Madoc. Jaargang 1997
(1997)– [tijdschrift] Madoc– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 13]
| ||||||||||||||||
serie• Willem van Bentum
| ||||||||||||||||
Reynaerts dagvaardingReynaert de vos heeft zich zo misdragen, dat hij zich moet verantwoorden voor het gerecht van koning Nobel. Bruun de beer mag hem gaan dagvaarden. Wanneer Bruun echter gruwelijk verminkt terugkeert, wordt de kater Tybeert uitgekozen om een tweede poging te wagen. Hij is wel klein, maar slim genoeg om het tegen de vos op te nemen. Maar ook de kater faalt. Terwijl de beer slachtoffer wordt van zijn gulzigheid, is het bij de kater zijn gebrek aan zelfbeheersing dat hem noodlottig wordt. Als de kater namelijk de boodschap van de koning aan Reynaert doorgeeft, brengt de vos heel sluw het gesprek op muizen. Het jagen op muizen is de grote kracht van katten en tevens hun zwakte. Als het woord muis eenmaal is gevallen, kan Tybeert zichzelf niet meer beheersen. Het is immers volle maan (zie vers 1099-1100)! Volgens de gezaghebbende middeleeuwse dierenencyclopedieën is dat een bij uitstek geschikte nacht om op muizenjacht te gaan. Bij volle maan zijn muizen namelijk luidruchtiger en tegelijkertijd zwelt hun lever op.Ga naar eindnoot2. | ||||||||||||||||
Een valstrikTybeert laat zich door de vos verleiden om mee op jacht te gaan in de schuur van de pastoor. Wat Tybeert niet weet is dat Martinet, de zoon van de pas- | ||||||||||||||||
[pagina 14]
| ||||||||||||||||
1. Een kat in het nauw maakt rare sprongen. De afbeelding is afkomstig uit een anonieme Engelse druk van kort na 1550. Uit: J. Goossens, De gecastreerde neus. Taboes en hun verwerking in de geschiedenis van Reinaert (Leuven/ Amersfoort 1988) afb. 6.
toor, een strik gespannen heeft, omdat de vos de vorige dag een haan uit de schuur had gestolen. De kater komt in de strik terecht en op zijn gekrijs komt de pastoor ‘moedernaect’ met vrouw en zoon aangerend. De kater krijgt een flink pak slaag en Martinet werpt Tybeert met een steen een oog uit. In zijn nood springt de kater de pastoor in het kruis en castreert hem voor de helft ‘met claeuwen ende met tanden’. In de daarop volgende verwarring bijt de kater de strik door en ontkomt. De schrijver volgt tamelijk nauwkeurig de Roman de Renard. In het Franse voorbeeld echter krijgt de kater wel klappen, maar hij weet verder heelhuids te ontkomen; in Van den vos Reynaerde verliest Tybeert een oog. Nu heeft Willem ‘die Madocke maecte’ wel meer een enigszins sadistische neiging om zijn voorbeeld flink aan te scherpen, maar waarom heeft de schrijver gekozen voor een oog en niet bijvoorbeeld voor de staart en waarom wordt dat oog uitgegooid met een steen? Was het in die tijd gewoon dat in schuren stenen voor het oprapen lagen? | ||||||||||||||||
Het karakter van de katAls er in de Middeleeuwen wordt geschreven over de kat, worden steevast behendigheid in het vangen van muizen, slimheid en een verbazingwekkend gezichtsvermogen genoemd, precies de eigenschappen waarmee Tybeert in Van den vos Reynaerde wordt gekarakteriseerd. De eerste die over het bijzondere karakter van het oog van de kat schrijft, is Plinius Maior. In de Naturalis historia - een werk dat in de Middeleeuwen een groot aanzien had - staat dat ‘de ogen van nachtdieren als katten fonkelen en stralen in het donker’.Ga naar eindnoot3. | ||||||||||||||||
