Madoc. Jaargang 2000
(2000)– [tijdschrift] Madoc– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 164]
| |
• Lieke Schreel
| |
September 1995, Trinity College, Dublin, IerlandWeer sta ik op Front Square, weer lopen overal groepen toeristen die het allemaal erg ‘wonderful’ vinden. Maar nu ben ik geen toerist meer, nu hoor ik erbij, dit is mijn universiteit, mijn College. Toen ik na mijn vakantie uit Ierland terugkwam, ging ik het laatste jaar in van mijn studie Mediëvistiek aan de Universiteit van Utrecht. In dat jaar schreef ik de scriptie die er uiteindelijk voor zorgde dat ik in Dublin terechtkwam. Dit was niet omdat ik over een Keltisch onderwerp heb geschreven, want ik specialiseerde me in Middelnederlands en Geschiedenis, en Brandaan kwam er ook niet aan te pas, maar één van mijn begeleiders wel. Nadat ik mijn tweede hoofdstuk had ingeleverd, hopend dat het allemaal goed zou gaan, gaf mijn begeleider me een brief uit Ierland. Misschien was dat iets voor mij. De brief was van prof. Eda Sagarra van het Department of Germanic Studies, Trinity College. Ze was op zoek naar een nieuwe docent Nederlands, liefst met specialisatie Middelnederlands. Mijn begeleider had gelijk, dit was inderdaad iets voor mij. Gelukkig vonden ze dat in Ierland ook en in mei kreeg ik te horen dat ik | |
[pagina 165]
| |
in september mocht komen. Dus daar stond ik weer. Net een week afgestudeerd, de inkt op mijn bul was nauwelijks droog. De zon scheen weer en het betonnen gebouw met de oranje deuren en bruine vloeren was nu ‘mijn’ gebouw. Het ene jaartje Ierland zijn er uiteindelijk bijna vijf geworden. Wonen in Ierland is heel bijzonder, werken op Trinity is misschien nog wel specialer. Vooral omdat je als mediëvist in de moderne universiteit nog heel duidelijk de sporen van het middeleeuwse systeem kan zien. | |
Trinity College en de Old LibraryTrinity College werd in 1592 door Elisabeth I gesticht. Het is dan ook van oorsprong een Protestantse universiteit. De campus ligt midden in de stad, op de plaats waar vroeger een klooster stond. De universiteit is gedurende haar hele bestaan niet van locatie veranderd, maar gebouwen uit de zestiende eeuw zijn er helaas niet meer. Rond Front Square liggen gebouwen die dateren uit de achttiende eeuw. Dit zijn geen lesgebouwen; er zitten verschillende administratieve afdelingen, er wonen ook studenten en er is een klein winkeltje. Midden op het plein staat de Campanile, een toren die in 1853 is gebouwd op de plaats waar vroeger het klooster stond. In de Campanile hangt een bel. Het gerucht gaat dat je niet in de toren moet staan als de bel wordt geluid: dan haal je je examens niet. Deze legende kan natuurlijk samenhangen met het feit dat de bel alleen wordt geluid aan het begin van examens, zodat de hele campus weet dat stilte gewenst is. Sta je dan onder de toren de bel te bewonderen, dan mis je je examen. De Old Library is het oudste gebouw op de campus; het dateert uit het begin van de achttiende eeuw. Het is in eerste instantie gebouwd als een zuilengalerij met een muur in het midden. De zonnige zuidkant werd gebruikt door de Fellows, de docenten van het college. De wat minder aangename noordkant was voor de studenten. Pas later is het plafond verhoogd en is de galerij dichtgemaakt, zodat hij als bibliotheek gebruikt kon worden. In de Old Library ligt, zoals gezegd, het Book of Kells, maar daarnaast zijn er nog duizenden andere oude banden, vroege drukken en manuscripten op allerlei gebieden. In het hoofdvertrek van de bibliotheek, de zogenaamde Long Room, is altijd een tentoonstelling van deze oude boeken rond een bepaald thema. Het