Madoc. Jaargang 1999
(1999)– [tijdschrift] Madoc– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 76]
| |||||||||||||||||
• Gerhard Binkhorst
| |||||||||||||||||
Klassieke en Arabische bronnen voor amor hereosDe theorie over liefde als ziekte (amor hereos) was ontwikkeld in Arabische traktaten, die op hun beurt voortborduurden op klassieke theorieën over enerzijds waarneming en anderzijds de relatie tussen gezondheid en de onderlinge verhouding van de vier lichaamssappen gele gal, zwarte gal, bloed en slijm. Het voornaamste kenmerk van deze theorieën is dat ze naturalistisch zijn, dat wil zeggen dat ze de fysieke werkelijkheid als uitgangspunt nemen en op grond daarvan uitspraken doen (dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld Plato, die een metafysische kijk op de wereld heeft). Volgens de Aristotelische waarnemingstheorie bestaat een waarneming uit een materiële en een onstoffelijke component. Wanneer ie- | |||||||||||||||||
[pagina 77]
| |||||||||||||||||
1. De kerker van liefde (titelblad van de Barcelonese editie) uit: Keith Whinnom (ed.), Cárcel de amor (Madrid 1971) 87.
mand een waarneming doet, komt deze via de ogen binnen en wordt via het zogenaamde pneuma getransporteerd naar de plaats in de hersenen waar het beoordelende vermogen (virtus aestimativa) zich bevindt. De waarneming wordt ontdaan van het fysieke element zodat het abstracte beeld overblijft op grond waarvan het verstand de juiste beoordeling maakt van wat precies is waargenomen. Waarneming is dus in hoge mate een kennistheoretisch proces. In dit proces kan echter van alles mis gaan, vooral als het gaat om liefde, en dat heeft een directe repercussie op de verhouding van de lichaamssappen. De minnaar ziet zijn geliefde (de zogenaamde visio amorosa, een bekende topos) en wordt op slag verliefd. Alleen, dit beeld maakt zo'n indruk dat het als het ware ‘inbrandt’ op de hersenen, voortdurend terugkeert in de herinnering (memoria) en niet wordt ontdaan van de materiële component. Het beoordelende vermogen maakt een fout, omdat het dit beeld prefereert boven andere beelden. Waarom de minnaar die ene vrouw prefereert, zeggen de artsen er niet bij, ze zeggen alleen dat het oordeel hoe dan ook fout is. Als gevolg van dit alles raken de lichaamssappen verhit, vooral de gele gal die geblakerd wordt en verandert in zwarte gal: dit is de beroemde ‘melancholie’ waardoor een minnaar wordt gekweld. Dit model was ontwikkeld in traktaten van geleerden als Avicenna en kwam via vertalingen en samenvattingen van de hand van onder meer Constantinus Africanus, Arnaldus de Vilanova en Bernardus Gordonius de westerse wereld binnen. Het interessante is dat deze theorieën een duidelijke samenhang veronderstellen tussen het lichaam en de geest, ze zien liefde met andere woorden als iets psychosomatisch. De geschriften van de artsen zijn ook heel praktisch: ze stellen de diagnose, beschrijven de symptomen en doen allerlei remedies aan de hand omdat ze menen dat liefde als iedere andere ziekte te genezen is. Dat ze liefde echter als ziekte kwalificeren en de moeite nemen er uitvoerig op in te gaan, geeft aan dat ze willen waarschuwen tegen deze in hun ogen verderfelij- | |||||||||||||||||
[pagina 78]
| |||||||||||||||||
