Madoc. Jaargang 2002
(2002)– [tijdschrift] Madoc– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 237]
| ||||
Drie vertalingen van de Vita Antonii
Er zijn maar weinig heiligenlevens die zo vaak bestudeerd en vertaald zijn als de Vita Antonii. Dit heiligenleven werd rond het jaar 356 door Athanasius van Alexandrië in het Grieks geschreven. Al spoedig na zijn ontstaan werd de tekst onder andere twee keer in het Latijn vertaald: één keer anoniem en één keer door Evagrius van Antiochië. Evagrius geeft geen letterlijke vertaling van de Griekse tekst, maar permitteert zich enkele ingrepen, zowel inhoudelijk als literair. Athanasius' Griekse tekst en Evagrius' Latijnse vertaling markeren het begin van de Griekse en Latijnse traditie van heiligenlevens (hagiografie). In het moderne onderzoek en in de vertaaltraditie is de aandacht vooral uitgegaan naar de Griekse tekst en heeft de Latijnse versie van Evagrius nauwelijks aandacht gekregen. In haar boek Early Christian Lives geeft Carolinne White Engelse vertalingen van zes heiligenlevens, geschreven in de vierde, vijfde en zesde eeuw. De bundel begint met een vertaling van de Vita Antonii. Een van de grote verdiensten van White is dat zij geen vertaling geeft van de Griekse tekst, maar van Evagrius' bewerking. Hiermee geeft zij de eerste Engelse vertaling van deze tekst. De bundel begint met een algemene inleiding die redelijk gedetailleerd en geannoteerd is, waardoor de lezer goed in staat wordt gesteld de diverse teksten te plaatsen in hun cultuurhistorische context. Daarnaast geeft White een lijst met bronnen en secundaire literatuur voor de geïnteresseerde lezer. Bij gebrek aan een goede kritische editie van Evagrius' Vita Antonii heeft White gebruik moeten maken van een aantal zeer verouderde edities: de editie van Heribert Rosweyde uit 1615 (herdrukt in Migne, Patrologia Latina 73) en de editie van Bernard de Montfaucon uit 1698 (opgenomen in Migne, Patrologia Graeca 26). Hierbij heeft White zich in eerste instantie geconcentreerd op de editie-Rosweyde en deze aangevuld met materiaal uit de editie-Montfaucon. White geeft niet aan waar en waarom zij de editie-Rosweyde aanvult. De Engelse vertaling krijgt hierdoor een onkritische hybride vorm die met geen enkele editie van Evagrius' Latijnse tekst correspondeert. Uit mijn onderzoek naar de handschriftelijke traditie van Evagrius' vertaling blijkt daarnaast dat Whites toevoegingen uit de editie-Montfaucon meestal laatmiddeleeuwse toevoegingen zijn of ingrepen van De Montfaucon zelf; in de meeste gevallen heeft White dus verkeerd gegokt. | ||||
[pagina 238]
| ||||
Heel anders is de situatie bij de Engelse vertaling van David Brakke in Medieval Hagiography. In deze bundel zijn door 32 verschillende onderzoekers 36 heiligenlevens in het Engels vertaald en voorzien van een korte inleiding. De teksten zijn afkomstig uit de vierde tot en met de vijftiende eeuw. Voordat er op de diverse teksten afzonderlijk wordt ingegaan wordt een algemene inleiding gegeven die kort de cultuurhistorische context schildert en die enkele ontwikkelingen binnen de hagiografische traditie aangeeft. De grote verdienste van de editeur en vertalers ligt in het feit dat zoveel materiaal in één boek bij elkaar is geplaatst. De omvang en opzet van de bundel brengen helaas ook enkele nadelen met zich mee. Zo kunnen de algemene inleiding en de inleidingen op de diverse teksten niet zo uitgebreid zijn als bij White. De bundel vangt dit deels op door het geven van een overzicht van de belangrijkste monografieën, series en tijdschriften. Storender is het besluit van de editeur om acht van de 36 heiligenlevens niet volledig maar in (soms drastisch) ingekorte vorm te presenteren. Dit is onder andere het geval bij de vertaling van de Vita Antonii door David