Madoc. Jaargang 1999
(1999)– [tijdschrift] Madoc– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 236]
| |||||||||||||||
• Arjo Vanderjagt
| |||||||||||||||
Bourgondiërs en de zee voor 1430Natuurlijk hadden de Bourgondische hertogen al vanaf het allereerste begin van hun heerschappij in 1384 over Vlaanderen en later over Holland, Zeeland en Friesland veel te maken gehad met de zee en dus met schepen. Er was een uitgebreide kaap- en commerciële vaart en er waren ook schepen voor de | |||||||||||||||
[pagina 237]
| |||||||||||||||
1. Het vertrek van de Argonauten naar de Zwarte Zee, Brussel KB, Ms 9650-52. fol. 61v. Uit: L'Ordre de la Toison d'or de Philippe le Bon à Philippe le Beau, ed. P. Cockshaw, C. Van den Bergen-Pantens (Brussel 1996) 91.
visserij. Eén van de eerste bestuurlijke daden van Filips de Stoute was het benoemen van Jan Buuc, oud-burgemeester van Sluis en feitelijk ook ‘het hoofd van een bende zeerovers’Ga naar eindnoot3. tot ‘admiral de Flandre’. In dezelfde tijd werd door koning Karel VI van Frankrijk en Filips een plan gesmeed om Engeland in de tang te nemen. Te Sluis werd in het najaar van 1386 een grote vloot van maar liefst duizend schepen en scheepjes verzameld om Engeland vanuit het zuiden aan te vallen terwijl onder het bevel van Jehan de Vienne, de admiraal van Frankrijk, een oorlogsvloot, die datzelfde zou doen vanaf het noorden, al onderweg was. De hele zuidelijke onderneming werd echter afgeblazen omdat de bevelhebbers einde oktober ‘de zee te wild vonden, de nachten te lang, te donker en te koud, de maan niet helder, de wind onvoldoende, de landing en de havens in Engeland te gevaarlijk’.Ga naar eindnoot4. In de tweede admiraal van de hertog, Jan van Cadzand, komen drie aspecten van de Bourgondische zeevaart in deze tijd fraai samen. De visserij: hij was direct betrokken bij het onderzoek naar het gebruik door de commerciële visvaart van ‘ebbezetters’, netten met te nauwe mazen; deze werden vooral gebruikt door vissers langs de Vlaamse kust tussen Sluis en Grevelingen.Ga naar eindnoot5. De kaapvaart: uit hoofde van zijn functie moest hij zich bezig houden met de ingewikkelde zaak van | |||||||||||||||
[pagina 238]
| |||||||||||||||
het nef Sint-Christoffel dat door Filips verhuurd was aan de Fransen voor een tocht naar de Barbarij-kust in Noord-Afrika maar dat voor de Vlaamse kusten zich schuldig had gemaakt aan zeeroverij. Het lag nu te Sluis aan de ketting. Tenslotte een aspect dat tegen het einde van de veertiende eeuw een belangrijke rol ging spelen in de Bourgondische zeevaart: de kruistocht. Jan van Cadzand was één van de Bourgondiërs die de slag bij Nicopolis in 1396 niet overleefde. | |||||||||||||||
Kruistocht en pelgrimage: Bourgondiërs en de Oriënt voor 1430In de vroege jaren negentig van de veertiende eeuw blikten Kerk en wereld in Europa steeds angstiger naar het Oosten. Eerder in die eeuw was er voor het christelijke westen geen dreiging uitgegaan van de islamitische facties die elkaar in Turkije in verdeeldheid bevochten. Het kruistochtideaal van de veertiende eeuw wordt daarom weleens de droom genoemd van ‘armchair crusaders’. Maar nu had Bayezid I, bijgenaamd Bliksemschicht, verschillende stammen uit Klein-Azië in een sterk verbond aaneengesmeed. Nadat hij in 1393 met deze verenigde macht de christelijke Bulgaren had verslagen viel hij Wallachije binnen en verjoeg in 1394 prins Mircea. Op de laatste barricade van het westen stond nu alleen nog koning Sigismund van Hongarije. Met grote overtuigingskracht deed deze een beroep op de paus en de vorsten van het christelijke westen om hem en henzelf te redden van ‘de Turk’. Men gaf gehoor aan zijn