ke aandoening van geest en lichaam. De medische traktaten over liefde als ziekte hebben dan ook een duidelijke morele bedoeling. De invloed van deze manier van denken over liefde is zowel in filosofisch als literair-historisch opzicht van het grootste belang geweest. Omdat over liefde wordt gesproken in kennistheoretische termen, kan liefde ook gezien worden als een bron van kennis en voorwaarde tot begrip van de kosmos (zoals gezegd deelden de artsen dit standpunt duidelijk niet, omdat zij liefde zagen als een beoordelingsfout). Het beeld van de melancholieke minnaar is een standaardelement geworden in veel literaire teksten. Liefde en liefdesziekte zijn dus onderwerpen die stoelen op de filosofische traditie van het naturalisme (geneeskunde was nog geen empirische wetenschap), en een praktische uitwerking in morele zin hebben, maar zich ook goed lenen voor literaire uitbeelding.Ga naar eindnoot2. | |||||||||||||||||
SpanjeHet hierboven kort geschetste model van liefdesziekte is eveneens aan te treffen in Spanje, en ook daar bestaat een samenhang tussen de theoretische achtergrond (de filosofische bronnen), de praktische morele relevantie en de literaire betekenis. Arabieren en Joden (van de laatstgenoemde bevolkingsgroep is de arts-filosoof Maimonides wellicht de bekendste) hielden zich in Spanje altijd al bezig met filosofie en geneeskunde. Vanaf de vijftiende eeuw nam de belangstelling voor medische zaken in het algemeen sterk toe. Grote bedreigingen voor de volksgezondheid, zoals de pest, hadden een katalyserende werking op de ontwikkeling van de geneeskunde en dat had een groei van de medische stand tot gevolg. Artsen hadden behoefte aan handboeken en daarom verschenen er vertalingen van standaardwerken. Medische kennis werd gepopulariseerd in medische vademecums, kruidenboeken etc. Theologen en moralisten schreven echter ook over liefde en liefdesziekte, en wel ambtshalve vanuit een zekere bezorgdheid. Er werd een complementaire relatie gezien tussen de geestelijke zorg van de prediker en de lichamelijke zorg van de arts. Die bezorgdheid is wel te verklaren als we tenminste mogen afgaan op de geweldige hoeveelheid seculiere liefdesliteratuur die in de vijftiende eeuw in Spanje werd geproduceerd. In de talrijke cancioneros, verzamelingen gedichten, neemt liefde een prominente plaats in, terwijl de novela sentimental, een genre dat in de vijftiende eeuw ontstaat, exclusief aan liefde is gewijd. Kennelijk zagen de theologen en de moralisten daar een bedreiging in: zij waren van mening dat aardse liefde een groot gevaar betekende voor het zieleheil van de man en zij ageerden tegen de religo amoris, de verheerlijking van de vrouw in pseudo-religieuze termen, die in hun ogen leidde tot het verdringen van de ware religie. In het volgende zal aan de hand van enkele voorbeelden aangetoond worden hoe liefdesziekte concreet behandeld werd in de theologie en de letteren.Ga naar eindnoot3. | |||||||||||||||||
De theoloog: Alfonso de Madrigal, El TostadoAlfonso de Madrigal, El Tostado (‘de Gebruinde’, ca. 1400-ca. 1455) was een veelzijdig man: hij had theologie en recht gestudeerd in Salamanca, nam deel | |||||||||||||||||
[pagina 79]
| |||||||||||||||||
aan het Concilie van Bazel (1430-1445), was lid van de Koninklijke Raad (Consejo del Rey) en werd in 1449 bisschop van Avila. Zijn belangrijkste werken zijn commentaren op het Oude Testament en een vertaling van de Historia Ecclesiastica van Eusebius van Caesarea. Zijn opvattingen over poëzie en zijn belangstelling voor klassieke mythologie hadden invloed op de literatuur aan het hof van de Castiliaanse vorst Juan II (1406-1454).Ga naar eindnoot4. Madrigal heeft zich meerdere malen uitgelaten over liefdesziekte en hij geeft er blijk van de theoretische achtergrond goed te kennen. Hij onderscheidt twee vormen van liefde die een verschillende ontstaansgrond hebben: de eerste vorm die hij noemt, komt gewoonweg voort uit een lichamelijke oorzaak, namelijk dat iedereen overtollig vocht moet kwijtraken. De oorzaak van2. ‘Na haar hand te hebben gekust nam ik haar brief in ontvangst’ uit: Keith Whinnom (ed.), Cárcel de amor (Madrid 1971) 111.
