dan dient men het, wees daarop bedacht,
voorzichtig vast te houden en te voeden.
Verder moet men er heel goed op passen
en het met veel zorg omringen,
want een kind heeft nog nergens notie van,
maar ligt als een larfje te groeien.
Zij die goed verzorgd worden in hun jeugd,
hebben daar baat bij als volwassenen.
Indien men het kind een min geeft
- van melk moet het immers leven -,
dan moet het een stevige vrouw zijn,
met een gezond en mooi lichaam
en bovendien een zoete adem,
en met volle, vette melk.
Want dunne, waterige melk
maakt het kind volslagen krachteloos,
zelfs als die melk van een koe afkomstig is -
reden genoeg om erop toe te zien.
Melk is dus de leeftocht van een kind
en het over kan gaan op vast voedsel.
fatsoen gaan bijbrengen door slaag
en van het verkeerde pad afhouden.
vertaling Erwin Mantingh (met dank aan Soetje Oppenhuis de Jong)
Uit: Boek III, caput 10, vs. 1-26 uit: M. de Vries (ed.), Der leken spieghel, leerdicht vanden jare 1330 door Jan Boendale, gezegd Jan de Clerq (Leiden 1844-1848) 4 dln.