kunnen boeken over de natuur zijn, maar er is ook een expositie van oude Nederlandse boeken geweest. Het Book of Kells is voor een mediëvist natuurlijk geweldig. Dit manuscript uit het begin van de negende eeuw is één van de oudste en mooiste boeken in de wereld. Het heeft zijn naam te danken aan het klooster waar het tot 1654 werd bewaard. Dit klooster ligt in Kells, een klein dorpje ongeveer 50 kilometer ten noorden van Dublin. Het manuscript is waarschijnlijk gemaakt op Iona, een eiland voor de kust van Schotland. Men vermoedt dat toen de monniken op zoek naar een veilig heenkomen voor de Vikingen in de negende eeuw naar Ierland vertrokken, het manuscript is meegenomen. In de zeventiende eeuw is het, weer vanwege veiligheidsredenen, naar Dublin gebracht en uiteindelijk is het aan Trinity geschonken. Het manuscript is in deze eeuw in vier banden verdeeld en opnieuw gebonden. Twee volumes zijn altijd te bezichtigen: één pagina met een afbeelding en één met tekst. Vooral de pagina-grote afbeeldingen zijn van een adembenemen- | |
[pagina 166]
| |
1. Book of Kells. Symbolen van de vier evangelisten op folio 27v. Uit: Bernard Meehan, The Book of Kells. An illustrated introduction to the manuscript in Trinity College Dublin (London 1994) 8.
de schoonheid. Het fijne vlechtwerk van Keltische knopen, de heldere kleuren: je kunt er uren naar kijken. Maar ook de tekstpagina's zijn mooi. Het manuscript bevat de vier evangeliën. De teksten zijn geschreven in een insulaire majuskel. Op elke pagina staan tussen de tekst kleine afbeeldingen, vaak van dieren met | |
[pagina 167]
| |
hun staart in weer een ingewikkelde knoop. De pagina's worden regelmatig omgeslagen. Voordat je het boek zelf kunt bekijken, kom je langs een tentoonstelling over manuscripten: Turning Darkness into Light. Hier wordt een aantal manuscripten tentoongesteld om te laten zien wat een palimpsest is, hoe verschillende soorten handschrift eruit zien, hoe de handschriften en de miniaturen werden gemaakt. Het grote voordeel van werken op Trinity is dat je altijd gratis naar binnen mag om het Book of Kells te bekijken. Dat deed ik dus regelmatig, vooral in de winter als er minder toeristen waren: even een halfuurtje naar de bibliotheek, de pagina's bekijken, even in de Long Room zitten tussen de oude boeken. En daarna het moderne Trinity weer in. | |
Werken op TrinityMijn eigen taak op deze universiteit was voornamelijk lesgeven: Nederlands taalonderwijs, maar ook de Geschiedenis van de Nederlandse taal en Middelnederlandse literatuur. De studenten deden allemaal ook Duits en Zweeds, historische taalkunde van het Duits en Middelduitse literatuur. Het was een uitdaging om studenten die ervoor gekozen hadden moderne talen te studeren, ook enthousiast te krijgen voor de Middeleeuwen. Vaak gingen we in één van de eerste lessen naar het Book of Kells. Op die manier kwamen de Middeleeuwen toch wat dichterbij en kreeg de wereld waarover ik in de colleges sprak, vorm. Er was helaas geen tijd om hele Middelnederlandse werken te lezen, maar er lopen nu wel mensen rond in Ierland die delen van de Reinaert, De Borchgravinne van Vergi, en, vooral populair, Karel ende Elegast hebben gelezen. Dat een groot aantal van hen het echt leuk vond, blijkt uit de afstudeeronderwerpen die werden gekozen. Zo lag De reis van Sint Brandaan natuurlijk voor de hand als onderwerp, maar het afgelopen jaar is er ook een scriptie geschreven over de Middelnederlandse en Middelhoogduitse Floris ende Blanchefloer. | |
