Madoc. Jaargang 2003
(2003)– [tijdschrift] Madoc– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 254]
| |||||||||||||||||||||||||
• Frank Brandsma
| |||||||||||||||||||||||||
MinutenEnkele jaren geleden werd ik opgebeld door een student van de Film-academie. Hij werkte aan zijn afstudeerfilm en zocht iemand die Middelnederlands kon schrijven. De film heette Het Witte Wief: de dolende geest bij Huize Kernhem en vertelde het verhaal van een journalist die een oud boek vindt dat hem leidt naar de zogenoemde ‘bloedsteen’, waarin een middeleeuwse ridder is opgesloten. De vader van diens geliefde wilde hun huwelijk voorkomen. Hij huurde een toverkol in om de ridder te laten verdwijnen. Zij veranderde de ridder in een steen. Sinds de verdwijning van de ridder waart de geest van zijn geliefde rond in de bossen bij Kernhem.Ga naar eindnoot1. Het is een leuke film geworden, met toenmalige soapsterren als Frederique Huydts, Rick Engelkes en Chris Zegers. In de tekst die ik moest omzetten in ‘Middelnederlands’ werd het moment van de betovering zo beschreven: Vol verbazing zag ik dat de vrouw haar krachten gebruikte om de ridder te laten veranderen. Minuten leken uren. Alles wat er van de dappere ridder overbleef, was steen. Hier spreekt de monnik die getuige van de gebeurtenissen is en later alles in het boek opschrijft. De spanning die hij voelt, probeert de scenario-schrijver te vatten in de vertraging die de monnik ervaart. Maar hoe vertaal je ‘Minuten leken uren’ in het Middelnederlands, waar nog helemaal geen woord voor ons begrip ‘minuut’ bestaat?Ga naar eindnoot2. Uiteindelijk is in overleg besloten het zinnetje maar niet te vertalen; de hele betoveringsscène werd verbeeld en niet verwoord. Het is moeilijk voorstelbaar te leven in een wereld zonder minuten, zonder vaste tijdseenheden. Bij het lezen van ridderromans is men zich het ontbreken van die vaste waarden echter nauwelijks bewust, omdat er wel aanduidingen als ‘middag’, ‘avond’, ‘dag’ en ‘week’ voorkomen. De dag is ingedeeld naar de kerkelijke getijden en het jaar naar de kerkfeesten en heiligendagen. Een avon- | |||||||||||||||||||||||||
[pagina 255]
| |||||||||||||||||||||||||
tuur dient zich met Pinksteren of Pasen aan en een zoektocht kan een jaar en een dag duren. Een beetje duel duurt al gauw een hele dag, daar zijn geen seconden of minuten voor nodig. Toch is het ook voor de Arturridder van belang om op tijd te komen: op tijd voor een gevecht of om een jonkvrouw te redden. | |||||||||||||||||||||||||
UrenChrétien de Troyes heeft in zijn Arturromans veel geëxperimenteerd met allerlei verteltechnieken. Hij introduceert in zijn Conte du Graal (of: Perceval; circa 1190) bijvoorbeeld twee parallelle verhaaldraden (die van Perceval en die van Gauvain) en maakt in Le chevalier de la charrette (of Lancelot; circa 1180) het publiek nieuwsgierig door de naam van de held zo lang mogelijk te verzwijgen. Ook met de tijd speelt Chrétien, zoals ik aan de hand van voorbeelden uit zijn Le chevalier au lion (of Yvain; circa 1180) zal laten zien. In Le chevalier au lion wordt de hoofdpersoon geholpen door jonkvrouw Lunete, die op een gegeven moment op de brandstapel dreigt te belanden. Yvain en zijn leeuw treffen haar in een kapel aan, waar zij gevangen gehouden wordt tot de volgende dag: als er dan niemand komt die haar tegenover drie ridders wil verdedigen, zal zij terechtgesteld worden. Er wordt geen specifiek tijdstip voor de terechtstelling genoemd.Ga naar eindnoot3. Yvain neemt zich voor haar te helpen en gaat op zoek naar onderdak. Het kasteel waar hij overnacht is in rouw gedompeld, omdat de volgende morgen de reus Harpin de dochter des huizes zal komen opeisen. Yvain belooft dat hij dat zal verhinderen, maar tekent wel aan dat hij de volgende dag ten tijde van midi (het middaguur) elders moet zijn, omdat hij dat beloofd heeft.Ga naar eindnoot4. Vanaf dit punt gaat Chrétien de spanning opbouwen met behulp van de tijd die Yvain tekort lijkt te