deze natuurlijke aandrang komt van binnenuit en kan makkelijk verholpen worden. De tweede vorm, amor hereos, heeft een veel complexere ontstaansgrond. Ten eerste ontstaat deze liefde van buitenaf, namelijk door de waarneming. Ten tweede heeft deze vorm van liefde ook een geestelijke component, want door die waarneming wordt het beoordelende vermogen van de hersenen geactiveerd en verkiest de minnaar een vrouw boven alle anderen. Madrigal grijpt hier expliciet terug op de medische traktaten, maar wijkt er ook op een cruciaal punt van af doordat hij meent dat genezing niet mogelijk is. In dat opzicht is hij pessimistischer dan de artsen. Toch is Madrigal niet altijd zo eenduidig in zijn afwijzing van de amor hereos; hij wijst er ook op dat liefde niet alleen iets instinctmatigs is, maar bovendien de rede activeert. Die vorm van liefde komt echter niet bij iedereen voor, zoals Madrigal zegt in zijn Breviloquio de amor y amiçiçia: ‘En de voorwaarden voor liefde worden eerder aangetroffen bij die mensen die worden voortbewogen door het zien of zich voor de geest halen van een beeld dan bij anderen. Hierbij past de hoogste vorm van liefde (cursivering G.B.) die er is en ten gevolge waarvan sommigen last krijgen van de aandoening die amor hereos heet.’Ga naar eindnoot5. Madrigal zegt hier dat de hoogste vorm van liefde aan de ene kant blijk geeft van een zekere geestelijke fijnzinnigheid, maar aan de andere kant leidt tot amor hereos, een aandoening (passión), een ziektebeeld, waar medici echter geen kuur | |||||||||||||||||
[pagina 80]
| |||||||||||||||||
voor hebben. Deze dubbelzinnigheid is interessant en Pedro Cátedra suggereert dan ook dat Madrigal hier een idee naar voren brengt dat eerder in een literaire dan een theologische context thuishoort.Ga naar eindnoot6. | |||||||||||||||||
De dichter: de cancionerosDe Spaanse hoofse lyriek is voornamelijk overgeleverd in talrijke cancioneros, liedbundels die de periode van 1360 tot 1520 beslaan. In de liefdeslyriek vinden we thema's die gewoonlijk worden geassocieerd met de hoofse liefde: liefdesdienst, hoffelijkheid, de beschavende invloed van liefde, het afwijzen van seksueel genot, de dood als bekroning van de liefde, etc.Ga naar eindnoot7. Maar er zijn ook gedichten waarin de traditie van de hoofse liefde wordt bekritiseerd, en wel juist met een beroep op de naturalistische theorie over liefde en liefdesziekte (hier blijkt de invloed van Madrigal). Rond het midden van de vijftiende eeuw was de dichter Guevara actief aan het hof van koning Enrique IV van Castilië (1454-1476). In een kort gedicht, volgens het opschrift geschreven terwijl hij met zijn geliefde in bed lag, speelt hij met bekende medische aanbevelingen tegen de liefde. Hij zegt hij dat hij met haar de liefde heeft bedreven, maar dat de liefde en de pijn er niet minder om zijn geworden. En dat terwijl medici juist de coïtus aanbevelen ter genezing:
Guevara had de raad van de artsen opgevolgd in de hoop dat zijn liefde af zou nemen, maar deze werd alleen maar sterker en niet minder pijnlijk. De Spaanse tekst is heel dubbelzinnig: vicio betekent normaal ‘zonde’, maar hier juist ‘genot’; servicio is de liefdesdienst, maar hier ‘dient’ Guevara zijn minnares op een andere manier. Ook al had de remedie niet het gewenste effect, in ieder geval had Guevara de troost dat zijn minnares benaderbaar was. Heel anders is dat in de novela sentimental. | |||||||||||||||||
De romanschrijver: Diego de San Pedro's Cárcel de amorDiego de San Pedro (ca. 1450-ca. 1520) is de belangrijkste representant van het genre van de novela sentimental. Dit genre floreerde in Spanje van ca. 1440 tot 1550. In deze korte, romaneske teksten staat een onmogelijke liefde centraal en de ontknoping is bijna altijd tragisch. Meer dan op actie leggen de romans nadruk op de emoties en analyse van liefdesconflicten. De auteurs bedienen zich van verschillende narratieve elementen en technieken: er komen brieven in voor, het verhaal wordt soms gepresenteerd in de vorm van een autobio- | |||||||||||||||||
[pagina 81]
| |||||||||||||||||
grafie, er zijn raamvertellingen, de allegorie speelt een belangrijke rol, er worden gedichten opgenomen.Ga naar eindnoot9. De waardering van critici voor een kunstwerk komt lang niet altijd overeen met die van het publiek. Bij de Cárcel de amor (uitgegeven in 1492) is dat wel het geval: het boek was razend populair en werd snel in vele talen vertaald. Ook de moderne kritiek beschouwt de Cárcel als het hoogtepunt van het genre. Het verhaal gaat als volgt. Aan het begin van de geschiedenis raakt de verteller (aangeduid als auctor die spreekt in de ik-vorm) verdwaald in de Sierra Morena en komt terecht bij een allegorische liefdesburcht. Daar zit Leriano, zoon van een hertog, gevangen. Hij is verliefd op Laureola, dochter van koning Gaulo van Macedonië, en vraagt de verteller naar het hof te gaan en Laureola3. ‘En wat het eerste voorbeeld betreft...’ uit: Keith Whinnom (ed. Cárcel de amor (Madrid 1971)) 157.
