bijzondere vorm van averij kwam ik tegen in een verrassende miniatuur in een Anglo-Normandische Alexanderroman (de Roman de toute chevalerie van Thomas de Kent) in de bibliotheek van Trinity College. De afbeelding toont een wonderbaarlijk volk, een soort onderwaterzeerovers. Rechts op de miniatuur trekt een op de zeebodem staande naakte man op zijn gemak met beide handen de boeg van een zeilboot naar beneden, het groene golvende water in. De bemanning vliegt daardoor de boot uit. Wat mij vooral trof aan deze afbeelding is de onderwaterboot die links door drie mannen van dit vreemde volk over de