Madoc. Jaargang 1997
(1997)– [tijdschrift] Madoc– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 99]
| |
multimediëvist
's Levens felheid in één databestand
| |
Handschrift-Van HulthemHet Handschrift-van Hulthem is een papieren verzamelhandschrift uit het begin van de vijftiende eeuw. Het bevindt zich in de Koninklijke Bibliotheek Albert I te Brussel (signatuurnr. 15.589-623) en bevat meer dan 200 teksten. De meeste zijn berijmd en een paar honderd verzen lang. Vanwege zijn bijzondere waarde voor de Middelnederlandse letterkunde wordt het wel de ‘Nachtwacht van de Middelnederlandse letteren’ genoemd. Een andere recente betiteling, ‘'s Levens felheid in één band’ (naar Huizinga), dankt het verzamelhandschrift aan de rijkgeschakeerde inhoud. Het bevat onder andere fabels, gebeden, minnepoëzie, sproken, boerden, kluchten, rijmspreuken en leerdichten. Onder de langere versteksten treft men aan Die borchgravinne van Vergi, Theophilus, Trojeromans, de abele spelen (toneelteksten) en het grootste deel van De reis van Sint Brandaan. Daarnaast bevat het handschrift nog enkele prozateksten, voornamelijk traktaten en gebeden. De verscheidenheid van de teksten, waarbij soms tussen twee gebeden een ondeugend liefdesgedichtje genoteerd is, roept vele vragen op, waaronder: Wie heeft dit handschrift samengesteld? Met welk doel zijn zoveel volkomen verschillende teksten verzameld? In welk milieu kan het handschrift gefungeerd hebben?Ga naar eindnoot1. | |
[pagina 100]
| |
Het begin van de Theophiluslegende in het handschrift-Van Hulthem (Brussel, K.B, 15.189-623, f. 196v). Uit: Jan Deschamps, Middelnederlandse handschriften uit Europese en Amerikaanse bibliotheken (...) (Catalogus; Leiden 1972), pl. 42.
| |
EditiesAlvorens een onderzoek naar deze vragen te kunnen starten, is het noodzakelijk precies te inventariseren welke teksten het handschrift bevat. Weliswaar zijn er tussen 1827 en 1860 edities van de meeste teksten gepubliceerd, dit is echter in een willekeurige volgorde en verspreid over een aantal tijdschriften gebeurd. Hierdoor is een eventuele samenhang tussen de teksten onzichtbaar geworden. Gelukkig is er in 1994 een editieproject van middeleeuwse verzamelhandschriften gestart, waarin ook het Handschrift-Van Hulthem is opgenomen. Hierdoor zullen we over enkele jaren kunnen beschikken over een complete uitgave in boekvorm van de inhoud van het handschrift.Ga naar eindnoot2. Helaas zullen deze verzamelhandschriften niet ook op elektronische wijze beschikbaar zijn. Vanzelfsprekend maakt men bij het maken van deze edities gebruik van een p.c. Dit heeft het voordeel dat, waar vroeger het verbeteren van de ene fout het maken van een andere uitlokte, dit nu in principe voorkomen kan worden. Een getrouw afschrift van een handschrift laat zich zonder veel dubbel werk omzetten in een volwaardige editie met tekstaantekeningen. Ook kan op de teksten een zoekprogramma worden losgelaten om woorden in allerlei spellingvarianten en in hun context op te sporen. Zulke opties openen legio nieuwe onderzoeksmogelijkheden. Het zou dan ook uitermate nuttig zijn als zoveel mogelijk edities, ook die uit de reeks ‘Middeleeuwse verzamelhandschriften’, elektronisch voor wetenschappers beschikbaar zouden zijn. Dit zou het bronnenonderzoek ongetwijfeld sterk stimuleren. | |
NaslagwerkenElk onderzoek begint met het verzamelen van informatie over het onderwerp. De stapels voorlopige fiches en kaartenbakken zijn een welbekend fe- | |
[pagina 101]
| |
nomeen en dat systeem werkt nog steeds goed. Pas als de hoeveelheid gegevens echt uit de hand gaat lopen of wanneer er behoefte gaat komen aan het op verschillende wijze ordenen van de informatie doen de beperkingen van het papieren kaartsysteem zich voelen en worden de mogelijkheden van de nieuwe media interessant. Een mooi voorbeeld hiervan is de Bibliotheca Neerlandica Manuscripta-on line. Van oorsprong is dit een kaartsysteem met gegevens over bijna negenduizend Middeleeuwse handschriften, aanwezig in bibliotheken en bij particulieren over de hele wereld, waarin een of meer Middelnederlandse teksten voorkomen. De kaartenbakken beslaan twee wanden van de Dousa-kamer in de Universiteitsbibliotheek te Leiden. Per computer kunnen de on-line gegevens van alle beschreven handschriften opgeroepen worden via verschillende ingangen zoals bijvoorbeeld een nummer uit de signatuur, datering, de ontstaansregio enzovoort. Afgezien van een paar zaken die men al doende en puzzelend leert (bij informatie over materiaal bijvoorbeeld betekent de p geen perkament maar papier: v=vellum, p=papier, m=mixte) opent deze wijze van raadplegen allerlei interessante onderzoeksvelden.Ga naar eindnoot3. | |