oproep. Het Europese leger dat tegen Bayezid ten strijde trok, stond mede onder leiding van Jan van Nevers, de latere Bourgondische hertog Jan zonder Vrees, de vader van Filips de Goede. Op 25 september 1396 bracht de gezamenlijke Ottomaanse macht te Nicopolis - aan de Donau op de huidige Bulgaars-Roemeense grens - het kruistochtleger een algehele nederlaag toe. Zo'n driekwart van de Bourgondiërs verloor het leven. Jan van Bourgondië was met andere ridders gevangen genomen en zij moesten tegen hoge losprijzen vrijgekocht worden. Deze jammerlijk mislukte expeditie kostte meer dan de jaarlijkse begroting van de Bourgondische ‘staat’. Pas in 1403 kon aan alle schulden voldaan worden; de belastingdruk op vooral de steden van Bourgondië en Vlaanderen liep hierdoor sterk op. Door de hoge prijs van dit avontuur was de animo van de hertog en zijn onderdanen om weer op te trekken naar het Nabije Oosten aanzienlijk bekoeld. Wat meer is, Europa werd niet langer door ‘de Turk’ bedreigd. Bayezid werd namelijk op zijn beurt verslagen door Timoer de Lamme die zich met zijn Tataren en Mongolen aanvankelijk op Europa leek te gaan storten. In Europa vreesde men het ergste. Maar voor de Bosporus trok hij zich abrupt terug naar huis in de richting van het verre Samarkand en China. Het gevaar was geweken. Voor de Bourgondiërs kon het kruistochtgedruis weer verkeren in een kleurrijke, religieuze droom. Vanuit de Bourgondische gebieden en Europa in het algemeen ging men nog steeds gewoon op pelgrimage naar de heilige plaatsen. Meestal voerden dergelijke reizen over land naar de Italiaanse havensteden alwaar men scheepspassage boekte voor het Heilige Land. Een enkele keer liep de route naar Palestina via Polen, Rusland en de Krim. Een mooi voorbeeld van een Bourgondiër die zich over zowel zuidoostelijke als noordelijke zeeën naar het Nabije Oosten begaf is Ghil- | |||||||||||||||
[pagina 239]
| |||||||||||||||
2. Isabella van Portugal door een onbekende Vlaamse meester, ca. 1430. Uit: W. Prevenier, W. Blockmans, De Bourgondische Nederlanden (Antwerpen 1983) 146.
lebert de Lannoy (1386-1462). Hij doet verslag van twee reizen die hij deels uit religieuze overwegingen maakte, deels als een soort spion van Filips en deels uit louter zucht naar avontuur. De eerste voerde hem in 1421 per schip van Sluis over de Noord- en Oostzee via Skagen naar Dantzig, dan te paard via Lemberg en Odessa naar Kaffa op de Krim, en vandaar over de Zwarte Zee, door de Bosporus en Dardanellen naar Rhodos en daarna direct naar Jaffa en het Heilige Land. Van Jaffa ging hij na het vervullen van zijn religieuze plichten per schip naar Damietta op de kust van Egypte, en nadat hij de Sinaï en de Rode Zee bezocht had, reisde hij langs Rosetta en vandaar via Kreta en Rhodos naar Venetië en door naar Rijssel via Milaan. Zijn tweede, traditionele reis, die meer het karakter had van een verkenningstocht - ondertussen was het 1445 -bracht Lannoy van Rijssel via Milaan en Venetië naar Rome en Napels alwaar hij scheep ging om via de Peloponnesus, Kreta, Rhodos en Cyprus te Jaffa aan te komen. Zijn route huiswaarts ging over Cyprus naar Latakia op de kust van het huidige Syrië en dan door naar Rhodos. Van hier voer Lannoy langs de kusten van Istrië om te Triëst aan land te gaan en langs München eindelijk in Brussel thuis te komen. In de eerste decennia van de vijftiende eeuw werd de belangstelling van Filips en zijn onderdanen voor de Oriënt en de ondernemende tocht daarheen, meestal over zee, levend gehouden door de verslagen van reizen zoals die van Lannoy in 1421, kleurrijke teksten in de hertogelijke boekerij zoals De geschiedenis van Ti- | |||||||||||||||
[pagina 240]