[pagina 15]
| ||||||||||||||||
Isidorus van Sevilla, die in het begin van de zevende eeuw een zeer invloedrijke encyclopedie heeft samengesteld, Etymologiae, heeft zijn kennis over de kat blijkbaar van filologen: Hij wordt musio genoemd, omdat hij een vijand is van de muizen. Men noemt hem meestal catus naar captura [=vangen]. Anderen zeggen [dat hij zo heet] omdat hij catat, dat wil zeggen ziet. Hij ziet namelijk zo scherp, dat hij met de glans van zijn ogen het wint van het nachtelijk duister. Catus komt dan ook uit het Grieks van [het woord voor] branden.Ga naar eindnoot4. Deze tekst van Isidorus is eeuwen lang overgeschreven. Ze komt in de twaalfde eeuw terecht in de bestiaria en in iets uitgebreidere vorm in de grote encyclopedieën van de dertiende eeuw. Thomas van Cantimpré bijvoorbeeld schrijft: De musio of murilegus of cattus, zoals hij in het Grieks wordt genoemd omdat hij slim is, ziet, zoals Jacobus [van Vitry] zegt, zó scherp, dat hij zelfs in de donkerste holen de muizen ziet als overdag, en met zijn ogen als karbonkels en de glans van zijn blik wint hij het, dat is zeker, van het nachtelijk duister.Ga naar eindnoot5. Het is duidelijk: het meest opvallende aan een kat is zijn oog. De kater Tybeert wordt getroffen in datgene waarin hij zo bijzonder is. Voor zijn zwakheid wordt hij dus wel erg zwaar gestraft, net als Bruun de beer trouwens, die zijn oren en ‘scone lier’ (vers 994) verliest als straf voor zijn gulzigheid. | ||||||||||||||||
Gerechtelijke en bijbelse associatiesDe schrijver had misschien meer redenen om voor het oog te kiezen. Het kwam in zijn tijd wel voor, dat men bij dieven een oog uitstak.Ga naar eindnoot6. De kater krijgt de straf die hij verdient: hij wilde immers stelen in de schuur van de pastoor. Ook Bruun had een toepasselijk afstraffing gekregen. Hij wilde immers honing stelen en een andere straf voor diefstal was het afsnijden van een oor.Ga naar eindnoot7. De2. Pas laat begint de kat een belangrijke rol te spelen in de literatuur. Deze gravure van Doré is een illustratie bij een van de vele fabels van De la Fontaine waarin de kat een rolt speelt. Een man had een poes waar hij zeer op gesteld was. Op zijn vurige gebeden veranderde de poes in een beeldschone vrouw. Wat waren zij gelukkig! Maar bij het zien van een vette muis kan de vrouw zich niet beheersen. De moraal is: uiteindelijk komt de ware aard boven. Uit: J. De la Fontaine, De Fabelen. Nagevolgd door J.J.L. ten Kate. (Facs., Alphen aan de Rijn 1980) 116.
| ||||||||||||||||
[pagina 16]
| ||||||||||||||||
3. In de vroege middeleeuwen werd de kat zelden genoemd in de literatuur. Afbeeldingen kwamen des te meer voor. Drie katten, een groene, een blauwe en een taankleurige, zijn geconcentreerd bezig met kattenzaken. De middelste heeft een muis in de klauwen. De rechter probeert een vette muis te vangen, die over de rand van de illustratie vlucht. Uit: J. Clutton Broek, The British Museum Book of Cats (London 1991)48.
