Madoc. Jaargang 1999
(1999)– [tijdschrift] Madoc– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 38]
| |
• Otto Vervaart
| |
Een groot geleerdeMet Avicenna (Ibn Sina) (980-1037) was Averroës (Ibn Rushd) (1126-1198) de beroemdste en veelzijdigste van de Arabische denkers in de Middeleeuwen. Hij werd geboren in Cordoba, waar hij ook studeerde. In 1169 werd hij kadi, rechter, in Sevilla en twee jaar later kreeg hij deze functie in Cordoba. Een kadi moest altijd een kenner zijn van de Koran en de Sharia, de religieuze wetten. Averroës' commentaren op verschillende geschriften van Aristoteles vormen zijn belangrijkste werken. Daarmee oefende hij, nadat ze in het Latijn waren vertaald, ook in het christelijke Europa spoedig grote invloed uit. Vanaf 1182 was hij arts aan het hof van de dynastie der Almohaden in het Marokkaanse Marrakesj. In 1196 verbande de toenmalige heerser Aboe Yoessoef hem en gaf tevens bevel zijn boeken te verbranden. | |
Het verhaal van AverroësMet een gruwelijke verbrandingsscène opent ook de film. In de Languedoc wordt een man op de brandstapel gebracht omdat hij de werken van een ketter, Averroës, heeft vertaald. Zijn zoon Joseph gaat hierna naar Spanje om in zijn vaders voetsporen te treden. Hij komt in Cordoba terecht waar Averroës rechter is en tevens een schare leerlingen heeft. Averroës' onderricht in een haast socratische vraag- en antwoordstijl zint bepaalde hoge kringen niet die een strakkere uitleg voorstaan van de islamitische godsdienst en regels. Zij weten | |
[pagina 39]
| |
1. Cordoba, Mezquita.
zich gesteund door sjeik Riad en de emir, die in zijn paleis onderdak biedt aan een fanatieke sekte. Als rechter en vriend van de kalief lijkt Averroës onaantastbaar, maar door zijn rechtzinnigheid ter discussie te stellen proberen zijn tegenstanders hem ten val te brengen. De kalief heeft twee zoons, Abdallah en Nasr. Abdallah doet niets liever dan dansen bij de zigeuners en de zanger Marwan, huisvriend van Averroës. Sekteleden plegen een aanslag op Marwan. De daders worden snel opgepakt, en Averroës veroordeelt hen tot gevangenisstraf, maar kort hierna vindt men ze dood in hun cel. Zelfmoord of...? Langzaam beseft de filosoof dat hij nu ook gevaar loopt. Abdallah laat zich inpalmen door de sekte en hij wordt opgeleid tot mujaheddin. Volkomen veranderd komt hij terug. Dansen is er niet meer bij, totdat Averroës hem op andere gedachten brengt. De vorige kadi neemt Nasr in vertrouwen, omdat hij op Averroës' positie aast. Met de sjeik en de emir wil hij de kalief en Averroës uitschakelen. Intussen eist de Raad van Wetgeleerden een verbod op zijn onderwijs en verbranding van zijn werken. Nadat de kalief aan de Raad toegegeven heeft, kunnen sekteleden Marwan ongestraft vermoorden. Hierdoor tot inzicht gekomen onthullen de zonen van de kalief net op tijd het complot. Averroës' leerlingen hebben inmiddels heimelijk zijn gehele oeuvre in drievoud overgeschreven. Uit Caïro krijgen ze bericht dat daar het pakket boeken compleet is aangekomen. Dan nadert een christelijk leger. De kalief plaatst de sjeik en zijn troepen vooraan. Terwijl hij zijn | |
[pagina 40]
| |
boeken ziet branden hoort Averroës het goede nieuws uit Egypte. Ideeën laten zich door niets tegenhouden. | |