Scholars en FellowsTrinity is een moderne, grote universiteit met een goede academische reputatie. Het systeem dat wordt gebruikt, dateert echter nog uit de middeleeuwen, zoals alleen al blijkt uit de titels die afgestudeerden krijgen: Baccalaureus en Magister. Maar ook op andere momenten is het oude, middeleeuwse systeem nog zichtbaar, zij het in een modern jasje. Zo is de laatste week voor de examens beginnen altijd Trinity Week. In deze week worden allerlei festiviteiten gehouden, het Trinity Ball, de Garden Party, een symposium en allerlei andere dingen. De eerste dag van deze week is Trinity Monday. Op Trinity Monday wordt geen les gegeven en mogen geen examens worden afgenomen. Om 10 uur komt de Provost, gekleed in zijn officiële gewaden en vergezeld door Chancellor en leden van de Universiteitsraad, naar buiten. Op de trappen van de Exam Hall kondigt hij aan welke stafleden zijn uitverkoren tot Fellow en welke studenten Scholar zullen worden. In vroegere tijden werden alle docenten Fellow, zij maakten deel uit van het bestuur van het | |
[pagina 168]
| |
College en ze werden geleid door de Provost. Nu zijn de Fellows leden van de academische staf die door hun onderzoek en ander academisch werk opvallen en daarvoor beloond worden. De Scholars zijn de beste studenten van Trinity. In hun tweede jaar kunnen alle studenten hun examens vervroegd doen, na het tweede trimester in plaats van na het derde. Halen zij voor hun examens meer dan 9 gemiddeld, dan worden ze benoemd tot Scholar. Dat betekent dat ze vier jaar lang recht hebben op een kamer op de campus, ze krijgen op weekdagen 's avonds een driegangen maaltijd, ze hoeven geen collegegeld te betalen en verder hebben ze nog een aantal rechten: zij mogen bijvoorbeeld als enigen knikkeren op Front Square en bij examens kunnen ze om een glas port vragen. | |
Commons en Common RoomDe avondmaaltijd is ook een oude ceremonie met een prachtige naam: Commons. Behalve de Scholars kunnen ook stafleden hierbij aanwezig zijn. Ze moeten dan wel een ‘gown’ dragen: een soort zwarte toga met lange, afhangende mouwen. Bachelors dragen een gown zonder mouwen, Masters mogen mouwen dragen en degenen die een Ph. D. hebben, dragen weer een ander model. De gowns worden in verschillende stoffen gemaakt, ook daaruit kan men de positie van de drager afleiden. De Scholars hebben hun eigen tafel en zitten daar al als de staf binnenkomt. In processie, de oudste Fellow voorop, begeven de docenten zich naar de ‘top table’ en daar gaat men volgens rang zitten. Eén van de Scholars spreekt dan een gebed uit, in het Latijn, en daarna wordt van zilveren schalen het eten geserveerd op Trinity-borden. De wijn wordt geschonken in kristallen glazen. De liefhebber kan ook om een Guinness vragen en deze wordt dan gedronken uit een zilveren bierkroes. Deze rituelen stammen uit de dagen dat de universiteit nog zo klein was dat alle leden samen konden eten en de voertaal Latijn was. Dat is gelukkig nu niet meer zo, want dan zou het wel erg stil zijn onder het eten. Maar gezellig en interessant is het altijd. Het is een hele goede manier om collega's uit andere departementen te ontmoeten. En al is eten met die lange mouwen niet heel erg handig, je moet het toch zeker één keer meemaken. Na het eten wordt er weer een gebed uitgesproken en vertrekt de staf weer in processie. Nu naar de Common Room voor koffie. De Common Room, die voor leden 24 uur per dag toegankelijk is, ligt op de bovenste verdieping van de Dining Hall. Dit is de koffiekamer voor de academische staf. Koffiekamer is een slechte vertaling, want de ruimte bestaat uit verschillende kamers en die zijn allemaal prachtig: groen leren chesterfields, kristallen kroonluchters, een bibliotheek, portretten van