kater en de beer hebben hun gezicht verloren. Zij zijn voor de rest van hun leven getekend als ordinaire dieven. Het verlies van een oog herinnert niet alleen aan de straf voor diefstal, het roept ook allerlei associaties op met bijbelteksten. In de psalmen staat immers: Hun tafel worde voor hun aangezicht tot een strik, en hun genoten tot een val. Laten hun ogen verduisterd worden, zodat zij niet zien, doe hun lendenen bestendig wankelen.Ga naar eindnoot8. Is dit niet prachtig van toepassing op Tybeerts situatie? Het lijkt of hij zijn oog wel moest verliezen. Zijn ‘tafel’, een onbedwingbaar verlangen naar het vangen van muizen, brengt hem in de strik. Als de kater in de strik zit, roept Reynaert nog:
Tybeert zit helemaal niet ‘ter taflen’. Hij zit in een strik, zoals Reynaert heel goed weet. Uit de bijbeltekst wordt ook meteen al duidelijk wat Tybeerts straf zal zijn voor zijn gebrek aan temperantia. Hij zal verblind worden. Ook de val die in de bijbeltekst wordt genoemd, speelt mogelijk een rol. In de Vulgaat staat het | ||||||||||||||||
[pagina 17]
| ||||||||||||||||
woord scandalum, figuurlijk de steen des aanstoots, letterlijk de steen waarover men struikelt. Is dit de reden, dat er in de schuur zomaar een steen voorhanden was om Tybeert een oog mee uit te gooien?Ga naar eindnoot9. | ||||||||||||||||
Schande!In die schuur is overigens heel wat aanstootgevends te zien. Men zou zich bijna van ergernis een oog uitrukken (zie Mattheüs 18,9). De pastoor blijkt een vrouw en een zoon te hebben. Uitgerekend deze zoon werpt in dit overspelig milieu de eerste steen, waardoor Tybeert zijn oog verliest. Het lijkt de omgekeerde wereld: de pastoor slaat met de spinrok van zijn vrouw en de vrouw gebruikt een offerkaars van haar man om bij te lichten. Het ergst van alles is misschien, dat de pastoor naakt is, terwijl men van geestelijken mocht verwachten, dat zij zich 's nachts van top tot teen bedekten.Ga naar eindnoot10. De pastoor wordt voor de zonde van de luxuria dan ook ter plekke gestraft: oog om oog; Tybeert halfblind, de pastoor half ontmand. Niet voor niets wordt dit verlies scande en scame genoemd (vers 1263 en 1275).Ga naar eindnoot11. Nu lijkt het misschien niet voor de hand te liggen om bij de situatie in de schuur van de pastoor aan bijbelpassages te denken, maar toch is dit precies wat Julocke, de vrouw van de pastoor doet. Ze verwijst naar 2 Timotheüs 2,26, als ze zegt:
Hier blijkt de trouweloze trouw van de vleier: in zijn gedaante doen zich zo ook de duivel, of het vlees, of de wereld aan ons voor; aldus leiden vleiers ons ook door 's werelds 4. De kat is meermalen afgebeeld in het Book of Kells, dat dateert van omstreeks 800. Een poes in een typische poezenhouding. Uit: The Book of Kells. Reproductions from the manuscript in Trinity College, Dublin. With a study of the manuscript by Françoise Henry (New York 1974) 118.
| ||||||||||||||||
[pagina 18]
| ||||||||||||||||
kwaad, tot ze ons bij het kwaad van de dood doen aankomen: laten wij ons dus allen tegen die inblazers verzetten, opdat zij ons niet door slechte daden in de strik slepen.Ga naar eindnoot12. Als de schrijver van Van den vos Reynaerde een geestelijke is, ligt kennis van de bijbel voor de hand. Vooral de psalmen kende men van voren naar achteren en van achteren naar voren, zodat de woorden strik en tafel als vanzelf het idee van blind maken opriepen.Ga naar eindnoot13. Tybeert heeft zich uiteindelijk uit de strik kunnen bevrijden Het verlies van een oog is natuurlijk erg, maar misschien heeft hij er iets belangrijks voor teruggekregen. In Mattheüs 18,9 staat immers: ‘het is beter voor u met één oog ten leven in te gaan, dan met twee ogen in het hellevuur geworpen te worden’. In de literatuur brengt blindheid wel vaker inzicht met zich mee.Ga naar eindnoot14. Als Bruun, Tybeert en Ysengrijn de wolf bezig zijn voor hun aartsvijand Reynaert een galg op te richten, komt de raaf Tycelijn het onheilsbericht komt brengen dat de koning Reynaerts misdaden heeft vergeven De beer en de wolf geloven hem niet en rennen naar het hof. Tybeert blijft echter achter bij de galg, zeer bevreesd voor zijn vel. En terecht ook, gezien wat Bruun en Ysengrijn wordt aangedaan om de pelgrimage van Reynaert mogelijk te maken. De kat zou ongetwijfeld helemaal zijn gevild, want kattevel was in de Middeleeuwen populair, vooral bij de geestelijken. Het was het duurste soort bont dat zij mochten dragen.Ga naar eindnoot15. Het ziet er naar uit dat de kat door het verlies van zijn oog gewonnen heeft aan inzicht. | ||||||||||||||||
literatuur
|
|