gaan komen. De volgende ochtend vroeg maakt Yvain zich na de mis op om te vertrekken op prime tijd. De wanhoop van de dochter doet hem echter nog wachten tot de reus komt. In een hevig gevecht wordt Harpin gedood. Yvain haast zich vervolgens naar Lunete en maakt zich onderweg grote zorgen dat hij te laat zal zijn.Ga naar eindnoot5. Het scheelt weinig, want men heeft haar al in haar hemd naar de brandstapel gesleept als Yvain komt aangestormd, maar hij is nog net op tijd om haar te redden. Er voltrekken zich hier twee handelingen parallel en het verhaal schakelt van de een naar de ander op een natuurlijke wijze, zonder dat er nadrukkelijk aparte verhaaldraden worden onderscheiden en de verteller via een formule de overschakeling verricht. Dat komt pas later, in Chrétiens Perceval en vooral in het entrelacement (het verweven van verhaaldraden) van de prozaromans. Een vergelijkbare verdubbeling treedt wat verderop in Chrétiens tekst op, als een jonkvrouw Yvain achtervolgt. Yvain wordt na de gevechten die nodig zijn voor de redding van Lunete in een kasteel verpleegd. De jonkvrouw die naar hem op zoek is, komt eerst bij het kasteel waar het lijk van Harpin nog ligt en ontmoet vervolgens Lunete, die haar kan wijzen welke kant Yvain opging. Dan krijgt zij hem in zicht en weet zij hem te achterhalen. Het is opvallend dat hier niet - zoals wij zouden verwachten - de nadering door middel van aanduidingen van tijd en ruimte wordt beschreven, maar door middel van de personages. De volgorde van ontmoeten is gelijk en dat suggereert dat de jonkvrouw bij Yvain in de buurt komt. Het blijkt niet nodig om aan te geven dat zij een halve dag of zeven mijlen op hem | |||||||||||||||||||||||||
[pagina 256]
| |||||||||||||||||||||||||
Afb. 1. Yvain en zijn leeuw in gevecht met de reus Harpin (hs. Princeton, UL, Garrett 125, fol. 56v; uit: K. Busby e.a., The Manuscripts of Chrétien de Troyes (Amsterdam/Atlanta 1993) vol. II, 464).
achterligt. Hoewel de chronologie een belangrijke rol speelt in deze tekst - de problemen van de hoofdpersoon beginnen pas goed als hij de termijn van een jaar die zijn echtgenote hem gesteld heeft, overschrijdt en vergeet naar haar terug te komen - is het slechts een van de pijlen op Chrétiens boog. De verdubbeling van de handeling speelt in deze roman ook op een grotere schaal. Herhaaldelijk wordt in Yvain aangegeven dat er iets speelt aan Arturs hof. Lunete heeft daar hulp gezocht en niet gekregen, en hetzelfde geldt voor de achtervolgende jonkvrouw. De reden is steeds dezelfde: Lancelot en Gauvain zijn afwezig omdat zij op zoek zijn naar de koningin, die is ontvoerd terwijl zij door Keu werd begeleid.Ga naar eindnoot6. Dit verwijst naar de handeling van Chrétiens roman over Lancelot, die zich blijkbaar tegelijkertijd voltrekt. Terwijl Yvain druk is met het redden van Lunete, zijn Lancelot en Gauvain op zoek naar de ontvoerde koningin. Misschien heeft Chrétien aan beide romans tegelijk gewerkt in de jaren tachtig van de twaalfde eeuw en dat zo in Yvain laten doorschemeren? In ieder geval wordt het chronologische kader van de romanwereld twee keer zo groot door dit experiment. Die schaalvergroting zet door in de prozaromans. | |||||||||||||||||||||||||
DagenChrétien schreef zijn romans in verzen (zo'n zeven- à negenduizend per tekst). Het zijn verhalen met één duidelijke hoofdverhaallijn en een totale duur van hooguit één of twee jaar.Ga naar eindnoot7. Wanneer er kort na 1200 romans en kronieken in proza geschreven worden, lijkt de keuze voor die vorm voor een groot deel ingegeven door het stigma van leugenachtigheid dat aan de versvorm is gaan kleven. Men redeneerde dat het aanbrengen van rijm de dichter ertoe bracht aller- | |||||||||||||||||||||||||
[pagina 257]
| |||||||||||||||||||||||||
Afb. 2. Yvain redt Lunete van de brandstapel (hs. Parijs, Bibliothèque nationale, fr. 1433, fol. 90; uit: K. Busby e.a., The Manuscripts of Chrétien de Troyes (Amsterdam/Atlanta 1993) vol. II, 506).
