column
Dat verdraaide Latijn!
Onlangs lazen wij van elfde-eeuwse schoolkinderen, die tot de vespers nog wat buiten mochten spelen, en die toen overwogen of zij met hun hoepel of met hun ‘stokken en speren’ wilden spelen. Misschien vraagt men zich af of een speer geschikt kinderspeelgoed is? Het Latijn staat op de andere bladzijde; en wat blijkt? De jongens wilden met een bal spelen (en sticks dus, iets hockey-achtigs). De vertaler heeft pilum, spies, en pila, bal, verward...
In 1253 landt een Vlaams leger bij Westcapelle; maar de Hollandse verdediging is effectief, en zelfs nog verse Vlaamse troepen geven zich over, vooral vanwege het gerucht dat de Rooms-Koning Willem II zelf met een groot leger in aantocht is. Maar de Rooms-Koning verschijnt pas als de slag goed en wel is afgelopen, ‘op de derde dag’. De Latijnse bron heeft dan zeker die tertio? Neen, daar staat se tertio, en dat is ‘te drieën’, dus met slechts twee begeleiders (in plaats van het verwachte leger); wanneer hij precies kwam, wordt niet verteld. Diezelfde bron schijnt ons ook te verzekeren ‘dat de scholastici het noodzakelijk achten om de (kwalijke) praktijken van incompetente vorsten te negeren’, maar in werkelijkheid citeert hij de schoolwijsheid dat men, als men de beginselen van een onderwerp niet kent, noodwendigerwijs ook het hele onderwerp niet snapt; de vertaler heeft ignoratis principiis vertaald alsof er ‘ignorantibus principibus’ (‘als vorsten onwetend zijn’) of zoiets stond, en de ars, ‘vakkennis’, navenant scheef opgevat.
Nu komen deze passages uit Willelmus Procurator, een schrijver die terecht berucht is om zijn idee dat duister Latijn bijzonder mooi is. Maar toch had men zijn echt niet duistere zin ‘zoals in het Oude Testament Naboth om wille van zijn wijngaard door koning Achaz gedood is’ niet moeten weergeven met ‘Zoals in het Oude Testament Naboth zich de wijngaard van zijn buurman wilde toeëigenen’, wat het rechte tegendeel is!
De aangehaalde voorbeelden zijn vertalingen van reeds eerder uitgegeven teksten, waarbij het aan te nemen is dat de uitgever zelf de tekst wel juist begrepen had. In andere gevallen kan men daaraan twijfelen. Als iemand een transcriptie van een oorkonde af laat drukken vol dingen als Die lime (voor lune = maandag) en unia voce (= viva), dan vraagt men zich af wat hij van die tekst begrepen kan hebben. Er is verder een leven van paus Leo IX, dat begint met de woorden Viam igitur inverse carnis ingresso pontifici hermanno..., wat vertaald wordt: ‘Ainsi donc que le pontife Hermannus était engagé dans la voie de la chair pervertie...’ - Joost mag weten wat de vertaler zich daar voor perversiteiten bij voorstelt, in elk geval geeft het aanleiding tot diepe interpretatie van het tweekoppige monster dat in de initiaal zit. Gelukkig is de initiaal afgebeeld, en we kunnen zien dat er niets van ‘omgekeerd vlees’ staat; er staat gewoon... universe carnis...: ‘Na bisschop Herman, die de weg van alle vlees was gegaan...’ Een paar eeuwen later zei Erasmus over Holbein's tekening van hem: ‘Aha, if I looked like that I would never find a woman to marry.’ Tekening en commentaar zijn afgebeeld - en Erasmus zei in werkelijkheid: Ohe, si Erasmus adhuc talis esset, duceret profecto uxorem, oftewel ‘Als ik er nog zo uitzag, zou ik vast en zeker trouwen’! (Dat is natuurlijk het risico van afbeeldingen en bronvermeldin-