zwarte notatie de oudere Tsjechische muziek heeft opgeschreven. Uit deze notatieverschillen blijkt dat ongeveer vijftig stukken teruggaan tot 1300.
De cd is chronologisch opgebouwd, en begint met een aantal anonieme composities uit deze vroegere Ars Nova-tijd. Gezien de geestelijke Latijnse teksten wordt aangenomen, dat ze afkomstig zijn uit de Boheemse kerkelijke traditie. Op de cd staan kerstliederen zoals het In natali Domini, het Magnum miraculum, en het Nobis est natus. Dit laatste werkje zou volgens de zwarte notatie gebaseerd zijn op een traditionele Tsjechische melodie. Dat maakt nieuwsgierig. Jammer genoeg hebben de samenstellers van de cd dit gegeven niet verder uitgewerkt.
Naast overwegend anonieme werken zijn er ook composities van componisten, die kortere of langere tijd in het Boheemse gebied verbleven. Bijvoorbeeld van Petrus Wilhelmi de Grudencz (ca. 1400-1480). Hij was verbonden aan de universiteit van Krakau en reisde door Zuid-Duitsland en Oostenrijk. Op zijn terugreis verbleef hij enige tijd in Bohemen. Van hem worden drie werken uitgevoerd, waaronder twee rotuli, composities die als een soort cirkelcanon werken. In het vierstemmige Pneuma eucaristiarum is zijn naam in iedere stem (elk met eigen tekst) als acrostichon verwerkt. Een andere componist van wie bekend is dat hij daar in de tweede helft van de vijftiende eeuw heeft gewerkt, is Johannes Touront. Het Chorus iste, één van de acht composities die van hem in de codex zijn opgenomen, bevestigt dit in de slotregel: ‘... sit pax bone voluntatis nobis in Boemia. Alleluia.’
Het is jammer dat er slechts één werk in de volkstaal is opgenomen. Het is een geestelijk lied van de componist Gontrásek, over wie niets anders bekend is dan dat hij aan het eind van de vijftiende eeuw in Bohemen moet hebben gewerkt. Met de toevoeging van meer wereldlijke, traditionele volksliederen was wellicht de eigen muzikale stijl van het vijftiende-eeuwse Bohemen duidelijker naar voren gekomen.
In de Codex Speciálník zijn ook werken van Engelse en Vlaamse collega's (Bedyngham, Plummer en Frye, Compère, Isaac, Obrecht, Agricola en Josquin) terechtgekomen. Daarvan staan op de cd het O virens virginum van Alexander Agricola (ca. 1446-1506), het Tota pulchra es van John Plummer (ca. 1410-1484) en het onovertroffen Ave Maria van Josquin des Prez (1440-1521).
Van de mis Petite Camusette worden het Kyrie, Gloria, Credo en het Sanctus uitgevoerd. De componist ervan is onbekend. Het tussenvoegen van Plummers Tota pulchra es en het schitterende, anonieme Ave pura tu puella kan echter niet voorkomen dat de mis op den duur een beetje saai wordt. Van uitbundigheid in het Sanctus (‘Hemel en aarde zijn vol van uw glorie’) is eigenlijk geen sprake en het ‘Hosanna in de hoge’ klinkt zelfs een beetje benauwd. Dit komt wellicht omdat het muzikaal erg hoog ligt. Het kan ook het gevolg zijn van de serene, strakke, en soms wat emotieloze uitvoeringspraktijk van The Hilliard Ensemble. Het is allemaal even mooi en even zuiver. Langere composities verliezen daardoor soms aan spanning. In kortere werkjes klinkt het echter prachtig, zoals in het tweestemmige Salve mater gracie, het Ave pura tu puella, of Magnum Miraculum: een eerbetoon aan de onbekende meesters. Maar ook in het bekende Ave Maria van Josquin laten David James, Rogers Covey-Crump, John Potter en Gordon Jones horen hoe feilloos ze op elkaar zijn afgestemd.
Anne Houk de Jong