Het RepertoriumIn het Repertorium van teksten in het handschrift-Van Hulthem wil ik de gegevens over alle teksten in dit handschrift via verschillende ingangen of registers bereikbaar maken. Als ik voor het vastleggen van mijn data gebruik zou maken van een ouderwets kaartsysteem, zou ik aan een hele wand kaartenbakken niet genoeg hebben en was ik allang in opperste wanhoop met mijn onderzoek gestopt. Toen ik merkte welke informatielawine er op mij af kwam, kreeg ik het advies om eens binnen te lopen bij de vakgroep Computer en Letteren van de Universiteit Utrecht. Die hebben naast onderzoekservaring op uiteenlopende letterengebieden de computertechnische knowhow in huis en weten die ook voor alfa's en volslagen leken op computergebied inzichtelijk te maken. Eerst luistert men goed naar wat het doel van het onderzoek is, welke informatie er al is verzameld, wat de wensen en problemen van de onderzoeker zijn en hoe gecompliceerd de gegevens zijn. Er wordt kortom een uitgebreide inventarisatie en data-analyse gemaakt (en tijdens dit gesprek staat de p.c. uit!). Dan gaat de deskundige (in mijn geval was dat Hans Voorbij) aan het werk om de mogelijkheden uit te zoeken om het voor de onderzoeker zo eenvoudig mogelijk te maken zijn gegevens te automatiseren, bijvoorbeeld met behulp van een database.Ga naar eindnoot4. Zo is nu via mijn database informatie beschikbaar over de inhoud van een tekst, de plaats in het handschrift, de (vermeende) auteur, het aantal tekstregels, incipit en explicit, de tekstsoort, het rijmschema, de vindplaats van parallelteksten en/ of varianten in andere handschriften en de gepubliceerde edities. Een bibliografisch apparaat maakt de secundaire literatuur per tekst toegankelijk. Deze informatie kan op velerlei manieren gesorteerd en geraadpleegd worden (een zogenaamde veel-op-veel relatie). | |
[pagina 102]
| |
PublicatieTot nu toe was het zo dat, als een onderzoek bijna was afgerond, de onderzoeker een uitgever probeerde te vinden. Uitgevers worden echter steeds voorzichtiger en kritischer, vooral als het gaat om naslagwerken of werken bestemd voor een relatief kleine groep ‘ingewijden’. Natuurlijk is het de wens van iedere auteur iets tastbaars te creëren. Een boek kan men zo uit de kast halen, raadplegen, voorzien van opmerkingen in de marge enzovoort. Het is dan ook een hele schok om tot de ontdekking te komen dat er voor je onderzoek in boekvorm geen of weinig belangstelling bestaat, terwijl jijzelf overtuigd bent van het onschatbare nut van je werk. Na het advies je werk elektronisch te publiceren is de eerste reactie een gevoel van teleurstelling. Als je je echter eenmaal realiseert wat de voordelen van een elektronische publicatie zijn, op diskette, CD-Rom of Internet, slaat de teleurstelling om in enthousiasme. Op deze wijze kan een veel groter publiek bereikt worden en het materiaal kan bij publicatie op het Internet van dag tot dag up-to-date worden gehouden, wat bijzonder belangrijk is voor een naslagwerk als een repertorium. Bovendien zijn de koppelingsmogelijkheden met andere bestanden (bijvoorbeeld met edities van de teksten die in de publicatie worden genoemd) veel groter. Eind 1997 zal het Repertorium van teksten in het handschrift-Van Hulthem dan ook gepubliceerd worden op het Internet op een website van de Utrechtse vakgroep Computer en Letteren en daarnaast (op bestelling) op diskette of CD-Rom. Hoeveel voordelen een elektronische publicatie ook biedt, er kleven ook nadelen aan. Op je kleine computerscherm raak je gauw het overzicht over het gehele materiaal kwijt. Daarom blijft het mogelijk om (eveneens op bestelling) over een papieren versie van het Repertorium te beschikken. Ook al lijkt het Internet een medium met welhaast onbegrensde mogelijkheden, het is nog lang niet zo, dat alle ‘papieren’ de wereld uit zijn. Greet Jungman |
|