Madoc. Jaargang 1998
(1998)– [tijdschrift] Madoc– Auteursrechtelijk beschermdRichard Coeur de Lion. Richard the Lionheart. Troubadours et trouvères. Alla Francesca. Opus 111, 1996. 59.11 min.Richard Leeuwenhart, koning van Engeland en achterkleinzoon van de eerste bekende troubadour Guillaume IX van Aquitanië (1071-1126), vormt de rode draad op deze cd. Aan zijn hand heeft het inmiddels gerenommeerde ensemble Alla Francesca zich laten meevoeren langs de muziek van troubadours en trouvè- | |
[pagina 57]
| |
res. Aan de hand van de door het ensemble gekozen liederen kan het leven van Richard Leeuwenhart geschetst worden, hoewel van een chronologische volgorde van de liederen geen sprake is. Richards wieg stond in Oxford, waar hij in 1157 als zoon van koning Hendrik II van Engeland en Eleonora van Aquitanië werd geboren. Het grootste deel van zijn leven heeft hij echter in het Noord-Franse Aquitanië doorgebracht, waar hij naar hoofs ideaal gevormd werd. Het literaire klimaat aan dit hof heeft daarbij een belangrijke rol gespeeld. Veel troubadours uit het zuiden van Frankrijk hebben hier dankzij Eleonora de kans gekregen zich te profileren en zo de hoofse lyriek over te dragen op hun Noord-Franse collega's, de trouvères. Bernart de Ventadorn, muzikaal gezien de belangrijkste onder de troubadours, heeft enkele jaren aan Eleonora's hof gewerkt. Zijn beroemdste canso, Can vei la lauzeta, waarin hij een onbeantwoorde liefde bezingt, zal Richard dan ook naar alle waarschijnlijkheid gekend hebben. De liefde van Eleonora voor de hoofse lyriek heeft grote invloed gehad op haar kinderen. Marie de Champagne, dochter uit Eleonora's eerdere huwelijk met de Franse koning Lodewijk VII, was daar één van. Aan haar hof hebben naast de romancier Chrétien de Troyes ook de trouvères Gace Brulé en Conon de Béthune kunnen floreren. Geoffroy van Bretagne, Richards jongere broer, kan de liefde voor de hoofse lyriek ook niet ontzegd worden. Als groot liefhebber van culturele manifestaties heeft hij onder andere de troubadour Gaucelm Faidit en de trouvère Gace Brulé aan zijn hof verwelkomd. Het is vooral te danken aan zijn opvoeding dat Richard Leeuwenhart voor het nageslacht geldt als de belichaming van het middeleeuwse ideaal van ridderlijkheid. Niet alleen de liefde voor de dame heeft hij hoog in het vaandel staan, maar bovenal de liefde voor God. Nadat Richard in 1189 tot koning van Engeland is gekroond - een gebeurtenis die in het anonieme Latijnse lied Redit etas aurea bezongen wordt - neemt hij kort daarop, samen met de Franse koning Filips II Augustus, het initiatief voor de derde kruistocht naar het Heilige Land. Ook veel troubadours en trouvères trekken ten strijde. Het is niet verwonderlijk dat veel van hun chansons de kruistocht als onderwerp hebben. Tot deze chansons de croisade behoren onder andere Li nouviautz tanz en A vous, Amours van Chastelain de Coucy en Bien me deüsse targier van Conon de Béthune. In Chanterai por mon coraige van Guiot de Dijon zingt een dame over haar geliefde die op kruistocht is. Wanneer het belangrijkste doel van de derde kruistocht, de verovering van Jeruzalem, niet wordt bereikt, keert Richard in 1192 terug. Zijn bestemming is Engeland, maar als hij dit land via Oostenrijk probeert te bereiken wordt hij door hertog Leopold gevangen genomen. Tijdens zijn gevangenschap, die twee jaar duurt, schrijft hij het chanson Ja nuns hons pris, een klacht over zijn lot als gevangene in Oostenrijk. Het is één van de twee gedichten die van hem bekend zijn, en het is het enige met muziek. Van Richards deelname aan de vierde kruistocht in 1202 is het niet meer gekomen. Interne problemen in zijn rijk doen hem voortijdig de das om als hij bij de belegering van het kasteel van een opstandige vazal de dood vindt. Voor de troubadour Gaucelm Faidit, zelf wel een strijder tijdens de vierde kruistocht, vormt deze gebeurtenis in 1199 de aanleiding voor het schrijven van de planh | |
[pagina 58]
| |
Fortz chausa est. Heel toepasselijk vormt dit treurlied op Richards dood het sluitstuk van de cd. Naast de genoemde liederen bevat de cd ook enkele instrumentale stukken die met een beetje goede wil in verband gebracht kunnen worden met Richard Leeuwenhart. Wat pleit voor het ensemble is de zeer gevarieerde samenstelling, waarbij vocale en instrumentale, korte en langere stukken elkaar afwisselen. Ook schuwt het ensemble, naast de minder bekende stukken, standaardwerken als Can vei la lauzeta, Fortz chausa est en Ja nuns hons pris niet.Ga naar eindnoot1. Blijkens het boekje bij de cd trachten de vier leden van het ensemble, Emmanuel Bonnardot, Raphaël Boulay, Pierre Hamon en Brigitte Lesne, de middeleeuwse bronnen steeds weer op een nieuwe manier te benaderen. Hun activiteiten aan het Centre de Musique Médiévale de Paris, waar zij zelf ook doceren, stellen hen bovendien in staat de bronnen te toetsen aan zowel hun eigen onderzoek als aan dat van musicologen. Daardoor komen zij tot een zeer verantwoorde interpretatie van de bronnen, wat op de cd goed tot uiting komt. Het ensemble voelt uitstekend aan hoe ze de strekking van de tekst zo sfeervol mogelijk in haar muziek kan weergeven. Ook bij de instrumentale stukken van de cd is dit te horen. Een goed voorbeeld daarvan is de driepas wapendans Vocis tripudio waarin het wapengekletter vertolkt wordt door de tamboerijn. Uitvoeringstechnisch zit de cd prima in elkaar. Naast een groot scala aan ‘middeleeuwse’ instrumenten beheersen de leden van Alla Francesca ook de kunst van het zingen. De liedteksten zijn goed te volgen. De articulatie van Brigitte Lesne doet weliswaar iets onder voor die van Emmanuel Bonnardot en Raphaël Boulay, maar dit kan mij toch niet echt storen. De cd is een lust voor het oor en is ook uiterlijk goed verzorgd. Zo hebben de makers in het bijgaand boekje de liedteksten met vertalingen in het Engels, Duits en Frans opgenomen, alsook een vermelding van de gebruikte bronnen. Kortom, er is veel aandacht besteed aan de totstandkoming van de cd. Het eindresultaat is dan ook zeer zeker de moeite van het aanschaffen waard. Robert Jan van der Drift |
|