lei overbodige extra woorden toe te voegen. De nieuwe prozaromans doen zich voor als ‘waar’. Zij beschrijven een wereld die op een aantal punten dichter bij de gewone wereld ligt, bijvoorbeeld door middel van een gedetailleerde geografie en nauwgezette chronologie. Het ‘normale’ gegeven dat er op een bepaald tijdstip meerdere ridders actief zijn wordt vormgegeven door middel van de entrelacement-verteltechniek. Hierin heeft elk personage zijn eigen verhaaldraad, die door de vertelinstantie opgepikt kan worden. Gebeurtenissen die naast elkaar plaatsvinden worden nog steeds na elkaar verteld, maar doordat het verhaal van de ene naar de andere verhaaldraad overstapt, wordt de suggestie van gelijktijdigheid gewekt. De verhaaldraden/levens van de personages lopen parallel en het verhaal kiest steeds welk stukje van welke draad of draden gepresenteerd wordt. Chronografisch gezien zit de Lancelot en prose, de Oudfranse roman uit circa 1215-1235 die ik hier als voorbeeld wil behandelen, heel knap in elkaar.Ga naar eindnoot8. De tekst wemelt van de tijdsaanduidingen, die het met enig gereken mogelijk maken een vrij nauwkeurige kalender van de handeling op te stellen. Daarover in een volgende paragraaf meer. De behandeling van de tijdsaspecten kan het best van klein (‘dag’) naar groot (‘eeuw’) worden opgebouwd. De kerkelijke getijden worden, naast een profane aanduiding als midi, in de Lancelot gebruikt om de belangrijkste delen van de ridderdag aan te geven: vigile of matines (omstreeks middernacht), laudes (zonsopgang), prime (circa zes uur 's morgens), tierce (circa negen uur), sexte (circa twaalf uur), none (circa drie uur 's middags), vespres (circa zes uur) en complies (bedtijd).Ga naar eindnoot9. De uren tussen haakjes zijn met nadruk globale aanduidingen: per seizoen wisselde de tijd tussen de getijden, 's winters is die korter en 's zomers langer. De gegeven uren zijn gemiddelde waarden. In de zomer, het seizoen bij uitstek voor zoektochten, toernooien en andere ridderlijke activiteiten, zullen de tijden nog wat meer uit elkaar liggen. Gewoonlijk vertrekt een ridder na eerst de mis te hebben bijgewoond op pri- | |||||||||||||||||||||||||
[pagina 258]
| |||||||||||||||||||||||||
Afb. 3. De drie koninginnen ontvoeren de slapende Lancelot (Lancelot en prose, hs. Parijs, Bibliothèque nationale, fr. 115, fol. 456r).