Film als operaHet verhaal van deze film doet mij denken aan een opera, en die associatie is zeker zinvol. Met name het optreden van de zigeuners en de prominente rol voor de zanger Marwan vormen concessies aan de regels van de film, net als de liefdesperikelen van Abdallah. De muziek is overigens bepaald smaakvol en smaakmakend, en herinnert aan de prachtige Arabische poëzie. Het zijn de esprit van de fraaie dialogen en het joie de vivre van de acteurs die Al Massir zo meeslepend maken. Was het in de vorige eeuw de opera die steeds meer sociale en politieke problemen op kunstzinnige wijze verbeeldde, de film is het medium van de twintigste eeuw dat allerlei actuele kwesties in beeld brengt en aan de kaak stelt. Zo ook hier. Een filosoof die men verbant, wiens werken men verbrandt, een rechter die geen recht mag spreken, de onderdrukking van alles wat buiten de regels van een godsdienst valt: de actualiteit van Averroës en de politieke lading van deze film valt eenvoudigweg niet over het hoofd te zien. Op zijn laatst bij de fatwa over Averroës vallen de schellen van je ogen, maar al veel eerder is de toon gezet voor een film met een oprecht artistiek pleidooi voor de vrijheid van geweten en meningsuiting. | |
Historisch verantwoord?Het zou vreemd kunnen overkomen als een recensent van een werk dat pretendeert historisch verantwoord te zijn niet enige op- en aanmerkingen zou plaatsen. Dat doe ik hier dan ook, zij het uiteraard cum grano humanitatis. Het feit dat er getornd zou worden aan de historische werkelijkheid is voor mij minder interessant dan de mate en manier van vertekening. Het in-elkaar-schuiven van de chronologie is het opvallendst. Deze ingreep valt echter eenvoudig te verklaren; op deze manier worden de mogelijkheden tot dramatisering en compactheid ten volle benut. Averroës was hofarts toen men hem verbande, niet meer kadi van Cordoba. Is het ‘de’ inquisitie die aan het begin van de film de vertaler ter dood laat brengen? De scène speelde in de Languedoc, waar al vroeg vervolging plaatsvond, maar de Inquisitie bestond toen nog niet. De sfeer van de film is authentiek Spaans-Arabisch. Daarvoor moest men wel op locatie draaien in Libanon en Syrië, maar goed, Seven years in Tibet is in Argentinië opgenomen, en de Andes is echt niet minder imposant dan het Himalaya-gebergte. Op mij maakte vooral de persoon van Averroës zelf indruk. Wat een wijsheid, wat een wellevendheid en levenskunst spreekt er uit zijn optreden. De citaten uit zijn werken over openbaring en rede, over interpretatie en geloof, over recht en theologie bezitten niet alleen veel overtuigingskracht, maar klinken nog volkomen hedendaags. In de moskeeën zitten nog steeds groepen mannen gebogen over de Koran en de commentaren erop. De getrouwe verbeelding van een filosofenleven in vroeger tijden en exotische streken is hier geen doel op zich ge- | |
[pagina 41]
| |
weest. Zonder te vervallen in platte retoriek of propaganda, die evengoed van de tegenstanders zouden kunnen komen, lukt het een kleurrijk maar genuanceerd verhaal te vertellen, dat zo misschien zelfs meer overtuigt dan een strak pleidooi. Al Massir is geen ‘tendensfilm’, en de emoties erin zijn oprecht. Is er iets mis mee als geschiedenis aan het heden raakt? Mag een verhaal ook enige vragen openlaten of oproepen? Is de ondergang van beschavingen door religieus fanatisme een onveranderlijk noodlot? De Islam en het christendom hebben toch nog andere dingen te melden? Het verbaast me dat deze film zo weinig mensen trok: is de boodschap ervan te bekend, verouderd, overdreven? De jury te Cannes heeft deze film toch niet bij vergissing bekroond. Als gewone filmbezoeker en als mediëvist ben ik aan het denken gezet en het is nu juist op zelfstandig denken dat Averroës onvermoeibaar heeft aangedrongen.
Al Massir (Het noodlot), regie: Youssef El Chahine; Libanon 1997; duur: 130 minuten; gezien in 't Hoogt, Utrecht. |