| |||||||||||||||
moer, Bloesem van de geschiedenissen van het Oostland, Het boek van de landen der aarde en, niet te onderschatten in hun invloed, allerlei bijbelse verhalen en de levensbeschrijvingen van heiligen. Verder bezat Filips prachtige tapijten met illustraties van de geschiedenis van Troje en van Jasons avontuurlijke verovering van het Gulden Vlies aan de oostelijke boorden van de Zwarte Zee. Maar dit alles kreeg eerst weer een praktische wending door het huwelijk in 1430 van Filips de Goede met Isabella van Portugal (1397-1471), zuster van Hendrik de Zeevaarder. | |||||||||||||||
De zee en het huwelijk van Filips en Isabella‘Al drie weken weet men niet of zij vergaan is of niet - De hertog is met zijn hofhouding al vele dagen hier in Sluis en verwacht zijn dame dag in dag uit, van uur tot uur; men weet niets van haar en men moet voor haar vrezen’, aldus een kroniekschrijver tegen eind december 1429.Ga naar eindnoot6. Isabella's aankomst in Vlaanderen om met Filips te trouwen staat al meteen in het teken van de zee. De vloot van veertien schepen met aan boord Isabella, haar jongste, zeer geliefde broer Ferdinand en, naar men zei, een gevolg van tweeduizend heren en dames was al op 8 oktober 1429 uit Lissabon vertrokken en koerste via Vivero in Galicië naar het noorden. Door het slechte weer werd de vloot uiteengedreven. Een deel ervan bereikte op 6 december Sluis. Men kon geen ander bericht geven over Isabella dan dat haar deel van de vloot veilig te Plymouth zou zijn aangekomen en dat zij door zou varen naar Vlaanderen. Na een week zonder levensteken van Isabella maakte het hof zich echter steeds grotere zorgen. Pas op 25 december kon Filips zijn nieuwe hertogin te Sluis begroeten. Ook de festiviteiten ter gelegenheid van het huwelijk zijn verbonden met maritieme avonturen, ditmaal nauwelijks levensbedreigend maar niet minder levend voor de fantasie. Op 10 januari 1430 sticht Filips als onderdeel van de plechtigheden de Orde van het Gulden Vlies. Hiermee legt hij een directe, mythologische verbinding tussen Bourgondië en de Oriënt. Volgens de overlevering die men in Bourgondië kende - bijvoorbeeld uit La fleur des histoires van Jean ManselGa naar eindnoot7. - is het Gulden Vlies oorspronkelijk de gouden vacht van de gevleugelde ram waarop in de Oudheid de koningskinderen Phrixos en Helle vanuit Boeotië naar het land Colchis, aan de meest oostelijke stranden van de Zwarte Zee, vluchten. In een heilig woud wordt het daar streng bewaakt door vuurspuwende draken, slangen en wilde stieren. Wil de antieke held Jason het hem toekomende koningschap van Iolkos in Thessalië erven, dan moet hij de vacht van die ram zien te bemachtigen. Hij kan dat niet alleen. Dus rust hij een zeevarende expeditie van helden uit, die naar hun schip ‘de Argo’, Argonauten heten. Na veel avonturen op hun moeilijke reis langs de Oost-Griekse eilanden, door de Hellespont en langs de rijken van de Zwarte Zee, wordt Colchis bereikt. Met behulp van de prinses Medea, die hij trouw zweert maar later in de steek laat, bemachtigt Jason dan het begeerde Vlies. Vooral in de gekerstende versie van de Ovide moralisé, breed verbreid in heel Europa en ook in Bourgondië, wordt Jason het zinnebeeld van de christen. De duivel, die de vorm heeft van Medea en het vuurspuwend gespuis, is hij te slim af en hij wint zo het Vlies, dat voor de genade van God staat. Waarlijk een prachtig voor- | |||||||||||||||
[pagina 241]
| |||||||||||||||
3. Gulden Vliesketting die waarschijnlijk toebehoorde aan een van de eerste vliesridders, Antoine de Croij (1430). Uit: W. Prevenier, W. Blockmans, De Bourgondische Nederlanden (Antwerpen 1983) 137.
