Madoc. Jaargang 1997
(1997)– [tijdschrift] Madoc– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 35]
| |
gedichten• Willem Wilmink
| |
[pagina 36]
| |
zijn drang tot schrijven zijn verdwenen:
't auteurschap zit hem in zijn genen.
Hij is geen mens als hij niet schrijft.
Wie nu zijn eigen baas maar blijft -
met een vrij hart en zuivere zinnen
zal hij steeds weer opnieuw beginnen,
beschenen door een goddelijk licht.
En hiermee eindigt dit gedicht.
De Antwerpse schepenklerk Jan van Boendale nam in het derde boek van Der leken spieghel (1330) een hoofdstuk op met de titel ‘Hoe dichters dichten sullen ende wat si hantieren sullen’. Voor zover bekend is dit de oudste Nederlandstalige poëtica. En niet de minst verstandige. Gebruikte uitgave Jan van Boendale, Der leken spieghel (Boek III, c. 15, vs. 297-308 en 323-346), in: Verwijs' Bloemlezing uit de Middelnederlandse Dichtkunst (Dl. 3. Ed. C.C. de Bruin) (Zutphen 19702) 25, 26. |
|