Madoc. Jaargang 2000
(2000)– [tijdschrift] Madoc– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 170]
| |
RecensiesEen spannend dagboek heruitgegevenGalbert van Brugge, De moord op Karel de Goede, bezorgd door Raoul van Caenegem, Albert Demyttenaere, Luc Devliegher (Davidsfonds; Leuven 1999), 280 p., circa 30 ill., ISBN 90-6152-686-8. Prijs: f39,50.Het komt niet vaak voor dat ik een middeleeuwse tekst in één adem uitlees. Het overkwam mij bij het lezen van deze nieuwe Nederlandse vertaling van De multro, traditione, et occisione gloriosi Karoli comitatis Flandriarum (Van de verraderlijke moord op de glorieuze Karel, graaf van Vlaanderen). Aldus luidt de volledige - waarschijnlijk uit de late twaalfde eeuw stammende - titel van de dagboekachtige kroniek die Galbert van Brugge in 1127 en 1128 optekende tijdens de woelige gebeurtenissen in Vlaanderen die begonnen met de moord op Karel de Goede. Nadat de graaf in zijn Brugse paleiskapel was vermoord, raakte Vlaanderen in een burgeroorlog die eindigde met de troonsbestijging van graaf Diederik van de Elzas in de zomer van 1128. Het relaas van Galbert vangt aan met een beschrijving van de afstamming en de regeerperiode van graaf Karel. Hij beschrijft de maatregelen van de graaf tegen de armoede en de misstanden in Vlaanderen en legt uit hoe Karel daarbij in conflict kwam met het machtige geslacht der Erembalden, een clan van horigen die zich had weten op te werken tot een invloedrijk netwerk binnen het bestuur van het graafschap. Na de verwoesting van één van hun burchten besloten de Erembalden de graaf uit de weg te ruimen. Op 2 maart 1127 werd Karel in de Sint-Donaaskapel in de Brugse burcht vermoord. Hier begint het ‘live’-gedeelte van Galberts verslag, waarin hij van dag tot dag de gebeurtenissen volgt. Hij beschrijft de reacties van de Bruggelingen, de omsingeling van de stad en vervolgens de belegering van de daders in de burcht. Langzaam werden de verraders steeds verder teruggedrongen, tot zij alleen de toren van de kerk nog bezetten. Uiteindelijk moesten zij zich overgeven aan de overmacht van de belegeraars en werden zij terechtgesteld. Hiermee was de ellende voor Vlaanderen niet ten einde. Het gezag van de nieuwe graaf Willem Clito werd vooral in de steden niet aanvaard. In februari 1128 brak in Gent een opstand uit, die zich uitbreidde naar andere Vlaamse steden. Gent en Brugge stelden zich op achter de pretendent Diederik van de Elzas. Het graafschap gleed af naar een burgeroorlog en er vonden vele gewelddadigheden plaats. Eind juli 1128 kwamen die plotseling tot een einde, toen graaf Willem dodelijk gewond raakte bij het beleg van Aalst, waar de opstandelingen zich verschanst hadden. Zonder veel tegenstand wist Diederik van de Elzas zijn gezag te vestigen en | |
[pagina 171]
| |
te rechtvaardigen. Daarmee besluit Galbert zijn relaas. Het verslag van Galbert is werkelijk een soort dagboek. Op 17 maart 1127, twee weken na de moord, schrijft hij (hoofdstuk 35): ‘Bij zulk een grote chaos [...] heb ik, Galbert, [...] de kern der gebeurtenissen op wastafeltjes genoteerd om dan, in afwachting van een ogenblik rust overdag of 's nachts, het onderhavige verhaal naar het verloop van de gebeurtenissen te ordenen.’ Het is een verslag vanuit Brugs perspectief. Ook als het zwaartepunt van de strijd zich naar Gent en andere steden heeft verplaatst, blijft Galbert berichten hoe de gebeurtenissen elders hun weerslag in Brugge hebben. Maar De multro is veel meer dan een zeldzaam ooggetuigeverslag van een belangrijke periode in de middeleeuwse geschiedenis van Vlaanderen. Op vele punten biedt Galbert een rechtstreekse kijk in het leven en de mentaliteit in de twaalfde eeuw. De Bruggeling Galbert was als notarius in dienst van de grafelijke administratie. Dankzij zijn positie en zijn vele contacten was hij goed op de hoogte van de gebeurtenissen in het graafschap, voor zover hij er niet in Brugge zelf getuige van was geweest. Ook kende hij de voorgeschiedenis ervan. Hij schrijft met veel aandacht voor detail