beeld voor de hertog als primus inter pares van zijn Gulden Vlies ridders, die hun trouw aan het Vlies en aan elkaar zweren. Zoals de zeevarende Argonauten zijn zij in hechte band gericht op eenzelfde geloofsdoel. De verbinding met de hoge ideologie van een principiële strijd tegen ‘de Turk’(de antichrist, immers), met relieken van het christelijk geloof, en met de bevrijding van het Heilige Land is niet moeilijk te leggen. Grif werd een en ander fantasierijk versmolten door kanseliers en bisschoppen van Filips zoals Jean Germain en Guillaume Fillastre. De beide laatsten werden later rond 1453 vurige pleitbezorgers van een kruistocht ter bevrijding van het aan de Turken vervallen Constantinopel en ook liefst nog van Jeruzalem. De Orde werd door hen grondig gekerstend. Het Vlies van Jason werd uitgebreid met een vijftal andere die men ontleende aan het Oude Testament; overigens had geen ervan met de zee te maken. De hertog en zijn edelen waren meer gegrepen door het ingewikkelde verhaal van de Argonauten en zij verzamelden kostbare manuscripten en tapijten die ermee verband hielden. | |||||||||||||||
Isabella en de vlootOver Isabella en het kruistochtideaal weten wij niet erg veel. Natuurlijk bezat ook zij fraai geïllustreerde handschriften over Troje en Jason en over kruistochtavonturen eerder in de Middeleeuwen.Ga naar eindnoot8. Direct betrokken in ideologische zin bij deze Bourgondische hausse van kleurrijke geschiedenissen en bij de spel-elementen van de Orde van het Gulden Vlies lijkt zij echter niet te zijn geweest. Wel nam haar familie in Portugal al lang deel aan expedities tegen de Moren in Noord-Afrika, vooral aan kruistochten tegen Tunis. Zij zelf schijnt de motor te zijn geweest achter de praktische wending van Filips' interesses in de strijd tegen Moren en Turken en de zeereizen die daarmee verbonden waren.Ga naar eindnoot9. Toen Isabella in 1430 trouwde met Filips was de Bourgondische vloot nogal verwaarloosd. Sinds 1419 was er vrede met Engeland en een oorlogsvloot was | |||||||||||||||
[pagina 242]
| |||||||||||||||
4. Oorlogsschip, Parijs BN, Ms fr. 38, fol. 157v. Uit: J. Paviot, La politique navale des ducs de Bourgogne (Lille 1995) plaat VI.