Brakke. In tegenstelling tot White geeft Brakke een vertaling van de Griekse tekst. Brakke baseert zijn vertaling op de nieuwe editie van de Griekse Vita Antonii, die in 1994 werd uitgegeven door Gerard Bartelink. Brakke geeft voor het eerst een Engelse vertaling die gebaseerd is op de nieuwe standaardeditie. Zoals gezegd vertaalt Brakke niet de volledige tekst. In totaal beslaat de Vita 94 hoofdstukken voorafgegaan door een voorwoord. Hiervan ontbreken de hoofdstukken 16-43, 57, 59-64, 72-82. De overgeslagen hoofdstukken worden in een paar regels samengevat. De Engelse vertaling presenteert met name de verhalende stukken uit de Vita Antonii: Antonius' besluit om in ascese te gaan leven en de moeilijkheden die hij daarbij ondervindt, de aanvallen van de duivels, zijn omgang met leerlingen en bezoekers, enkele van zijn wonderen en zijn overlijden. Door deze selectie verandert echter het karakter van de Vita Antonii: Antonius' leerrede en uitspraken over de listen van de duivels en het doel en de moeilijkheden van een christelijk en ascetisch leven hebben het in de Engelse vertaling moeten ontgelden. Zo wordt Antonius' grote leerrede (hoofdstukken 16-43) door Brakke met één zin afgedaan, terwijl net dit gedeelte in de westerse kloosters als één van de belangrijkste stukken uit de Vita Antonii gold. Vanuit de doelstelling van de bundel en met het oog op de omvang van de Vita Antonii zijn de ingrepen weliswaar begrijpelijk, maar vormen ze mijns inziens een gemiste kans. Voor een volledige Engelse vertaling blijft een geïnteresseerd publiek nog steeds aangewezen op de editie van Robert C. Gregg, die volgens Brakke ‘excellent’ maar verouderd is. De inleiding van Brakke op de Vita Antonii is vrij standaard en bevat geen nieuwe informatie of inzichten ten opzichte van oudere edities. Weliswaar verwijst Brakke in zijn literatuuropgave naar enkele recente publicaties, voor een uitvoerige cultuurhistorische inleiding en een omvangrijke literatuuropgave kan de lezer zich het beste meteen wenden tot Bartelinks editie. Onder de titel ‘Athanasius van Alexandrië, Verleidingen in de woestijn. Het leven van de heilige Antonius’ publiceerde Vincent Hunink onlangs een nieuwe Nederlandse vertaling van de Griekse Vita. Deze vertaling vervangt hiermee de inmiddels verouderde vertaling van Christofoor Wagenaar uit 1981 en de bloemlezing door Peter van der Horst uit 1998.Ga naar eindnoot1. Anders dan de hierboven ge- | ||||
[pagina 239]
| ||||
noemde Engelstalige publicaties maakt Huninks vertaling geen deel uit van een verzamelbundel. Hunink richt zich op een breed publiek. Om de tekst voor zich te laten spreken is ervoor gekozen het boek te laten beginnen met de tekst zelf, zonder inleiding. De Nederlandse tekst is vlot leesbaar, hetgeen zeker bij de meer theoretische uiteenzettingen over de rol van de demonen en het ascetische leven een grote verdienste is. In andere vertalingen (zowel de Nederlandse als enkele buitenlandse) ontbreekt met name bij deze passages het enthousiasme van de vertaler of worden juist deze passages overgeslagen (zoals in Medieval Hagiography). Met het oog op het brede publiek is de annotatie bij de tekst redelijk summier gebleven, en voor een groot deel beperkt tot verwijzingen naar bijbelpassages. Na een integrale (vrije) vertaling van de Griekse tekst volgt een nawoord. Hierin plaatst Hunink de tekst niet alleen in zijn cultuurhistorische context, maar probeert hij tevens de inhoud van de Vita voor de lezer aanschouwelijk, begrijpelijk en actueel te maken. Hoewel de cultuurhistorische context naar mijn mening uitgebreider en zakelijker had gemogen, presenteert Hunink met Verleidingen in de woestijn een mooie vertaling van de Griekse Vita Antonii, die zeker een breed publiek zal aanspreken. Pascal Bertrand |
|