Madoc. Jaargang 1998
(1998)– [tijdschrift] Madoc– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 110]
| |
de multimediëvist
De mediëvist in de elektronische bibliotheek
| |
[pagina 111]
| |
drie uitvindingen die volgens Francis Bacon verantwoordelijk waren voor het einde van de Middeleeuwen: het buskruit, het kompas en de boekdrukkunst. Het explosieve van de toename heeft wel wat met de uitvinding van het buskruit te maken, en het ‘wereld-wijde’ doet aan de uitvinding van het kompas denken. Maar de meest directe parallel is uiteraard de uitvinding van de boekdrukkunst: de hedendaagse wetenschapper, verward door de op het oog bijna onbegrensde mogelijkheden van die nieuwe media en de nieuwe vaardigheden die zij van hem eisen, kan met een minimum aan inlevingsvermogen heel goed aanvoelen wat de overgang van scriptorium naar drukpers teweeg heeft gebracht bij zijn laat-middeleeuwse voorgangers. Dat geldt ook voor de bibliotheek: in de vijftiende en vroege zestiende eeuw moesten de bibliothecarissen besluiten of ze dat mechanische ‘massa’ product, het gedrukte boek, zomaar bij hun kostbare, unieke handschriften wilden zetten. Vespasiano da Bisticci, de befaamde scriba of ‘antiquarius’ wiens Florentijnse atelier de meest kostbare en luisterrijk geïllumineerde handschriften leverde aan hooggeplaatste opdrachtgevers, was daar mordicus tegen: hij zag zijn broodwinning in gevaar gebracht omdat hij er geen oog voor had dat de boekdrukkunst niet zozeer zijn eigen markt bedreigde (kostbare pronkhandschriften werden tot diep in de zeventiende eeuw vervaardigd), maar een volledig nieuwe markt creëerde zowel voor het geschreven woord als het getekende beeld. Een van zijn belangrijkste klanten, Federico da Montefeltre, hertog van Urbino, zag dat echter wel in: hij liet weliswaar geen gedrukte boeken toe in zijn eigen vertrekken (waaronder een ‘studiolo’, een privé-kapel en een aan de Muzen gewijd tempeltje), maar in de grote bibliotheek van het Palazzo Ducale, die direct naast de ingang was gelegen en een openbare of semi-openbare functie had, werd het nieuwe medium hartelijk welkom geheten. Kon literair genot en privé-devotie nog toe met handgeschreven materiaal, het nieuwe medium werd al spoedig onmisbaar zowel voor de verwerving van de praktische kennis en inzichten die noodzakelijk waren in het dagelijkse leven, het staatsbestuur en de wetenschap. De kennisexplosie die de komst van het gedrukte boek teweeg bracht leidde bijna vanzelfsprekend tot de verdere ontwikkeling van hulpmiddelen om dat materiaal toegankelijk te maken. De alfabetische index, als ontsluiting van het individuele boek, en de thematische catalogus, als ontsluiting van steeds grotere verzamelingen boeken, werden gangbaar, en de eerste gedrukte bibliografieën verschenen, vruchten van de samenwerking van uitgevers en boekhandelaren, geleerden en - not least - bibliothecarissen. In de ontwikkeling van de media voor het volgende millennium zijn we nu ongeveer in dezelfde fase: de nieuwe informatiedragers bestaan, beginnen steeds beter te functioneren en trekken een exponentieel groeiende groep gebruikers aan. Om die gebruikers over de drempel te helpen worden allerlei hulpmiddelen ontwikkeld, en veel wetenschappelijke instellingen verzorgen instructies om hun medewerkers hiermee om te leren gaan. Selectie van aan te schaffen digitale media wordt vaak toevertrouwd aan de bibliotheek, die zichzelf steeds meer gaat beschouwen als actieve informatiemakelaar dan als passief boekenbeheerder: beschikbaarstelling, ontsluiting en instructie in het gebruik van de nieuwe media zijn | |
[pagina 112]
| |
passende taken voor de informatiespecialisten bij uitstek: de bibliothecaris, de vakreferent, de documentalist, de bibliograaf. Als uitvloeisel van deze taken zullen medewerkers van de Letterenbibliotheek van de Universiteit Utrecht in de komende nummers van Madoc in deze rubriek een selectie presenteren van die digitale media op hun eigen vakgebied die naar hun oordeel voor mediëvisten relevant kunnen zijn, in de hoop voor hen de drempel naar de multimedia, zo niet te slechten, dan toch te verlagen. Dirk Jacob JansenGa naar eindnoot1. |
|