zijn gevoelens over te brengen. Laureola weigert aanvankelijk elk contact, maar de verteller doet een beroep op haar mededogen en moedigt Leriano aan een brief te schrijven aan Laureola. Er ontstaat een correspondentie en Leriano gaat zelfs naar het hof en ontmoet Laureola. Zij wil niets van hem weten. Die ontmoeting wekt de jaloezie op van Persio, die ook verliefd is op Laureola. Hij vertelt koning Gaulo dat Leriano en Laureola een ongeoorloofde liefdesrelatie hebben. Deze gelooft hem, ook omdat het verhaal bevestigd wordt door Persio's handlangers, die een valse getuigenis afleggen, en hij sluit zijn dochter op. Er volgt een duel tussen Persio en Leriano dat echter niet afgerond wordt, want nadat Leriano Persio's hand heeft afgehakt, komt Gaulo tussenbeide. De koning laat Laureola niet vrij en Leriano haalt haar in een spectaculaire actie uit de gevangenis. Vervolgens wordt Leriano drie maanden lang in zijn slot belaagd door troepen van Gaulo tot hij erin slaagt Persio's handlangers gevangen te nemen, die toegeven dat Persio's verhaal gelogen was. Het beleg wordt opgeheven en Leriano hoopt nu meer respons te krijgen van Laureola, maar zij volhardt in haar weigering. Wanneer Leriano dit verneemt, eet en drinkt hij niet meer. Hij lost alleen nog Laureola's brieven op in een glas water, drinkt dit op en sterft. Het is interessant om te zien hoe Diego de San Pedro het motief van liefdesziekte in zekere zin manipuleert en aanwendt in de ontwikkeling van het verhaal. Al bij de eerste ontmoeting tussen de auctor en Laureola speelt amor hereos | |||||||||||||||||
[pagina 82]
| |||||||||||||||||
een rol; de auctor heeft zojuist een zeer afwijzende reactie van Laureola gekregen, maar geeft het niet op en hij brengt diverse keren Leriano's lot ter sprake. Hij let goed op Laureola's reactie: ‘Ik lette op bepaalde zaken waaraan men een verliefde ziel herkent: wanneer ze alleen was, was ze in gedachten verzonken; wanneer ze in gezelschap was, was ze niet erg vrolijk; ze verafschuwde het samenzijn en verkoos de eenzaamheid. Vaak klaagde ze dat ze zich niet goed voelde om zo het plezierig samenzijn te ontlopen. Wanneer men haar zag, wendde ze pijn voor; wanneer ze alleen was, slaakte ze diepe zuchten; als Leriano's naam in haar aanwezigheid viel, kwam ze niet meer uit haar woorden, ze werd vuurrood en daarna geel, haar stem werd hees en haar mond droog. Ze deed erg haar best haar gemoedswisselingen te verbergen, maar haar gevoel van mededogen voor Leriano dwong haar tot omzichtig optreden. Ik zeg mededogen, want zoals ze later duidelijk maakte, onderging ze deze stemmingswisselingen meer uit mededogen dan uit liefde. Maar omdat ik op grond van wat ik bij haar zag iets anders dacht, putte ik moed voor mijn missie en vertrok ik weer naar Leriano.’Ga naar eindnoot10. De auctor is als een scherp observerend medicus en hij constateert de voor minnaars zo typische stemmingswisselingen bij Laureola, die zich juist door haar discrete optreden verraadt. De auctor geeft echter toe dat hij zich achteraf gezien vergist heeft en dat Laureola geen liefde (amor), maar mededogen (piedad) voelde. Maar vooralsnog weet de auctor niet beter en hij zet Leriano aan tot actie: de overbekende medische topos blijkt te leiden tot een verkeerde gevolgtrekking, waardoor het verhaal een tragische wending neemt. De auctor is vooralsnog overtuigd van zijn gelijk en benadrukt dit later als hij de eerste ontmoeting tussen Laureola en Leriano beschrijft: ‘Toen hij (Leriano) Laureola's hand kuste, gebeurden er veel opmerkelijke dingen, vooral voor mij, want ik wist wat er voorviel tussen deze twee: de een was een en al