illustere voorgangers en in de winter grote kolenvuren. Voor een kleine bijdrage per maand mag je net zoveel koffie en thee drinken als je wilt. Ook zijn er kranten en tijdschriften, en 's avonds kun je bij het haardvuur een glaasje port of sherry drinken. Er is de mogelijkheid een fles wijn uit de wijnkelder te bestellen. Weinig toeristen beseffen het, maar onder Front Square ligt een enorme wijnkelder met daarin een zeer goede collectie wijn. Toen er in de jaren tachtig brand was in de Dining Hall was de eerste prioriteit dan ook het redden van de wijnkelders, daarna kwam pas de rest. | |
[pagina 169]
| |
Afstuderen op TrinityHet laatste ritueel waar ik iedere keer weer van onder de indruk ben, is het afstuderen. Studenten kunnen, net zoals in Nederland, alleen op bepaalde dagen afstuderen. In het algemeen is dat ééns per kwartaal, maar in de praktijk is het voor de meesten in november. Deze ceremonie, die meestal ‘commencements’ wordt genoemd, wordt geheel in het Latijn gehouden. De studenten gaan gekleed in gowns, voor deze gelegenheid opgesierd met de ‘hood’, een soort capuchon die aangeeft bij welke faculteit de student hoort. Groene zijde is Natuurwetenschappen, blauwe zijde is Rechten en wit konijnenbont is Letteren. Alleen de meisjes dragen ook een hoed, zo'n plat vierkant met een kwastje. De ceremonie vindt plaats in de Exam Hall, de studenten zitten aan de ene kant, de ouders en docenten aan de andere kant. Precies op het uur komt de processie van Chancellor en Proctors binnen. Voorop loopt een ‘stewart’ die het boek met Academic Rules draagt. Na een inleiding worden de studenten per afstudeerklasse en per studierichting naar voren geroepen in groepjes van vijf. De Chancellor bekleedt hen dan met hun titel en ze krijgen hun diploma. Gelukkig liggen er altijd blaadjes met de Latijnse tekst en de vertaling op de stoelen, zodat iedereen de ceremonie kan volgen. Ik heb iedere keer weer bewondering voor de Chancellor en Proctor die met steeds hernieuwd enthousiasme dezelfde formules herhalen. Dat ze ervan doordrongen zijn dat dit een heel belangrijk moment is, straalt er echt vanaf. En ook al kan ik het niet woordelijk volgen, het is heel apart om eens gesproken Latijn te horen, met een Engels-Iers accent. Dat komt toch niet zo heel vaak voor! Los daarvan is het heel bijzonder om bij een eeuwenoud ritueel aanwezig te zijn waar woorden worden gebruikt die in ruim 400 jaar niet veranderd zijn. Daar zouden we in Nederland nog wat van kunnen leren! Helemaal mooi is het als er doctoraten of eredoctoraten worden uitgereikt. Voor het doctoraat dragen de kandidaten scharlaken rode gowns met gouden zomen. Bij eredoctoraten wordt ook nog een lofrede in het Latijn uitgesproken, waarin wordt uitgelegd waarom deze persoon een titel van Trinity krijgt. | |
Mediëvist in IerlandBinnen Trinity is genoeg over van de oude, op de Middeleeuwen teruggaande ceremonies en tradities om je als mediëvist geheel op je gemak te voelen. Maar dat geldt eigenlijk voor heel Ierland. Het prachtige van oude nederzettingen als Glendalough, waar Sint Kevin woonde met een groep volgelingen, en Mellifont Abbey, waar nog de resten van een groot cisterciënzer klooster te bezichtigen zijn, is dat deze monumenten gewoon deel uitmaken van het dagelijks leven nu. De begraafplaats in Glendalough wordt nog steeds gebruikt. Op de Hill of Tara, waar 1000 jaar geleden de High Kings van Ierland woonden, grazen nu schapen. De Hill wordt onderhouden; het verleden wordt als het ware opgenomen in het heden. En of dat nu in Trinity is of ergens anders in Ierland: dat maakte Ierland voor mij heel bijzonder. |