Madoc. Jaargang 1998
(1998)– [tijdschrift] Madoc– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 184]
| |
A Musical Book of Hours. Pomerium o.l.v. Alexander Blachley. Archiv Produktion CD457 586-2. 1998. 75:45 min. Cat. A (ca. f45, -).Het vocaal ensemble Pomerium, opgericht in New York in 1972, presenteert met A Musical Book of Hours een gevarieerde collectie polyfone composities uit de Renaissance. De opname bevat werken van grootmeesters uit de Lage Landen als Dufay, Josquin, Ockeghem en Busnois, van de Engelse componist Dunstable en van zijn minder bekende landgenoten Bytering en Hygons. In het combineren van werken van verschillende componisten schuilt het gevaar dat samenhang ontbreekt. Op originele wijze is Alexander Blachley erin geslaagd om dat risico te vermijden. Hij heeft zich laten inspireren door getijdenboeken, waarvan er vanaf de dertiende eeuw tot het begin van de zestiende eeuw in Europa talloze zijn vervaardigd. De meeste werden gemaakt in opdracht van welgestelde leken en waren bedoeld voor gebruik in huiselijke kring. Deze devote en rijk verluchte handschriften bevatten verzen, gebeden, overdenkingen en psalmteksten behorend bij de dagelijkse cyclus van acht getijden, te weten de metten, lauden, priem, terts, sext, noon, vespers en completen. Ook teksten uit de evangeliën en gebeden behorend bij de kerkelijke kalender zijn veelvuldig in de getijdenboeken opgenomen. De miniaturen waarmee de handschriften zijn verfraaid, dienen niet alleen ter decoratie, maar geven ook een beeld van de wijze waarop de teksten werden geïnterpreteerd. Blachley verantwoordt de samenstelling van A Musical Book of Hours als volgt: ‘[...] because all of the musical works originated in the same milieu as the Books of Hours themselves - 15th- and early 16th-century France and its bordering regions - they accurately reflect in sound the books' aesthetic and spiritual world, the world, that is, of the lay patrons who commissioned and subsequently used them.’ Het programma van de cd volgt dezelfde thema's als de getijdenboeken. Zo wordt begonnen met een nieuwjaarslied van Dufay, getiteld Bon jour, bon mois, bon an, parallel aan de kerkelijke kalender, waarmee de getijdenboeken doorgaans openen. Dan volgt een evangelielezing, verklankt door In principio erat verbum van Josquin Desprez. Als gebed aan de Maagd dient het Intemerata Dei mater van Johannes Ockeghem. In getijdenboeken wordt de hele cyclus van gebeurtenissen rond Maria vaak teruggebracht tot één dag, van Maria Boodschap tijdens de metten tot Maria Hemelvaart tijdens de completen. Het Officie van de Maagd wordt in A Musical Book of Hours gerepresenteerd door vier composities: Ave maris stella van Dufay, Magnificat sexti toni van Busnois, Inviolata, integra et casta van Josquin en Virgo prudentissima van de onbekende Fransman Hilaire Penet. Het Officie van het Kruis wordt muzikaal weergegeven door het gregoriaanse gezang Venit ad Petrum... caput. Deze antifoon is bekend geworden door zijn lange melisme op het slotwoord ‘caput’, dat de helft van de compositie beslaat. Dufay baseerde zijn Missa Caput op dit rijke melisme. Pomerium laat dit gregoriaans volgen door het vijfstemmig Salve regina van Richard Hygons. Deze com- | |
[pagina 185]
| |
positie is afkomstig uit het Eton Choirbook en eveneens geïnspireerd op het ‘caput-melisme’ van Venit ad Petrum. De smeekbede aan Maria wordt nog versterkt door enkele toegevoegde verzen. Het Officie van de Heilige Geest wordt voorgesteld door het motet Veni sancte spiritus van John Dunstable. Er wordt aan dit officie slechts één compositie gewijd, maar dit motet biedt wel ruimte aan drie teksten: Veni sancte spiritus et emitte / Veni sancte spiritus et infunde / Veni creator spiritus. Deze teksten worden gelijktijdig in de verschillende stemmen gezongen. De heilige Catharina, een van de meest geliefde heiligen in de Middeleeuwen, illustreert de voorbeden in een compositie van de Engelse componist Bytering, wiens bloeiperiode lag rond 1410. Ook in deze compositie klinken drie teksten gelijktijdig. Een trage cantus firmus op de tekst Sponsus Amat Sponsam wordt door twee vlotte melodieën omspeeld, waarin de deugden van Catharina worden bezongen. A Musical Book of Hours wordt besloten met het Officie van de overledene, zoals ook in de getijdenboeken gebruikelijk was. Zo werd men dagelijks herinnerd aan de overleden dierbaren en aan de eigen sterfelijkheid; een goede drijfveer om het leven naar Gods maatstaven in te richten. Met het De profundis clamavi van Josquin wordt dit laatste officie muzikaal weergegeven. Bijzondere harmonische wendingen en een geraffineerde canonische structuur maken dat de desolate sfeer van dit werk na beluistering nog lang naklinkt. De kwaliteit van de uitvoering is in de bovenstaande beschrijving nog niet aan bod gekomen. Daarom moet hier met nadruk worden gezegd dat zeker ook de interpretatie van Pomerium deze cd tot een waardevol document maakt. Bovendien is de uitgave zeer goed verzorgd, zo bevat het cd-boekje een achttal afbeeldingen uit getijdenboeken, waarvan er vijf in kleur zijn afgedrukt. Herkomst en voorstelling van elke afbeelding zijn zorgvuldig toegelicht en de taferelen sluiten nauw aan bij de inhoud van de composities. Al met al is A Musical Book of Hours een zeer geslaagde compilatie van twaalf werken, geschreven door acht componisten, waarbij niet alleen de repertoirekeuze, maar ook de buitenmuzikale inspiratiebron voor een verrassende samenhang zorgen. Philip Leussink |
|