opwinding, de ander zag bleek; de een wist niet wat te zeggen, de ander niet wat te antwoorden. Zo sterk zijn liefdesgevoelens, die het verstand en het beoordelingsvermogen aan zich onderwerpen, zoals ik daar duidelijk voor mij zag.’Ga naar eindnoot11. Diego de San Pedro voert een auctor op die actief bij de handeling betrokken is en deze in een richting stuurt; maar ook al is hij kordaat en stimuleert hij Leriano, toch is hij niet alwetend. Dat hij zich schromelijk heeft vergist, blijkt aan het eind van het verhaal, wanneer Leriano definitief door Laureola is afgewezen en echt ziek wordt door een honger- en dorststaking. Zijn vriend Tefeo komt op bezoek: ‘Tefeo was een groot vriend van Leriano en hij zag dat zijn vriend aan liefdesziekte leed. Hij wist niet wie er de oorzaak van was (niemand wist dat trouwens) en daarom begon hij een oneindige reeks gebreken van vrouwen op te noemen. En om zijn rede kracht bij te zetten, haalde hij allerlei argumenten aan om ze in diskrediet te brengen, menende dat hij zo zijn leven zou redden.’Ga naar eindnoot12. Tefeo past een van de door de medici aanbevolen remedies toe, maar dit sorteert geen effect. Integendeel, Leriano neemt het Tefeo kwalijk dat hij zo spreekt en houdt een lange rede waarin hij vrouwen uitvoerig prijst. | |||||||||||||||||
[pagina 83]
| |||||||||||||||||
Ook Leriano's moeder gebruikt in haar klacht bij Leriano's sterfbed een bekend motief in de discussie over amor hereos: ‘...gelukkig zijn de mensen van eenvoudige komaf en degenen die gering van begrip zijn, want zij merken de dingen slechts op in de mate waarin zij ze begrijpen; en ongelukkig zijn degenen die de dingen begrijpen met hun scherpe verstand en fijnzinnig inzicht. Ach, mocht het God behagen dat jij bij de tragen van begrip hoorde, want het zou voor mij beter zijn de moeder van de nog levende dwaas genoemd worden dan het voor jou is de gestorven zoon van een eenzame moeder te zijn.’Ga naar eindnoot13. Liefde is voorbehouden aan mensen met een grote intelligentie en gevoeligheid, zoals Leriano's moeder in navolging van de medici erkent, maar ze had liever gezien dat haar zoon niet tot die groep behoorde. | |||||||||||||||||
ConclusieLiefdesziekte bestaat nog steeds, alleen zijn de diagnose en behandeling wellicht anders dan in de Spaanse Middeleeuwen. Maar ook toen groeide al de twijfel over de effectiviteit van de voorgeschreven kuren. De theoloog Madrigal benaderde de problematiek met een serieuze instelling en kwam tot de conclusie dat de medische kennis niet al te veel vermocht tegen de kracht van de liefde. De dichter Guevara nam de medische conventies op de hak en leverde zo een milde vorm van kritiek op de moralisten: ik ben dan wel niet genezen, zo zegt hij, maar dat vind ik niet erg, want ik heb wél genoten en ik heb mijn trouw kunnen laten blijken aan mijn geliefde. En wat is daarop tegen? Diego de San Pedro is genuanceerder en somberder. Hij buit de literaire mogelijkheden van het thema ten volle uit en laat zien hoe redelijk abstracte noties zich toch lenen voor het construeren van een plot. Maar de ontwikkeling van die plot laat zien dat het tot stand komen van een liefdesrelatie geen eenvoudige zaak is. Volgens sommigen heeft Diego de San Pedro daarmee een didactische bedoeling, en zou hij willen waarschuwen tegen de liefde; anderen denken dat hij juist ageert tegen een liefdesnotie die kennelijk alleen een dergelijke uitkomst kan hebben. In ieder geval lijkt de subtiele en ambigue manier waarop Diego de San Pedro met de materie omgaat in de plot er op te wijzen dat een eenduidig, categorisch antwoord op deze vraag niet te geven is. |
|