me van de plaats waar hij overnacht heeft. De dag wordt gevuld met avonturen, maar tegen vespertijd begint de ridder hongerig en moe te worden en naar onderdak voor de nacht uit te zien. Proviand wordt niet meegenomen op de avonturentocht, evenmin als een kleine kampeeruitrusting. Gelukkig wordt er altijd wel een tent of kluizenaarshut gevonden. Bij het beschrijven van de dagen geeft de Lancelot bijna altijd de nodige informatie over het tijdstip waarop de activiteiten plaatsvinden. De ridders worden van dag tot dag en van overnachting naar overnachting gevolgd. Het is dan ook relatief eenvoudig te bepalen hoeveel dagen van een bepaalde verhaaldraad beschreven worden voor naar een volgende wordt overgeschakeld. De formule waarmee die schakeling gepaard gaat, geeft bovendien vaak aan wat er met de nu te presenteren ridder in de tussentijd is gebeurd: ‘Het verhaal vertelt nu over ridder Yvain, die twee weken lang in de abdij verpleegd werd.’ Wanneer een zoektocht met meerdere deelnemers lange tijd in beslag neemt, kunnen de dagen op een tijdslijn uitgezet worden. Omdat er af en toe heiligendagen worden genoemd, is die lijn in een kalender om te zetten. Van een toernooi wordt bijvoorbeeld gezegd dat het op de ‘huitaves de la Madelainne’, op het octaaf van (dat is: een week na) het feest van Maria Magdalena, dus een week na 22 juli, op 29 juli zal plaatsvinden.Ga naar eindnoot10. In sommige tekstgedeelten is het dus mogelijk precies aan te geven wat er op 8 of 24 juli gebeurde. Ook wanneer een dergelijke verankering in de kalender niet mogelijk is, kan uitgeteld worden hoeveel dagen een zoektocht in beslag nam en wie op welke dagen wat deed. De grote zoektocht naar Lancelot die in ‘Deel 3’ van de Lancelot beschreven wordt, neemt 81 dagen in beslag en gaat dan over op duidelijk vast te pinnen dagen.Ga naar eindnoot11. Het blijft hier mogelijk te zien of er avonturen in verschillende verhaaldraden zijn, die op precies dezelfde dag plaatsvinden. Een dergelijke exacte gelijktijdigheid komt zelden voor en eigenlijk is dat niet zo vreemd, want wat de onderzoeker op papier met het nodige gepuzzel vast kan stellen, zal het contemporaine publiek al luisterend zijn ontgaan. Het gaat in deze tekst veel meer om de suggestie van gelijktijdigheid, om het idee dat terwijl ridder X dit spannende avontuur beleeft er elders nog van alles speelt.Ga naar eindnoot12. | |||||||||||||||||||||||||
WekenIn de verhaaldraad van één enkele ridder gebeurt ook nog eens het nodige. Vooral bij de hoofdpersonen Lancelot en Bohort komen relatief lange tekst- | |||||||||||||||||||||||||
[pagina 259]
| |||||||||||||||||||||||||
gedeelten (verhaaldraadsegmenten) voor, waarin zij achter elkaar of met een korte onderbreking door een andere verhaaldraad een heleboel avonturen beleven. Ik geef hiervan één voorbeeld, van een week waarin Lancelot meer doet dan menselijk mogelijk lijkt.Ga naar eindnoot13. Lancelot wordt gevangengehouden door drie koninginnen, die hem hebben ontvoerd terwijl hij onder een appelboom lag te slapen. Omdat hij weigert met een van de drie te trouwen, willen zij hem voor altijd opsluiten. Hij beklaagt zich in een monoloog over het feit dat hij steeds vast zit, terwijl hij als beste ridder van de wereld zoveel avonturen tot een goed einde zou kunnen brengen. Een jonkvrouw hoort hem en zegt toe hem vrij te laten in ruil voor Lancelots belofte het huwelijk te verhinderen waartoe zij zondag over een week gedwongen zal worden. Volgens de telling van de dagen in deze episode vindt dit gesprek op een vrijdag plaats, zodat er nog negen dagen resten voor de huwelijksdag. In de dagen die dan volgen, worden de volgende belevenissen van Lancelot gepropt:
En toch komt Lancelot op tijd om het huwelijk te voorkomen en zijn belofte van heel wat bladzijden eerder gestand te doen. Hoewel een heel nauwkeurige analyse van deze sequentie laat zien dat er meer dagen dan de beschikbare negen beschreven worden, geeft de reeks goed aan hoe druk het beschreven leven van | |||||||||||||||||||||||||
[pagina 260]
| |||||||||||||||||||||||||
Afb. 4. Lancelot bij de magische dans (uit de Lancelot en prose, hs. Londen, British Library, Add. 10293, fol. 292v).