en exactheid. Opvallend is de kritische toon die Galbert dikwijls aanslaat en de wijze waarop hij het opportunisme van de Kerk en de adel aan de kaak stelt. Het is misschien de reden waarom het werk in de Middeleeuwen nauwelijks bekendheid genoot.Ga naar eindnoot1. De moord op Karel de Goede is de herziene herdruk van het boek dat dezelfde auteurs samen met Albert Derolez in 1978 bij het Mercatorfonds publiceerden. Dat fraaie, rijk geïllustreerde boek was destijds de eerste Nederlandse vertaling van Galberts tekst. Deze nieuwe uitgave is veel eenvoudiger uitgevoerd, daardoor aanmerkelijk goedkoper en dat heeft als groot voordeel dat het relaas van Galbert nu voor een breed publiek bereikbaar is. Er zijn minder illustraties opgenomen dan in de oorspronkelijke uitgave. Dat is geen bezwaar, want veel van die vaak fraaie foto's hadden niet direct met de door Galbert beschreven gebeurtenissen of zelfs met Vlaanderen van doen. Het enige katern met illustraties in deze nieuwe uitgave is juist bijzonder aardig: alle afbeeldingen hebben betrekking op graaf Karel de Goede, waarbij ook gekozen is voor de na-middeleeuwse iconografie, zoals illustraties van oude drukken en van platen uit de tijd van de zaligverklaring van de graaf in 1882. Juist deze afbeeldingen smaken naar meer: hoe ging Karel de Goede de geschiedenis in en wat leidde tot zijn zaligverklaring in 1882? Tussen de uitgave van 1978 en deze nieuwe uitgave verscheen de eerste kritische editie van De multro (door Jeff Rider, opgenomen in het Corpus Christianorum. Continuatio mediaevalis, deel 131). Demyttenaere heeft mede op basis hiervan zijn vertaling zodanig omgewerkt dat hij in het voorwoord spreekt van ‘de tweede Nederlandse vertaling’. De stijl van Demyttenaeres vertaling is feitelijk en zakelijk, soms wat aan de ouderwetse kant, maar zeker niet literair en past wel bij de vertaling van het dagboek van een twaalfde-eeuws notarius. Vele welkome voetnoten verschaffen op duidelijke wijze adequaat uitleg. Het boek vangt aan met een uitgebreide en zeer verhelderende introductie van Raoul Van Caenegem op de situatie in Vlaanderen in de eerste helft van de twaalfde eeuw. De door Galbert beschreven gebeurtenissen worden zo in een breder kader gesitueerd. Het daaropvolgende stuk van Luc Devliegher biedt een over- | |
[pagina 172]
| |
zicht van de ruimtelijke context. De lezer wordt vertrouwd gemaakt met het Brugge dat Galbert beschrijft en waarvoor zijn tekst, samen met de resultaten van opgravingen, de belangrijkste bron is. De multro bevat ook voor architectuurhistorici belangwekkende passages. Het belangrijkste gebouw dat Galbert beschrijft, is de verdwenen grafelijke dubbelkapel van Sint-Donaas, die gebouwd was naar het voorbeeld van de Akense paltskapel en die het centrum vormde van de Brugse Burg. Het is overigens jammer dat er niet een meer gedetailleerde plattegrond van de burcht en zijn directe omgeving is opgenomen. Die zou voor een goede situering van de gebeurtenissen die Galbert beschrijft zeer welkom zijn geweest. Het dagboek van Galbert van Brugge is in alle betekenissen van het woord sensationeel. Dat komt vooral doordat de auteur een scherpzinnig ooggetuige was van de uitzonderlijke gebeurtenissen die hij beschreef. Zijn tekst is van een directheid die in middeleeuwse bronnen zeldzaam blijft en de sensatie die mij bij het lezen beving, kon ik vergelijken met de opwinding bij het bekijken van een ander uniek contemporain verslag van dramatische historische gebeurtenissen: het geborduurde wandkleed in Bayeux dat verhaalt over de Normandische verovering van Engeland. Het is zo'n halve eeuw ouder dan het dagboek van Galbert. De drie auteurs en het Davidsfonds kunnen niet genoeg geprezen worden deze tekst nu werkelijk toegankelijk te hebben gemaakt en het is te hopen dat ook het middelbaar en hoger onderwijs hem zal gebruiken. Wie wil leren over de middeleeuwers, leze Galbert! Daarna blijven er nog genoeg degelijke en gepolijste handboeken over om de Middeleeuwen te bestuderen. Jeroen Westerman |
|