niet noodzakelijk geweest. Ten tijde van de slag bij Brouwershaven (1426) tegen de Engelse medestanders van Jacoba van Beieren werd een beroep gedaan op de schepen van de Vlaamse havenplaatsen en niet op een eigen, hertogelijke vloot. Niettemin strekte het maritieme gebied van de hertog zich uit van Friesland tot Boulogne met uitzondering van het Engelse Calais.Ga naar eindnoot10. Maar ook toen Filips in 1435 met de Engelsen brak en Calais aanviel, vertrouwde hij grotendeels op gecharterde schepen. Hierin kwam door toedoen van Isabella kort na 1437 verandering. Isabella's jongste broer Ferdinand, die haar in het najaar van 1429 over de woelige wateren van de golf van Biscaye, het Kanaal en de straat van Dover had begeleid naar Sluis, was tijdens een expeditie van de Portugezen tegen Tanger door de Moren gevangengenomen. Te Fez in Marokko werd hij in gijzeling gehouden. Isabella nam zich volgens een kroniekschrijver uit Antwerpen voor om hem met behulp van een Bourgondische vloot te ontzetten. Zo liet Filips in 1438-1439 een aantal scheepsbouwers uit Portugal overkomen om in Vlaanderen een kleine vloot te bouwen met als pronkstuk het fameuze grant of grosse nave, zijn ‘groot schip’. De hertogin was actief bij deze onderneming betrokken en zij liet persoonlijk zelfs delen van de uitrusting, zoals de masten, van het grote schip aanschaffen. Op 10 mei 1441 was Filips te Sluis erbij toen zijn nieuwe vloot onder het admiraalschap van Geoffroy de Thoisy koers zette naar Noord-Afrika.Ga naar eindnoot11. Met een kruistocht had dit alles weinig te maken en de Moren werden dan ook niet door Thoisy aangevallen. Evenmin werd Ferdinand uit zijn gevangenschap bevrijd. Hij stierf in 1443 te Fez. Filips en Isabella stonden voortdurend met hun vloot in contact en uit wat bekend is van de uitgewisselde brieven en missiven blijkt dat er Vlaamse laken- | |||||||||||||||
[pagina 243]
| |||||||||||||||
handelaren meevoeren en dat de vloot feitelijk ook kaapvaart bedreef. Overigens is er na een jaar nauwelijks meer sprake van een Bourgondische bemanning. De weinige Bourgondiërs werden aangevuld met Basken, Portugezen, Napolitanen, Corsicanen, en Grieken uit Rhodos. Ondertussen had Thoisy namelijk de opdracht gekregen om Rhodos tegen de Moren te helpen verdedigen. Thoisy had enige ervaring in de Oost omdat hij een van de metgezellen was geweest van de Bourgondische ridder en hoveling Bertrandon de La Brocquière die rond 1430 aldaar avontuurlijk had rondgereisd. Veel werd er te Rhodos niet gevochten zoals blijkt uit het feit dat het vlootje heelhuids terugkeerde naar Zuid-Frankrijk met slechts zes gevangengenomen Moren.Ga naar eindnoot12. Te Villefranche wachtte Thoisy nu op nadere orders. | |||||||||||||||
Filips' vloot in de Zwarte ZeeIn 1443 deed de keizer van Constantinopel, Johannes VIII Palaeologus, zoals boven vermeld, een dringend beroep op christelijk Europa, vooral op paus Eugenius IV en hertog Filips, om hem tegen de Turken te hulp te komen. Filips besloot zijn aanwezigheid in de Middellandse Zee uit te breiden. Naast de vloot onder Thoisy - la grosse nave, een karveel, drie galleien en de galjoot - liet hij te Venetië een viertal galleien huren waarvan hij Waleran de Wavrin tot admiraal benoemde. Wavrins vloot zeilde naar de Bosporus om daar de Turken de oversteek naar Europa onmogelijk te maken. Het verslag van de strijd is kleurrijk maar het moet niet verheeld worden dat de Bourgondiërs samen met de pauselijke vloot onder het commando van kardinaal Condulmer in hun opzet niet slaagden, onder meer vanwege de sterke stroming uit de Zwarte Zee. Ondertussen was Thoisy met zijn deel van de Bourgondische vloot (waarover Wavrin kortelings nominaal door Filips algemeen admiraal was gemaakt) opnieuw uitgevaren ter verdediging van Rhodos in een zeeslag nabij het eilandje Kastellorizon op de Turkse kust. Beide onderdelen van de vloot troffen elkaar in de winter van 1444-1445 op de rede van Constantinopel. De kronieken, archiefstukken en briefwisselingen geven