En ze vertelt hem alles eerlijk,
‘Heer, mijn zuster heeft me erg
geplaagd, ze zei steeds maar
dat Melians de Lis de beste en
de mooiste van allemaal was.
En ik had daarbeneden op het veld
en toen kon ik niet laten tegen haar
te zeggen dat ik er een zag
En daarom zei mijn zus dat ik een stom
kind was en ze sloeg me ook (...)’
- ‘Lieve kind,’ zegt de edelman,
hem het een of ander cadeau doen,
een mouw, of een hoofddoek.’
En zij zegt, onschuldig als ze is:
‘Heel graag, als u het zegt,
maar mijn mouwen zijn zo klein
dat ik ze hem niet durf te sturen.
Stel je voor dat ik ze hem stuur
en hij neemt ze niet aan.’
- ‘Daar zal ik wel voor zorgen, meisje,’
zegt de vader, ‘stil maar,
want daar weet ik wel raad op.’
Zo pratend rijdt hij met haar
in zijn armen en hij geniet ervan
dat hij haar zo in zijn armen houdt (...)
vertaling Soetje Oppenhuis de Jong
Le Conte du Graal (ca. 1190) is de laatste, onvoltooide roman van Chrétien de Troyes. Geciteerd naar: Chrétien de Troyes, Le Roman de Perceval ou Le Conte du Graal. Edition critique d'après tous les manuscrits par Keith Busby (Tübingen 1993), 228-230, v. 5390-5402, 5415-5431.