's werelds beste ridder was. De Lancelot vergt het nodige van het bevattingsvermogen en geheugen van de toehoorder, maar misschien was dit wel juist de charme van de tekst. | |||||||||||||||||||||||||
Maanden, jaren, eeuwenDe volheid van de Arturwereld komt niet alleen naar voren in de vele belevenissen van een ridder als Lancelot, maar ook uit het feit dat er in het gegeven tijdsbestek naast Lancelot nog twintig andere ridders actief zijn. Elk van die ridders ontmoet weer allerlei andere personages, die hem gewoonlijk kort hun voorgeschiedenis vertellen of uitleggen wat hen te wachten staat. Elk personage heeft een bepaalde chronologische diepte. Zo redt Lancelot in de hierboven gegeven sequentie een jonkvrouw die hij al kende. Ruim een maand eerder redde zij zijn leven toen hij vergiftigd water gedronken had. Haar kennis van kruiden werd ingezet om hem te genezen, maar helaas werd zij zo verliefd op Lancelot dat zij niets meer voor hem kon doen als hij haar liefde niet beantwoordde. Maar Lancelot is natuurlijk trouw aan de koningin. Veel heen-en-weer-gepraat leidt dan tot een opmerkelijk besluit van de jonkvrouw: zij zal maagd blijven en Lancelot voortaan als haar ridder beschouwen. Op het moment dat zij bijna verkracht wordt, komt die hele voorgeschiedenis weer terug, want de jonkvrouw roept: ‘Lancelot, waar ben je nu?’ Gelukkig zit hij dan precies op die plek verscholen in de struiken en weet hij door krachtig optreden haar maagdelijkheid te beschermen. Ook een avontuur als de magische rondedans heeft een voorgeschiedenis. Deze wordt echter niet in de Lancelot, maar in een eerder deel van de cyclus beschreven. De tijdspanne van het verhaal wordt zo steeds verder uitgebreid. Beslaat de Lancelot het leven van Lancelot tot het moment dat zijn zoon Galaäd achttien jaar is, er volgen in de cyclus nog twee delen (de Queste del Saint Graal en de Mort le roi Artu) die de rest van Lancelots leven beschrijven tot zijn dood en die van koning Arthur op ruim tachtigjarig leeftijd.Ga naar eindnoot14. Als Lancelot geboren wordt, is Arthur al enige tijd aan de macht, dus er is ook een voorgeschiedenis, die verteld wordt in de Estoire de Merlin. In deze tekst wordt de origine van de magische dans beschreven. De Merlijntekst vormde een koppel met een roman over Jozef van Arimathea en de Graal, die in bewerkte vorm werd opgenomen in de cyclus. Zo krijgt ook de Graal zijn voorgeschiedenis, getiteld Estoire del Saint Graal. De cyclus omspant eeuwen: van Christus' Passie en het ontstaan van de Graal tot en met de dood van koning Arthur. En nog lijkt het niet genoeg te zijn geweest: in de Lancelotcompilatie (circa 1320) voegde een compilator aan een bestaande Middelnederlandse vertaling van de Lancelot-Queste-Mort Artu nog | |||||||||||||||||||||||||
[pagina 261]
| |||||||||||||||||||||||||
eens zeven romans toe, tussen de Lanceloet en de Queeste zijn dat er twee en tussen Queeste en Arturs doet maar liefst vijf.Ga naar eindnoot15. Het totale tijdbestek in jaren zal hiermee niet zijn toegenomen, maar het geeft wel weer een grotere temporele diepte. Vergelijkbare uitbreidingen zijn er in het Frans: de Lancelot wordt in sommige handschriften samengebracht met de minstens zo omvangrijke Tristan en prose. Aan het eind van de vijftiende eeuw zal Sir Thomas Malory in zijn toch nog heel stevige Morte d'Arthur hier een selectie uit maken om de geschiedenis van Arthur en de Graal chronologisch te vertellen. | |||||||||||||||||||||||||
BesluitVergelijking van de versromans met de prozateksten laat zien dat de verteltechnische middelen die Chrétien introduceerde om spanning op te wekken of gelijktijdigheid te suggereren later op grotere schaal worden toegepast. ‘Meer is beter’, lijken de makers van de prozaromans gedacht te hebben. In de lengte en breedte wordt het chronologische kader vergroot, zodat een eeuwenoverspannende cyclus ontstaat. Tegelijkertijd wordt het aantal personages en het aantal gelijktijdige handelingen uitgebreid, zodat er veel meer gebeurt - of tenminste de suggestie wordt gewekt dat er veel meer plaats vindt - dan in de versromans. Tijd en tijdsverloop worden nauwgezetter beschreven, zodat de tijd nadrukkelijker naar voren komt als verhaalelement. De belevenissen stapelen zich op en het wordt druk in de Arturwereld, ook al wordt de tijd nog niet in minuten gemeten. |
|