de indruk van een volstrekt ongecoördineerde beweging die als enige gidsen heeft de luim van de dag, vechtjasserij en heldendom, belustheid op buit en een soort verdwaasde toeristische verwondering. De kroniekschrijvers mogen dan zo af en toe eens de toestand van de christelijke wereld in hun verhaal noemen, bij wat wij weten over onze admiraals vinden we weinig terug van een serieuze kruistochtgedachte. Wel hebben zij interesse voor en kennis van de geschiedenissen van Troje en van Jason, die aan het Bourgondische hof ideologisch zo op de voorgrond treden, en in hun eigentijdse geschiedenis. Als Waleran de Wavrin in 1444 te Tenedos aankomt, is een van de eerste dingen die hij doet, vragen ‘aan diegenen die deze gebieden kenden, of de plaats van la grant cité de Troyes erg ver daar vandaan was.’Ga naar eindnoot13. Thoisy zeilt in het late voorjaar van 1445 met een deel van de vloot al plunderend en moordend langs de zuiden oostkust van de Zwarte Zee en hij probeerde tussen de bedrijven door het Colchis van het Gulden Vlies te vinden. Deze streken leveren hem weinig op; hij wordt wegens zeeroverij door de Georgiërs te Poti gevangengezet. Hij moet losgekocht | |||||||||||||||
[pagina 244]
| |||||||||||||||
worden door de christelijke keizer van Trebizonde. Het is echter vooral Wavrin die mytho-historisch geïnteresseerd is. Hij had eerder opdracht gekregen om uit te kijken naar overlevenden van de slag te Varna waarbij koning Ladislaus en kardinaal Cesarini op 10 november 1444 het leven hadden verloren.Ga naar eindnoot14. Met twee galleien roeit hij ook langs de westkust van de Zwarte Zee naar Nesebar en Mangalia ‘où ils évoquèrent le mythe des Amazones.’Ga naar eindnoot15. Van daar koerst hij naar het noordoosten en Kaffa om zich, overigens zonder succes, te verenigen met Thoisy, die inmiddels tot schade van de Genuezen buitmakend rondvaart in de zee van Azov Terug in het westen vaart Wavrin met zijn vlootje - ‘sur ses adventures’Ga naar eindnoot16. - samen met enige pauselijke galleien onder gezag van Condulmer en een veertigtal Wallachijse boten zo'n 250 kilometer de Donau op naar Nicopolis om opnieuw slag te voeren met de Turken. De Turken weigeren te vechten en de Bourgondiërs vergapen zich als toeristen aan het slagveld van 1396. ‘En zij voerden daar de hele winter oorlog met de Turken,’ aldus Jean de Wavrin.Ga naar eindnoot17. Dat moge zo zijn, al is men geneigd die ‘oorlog’ eigenlijk te zien als een serie schermutselingen. Het doel van deze expedities tussen 1441 en 1446 was dan in de ogen van Filips christelijk en verheven, in die van Isabella praktisch en emotioneel - het is duidelijk dat het resultaat ervan en de dagelijkse gang van zaken voor onze admiraals en de Bourgondische officieren en hun vrienden het karakter hadden van zeeroverij en avontuur gepaard aan een zekere nieuwsgierigheid naar vreemde gebieden op grond van vaag begrepen historische en mythologische gebeurtenissen. Thoisy keerde in de herfst van 1445 en Wavrin in de winter uit de Levant terug naar Vlaanderen. Hooggestemd resultaat hadden zij niet geboekt ofschoon de hertog zeer veel geld en energie aan de de equipage en het instandhouden van deze expedities had uitgegeven. Hun carrières heeft dit niet geschaad; de onkosten die zij persoonlijk gemaakt hadden werden zelfs ruimschoots door de hertog vergoed. En het grote bewapende schip, de trots van de hertog? Het lag bij Constantinopel aan de ketting als borg voor de leningen die Wavrin voor het onderhoud van de vloot was aangegaan en die nooit afgelost zouden worden. Later werd het door de Genuezen geheel gedemonteerd en verkocht als een soort represaille voor de kaperijen van de Bourgondiërs, die hun veel handelsschade hadden berokkend. Nog in september 1450 probeerde Isabella zonder resultaat ‘de ramener en Flandres la grant nave’Ga naar eindnoot18. dat zij bestemd had om haar broer Ferdinand uit de hand van de Moren te bevrijden. | |||||||||||||||
Literatuur
| |||||||||||||||
[pagina 245]
| |||||||||||||||
|
|