Madoc. Jaargang 1996
(1996)– [tijdschrift] Madoc– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 18]
| ||||||||||||||||||||
a priori
A priori:
|
identificatienummer[T056] |
type[vita] |
taal[Frans] |
auteur[Henri d'Arci, een 13de-eeuwse tempelier.] |
titel[(Vie de sainte Thaïs)] |
incipit[Une damme fud ja ki ot a nun Thaisis/Qui conie estoit a tuz e fu de chire pris...] |
explicit[...Qu'il nus doinst fere tele penitence ci/Que nus puissum senz fin estre el ciel od Thaisi.] |
omvang[146 verzen.] |
redactie[Engeland, 13E.] |
inhoud[Leven van de H. Thaïs in vrij onregelmatige alexandrijnse verzen. De H. Thaïs was een zondares die door een eremiet bekeerd werd.] |
handschriften[Londen, British Mudeum, Harley 2253, fo 21 vo e.v. - Parijs, Bibliothèque |
Nationale, fr. 24862, fo 97 vo.] |
uitgaven[P. MEYER, in: Notices et extraits, 35 (1896), 147-151.] |
vertaling(en)[-] |
bronnen[De ‘Vie de St. Thaïs’ uit het anonieme ‘Poème moral’?] |
invloed[Er bestaan drie versies van het leven van de H. Thaïs, allemaal in het Frans en allemaal in versvorm (cfr. T001 en T010).] |
literatuur[uitgave P. MEYER, 131-168. - P. MEYER, Légendes hagiographiques en français, in: Histoire littéraire de la France, XXXIII (1906), 375.] |
desiderata[-] |
naam van de medewerker[VL] |
Fiche uit het repertorium De verhalende bronnen uit de Zuidelijke Nederlanden 600-1500.
Een repertorium van alle middeleeuwse verhalende bronnen uit de Zuidelijke Nederlanden was tot nu toe nog niet voorhanden. De Bibliographie de l'histoire de Belgique die Henri Pirenne in 1931 publiceerde is immers is niets anders dan een bibliografische lijst van alle uitgegeven ‘Belgische’ verhalende bronnen; het werk is bovendien totaal verouderd.Ga naar eindnoot1. Een summier overzicht van de middeleeuwse geschiedschrijving in de Zuidelijke Nederlanden werd wel gegeven door Arnould en Van UytvenGa naar eindnoot2. en ook enkele deelgebieden (Latijnse historiografie, regionale studies) werden reeds behandeld.Ga naar eindnoot3. Toch was de mediëvist die zich wilde verdiepen in de studie van verhalende bronnen uit de Zuidelijke Nederlanden, in veel gevallen genoodzaakt zich te richten tot internationale repertoria zoals de zogenaamde Oude Potthast.Ga naar eindnoot4. Deze situatie contrasteert fel met de situatie in de andere Europese landen zoals Frankrijk, Duitsland, Engeland en Nederland die allemaal over een kritische overzichtslijst van hun verhalende bronnen beschikken.Ga naar eindnoot5.
Om de lacune voor de Zuidelijke Nederlanden op te vangen werd in 1986 gestart met een onderzoeksproject met als doel een repertorium samen te stellen van alle verhalende bronnen die tijdens de Middeleeuwen (vóór 1500) in de Zuidelijke Nederlanden werden geschreven. Het project loopt zowel aan de Universiteit Gent (woordvoerder: Ludo Milis) als aan de Katholieke Universiteit Leuven (woordvoerders: Erik Van Mingroot en Werner Verbeke) en werd mogelijk gemaakt door financiële tussenkomst van het Fonds voor Kollektief en
Fundamenteel Onderzoek (FKFO). Aan de totstandkoming van het repertorium werken mee: Marit Gypen (KU Leuven), Martine De Reu, Véronique Lambert, Ann Kelders en Jeroen Deploige (RU Gent).
Het repertorium bevat alle teksten, zowel in proza als in dichtvorm, waarvan de auteur de intentie had het verleden in verhalende vorm vast te leggen (annalen, kronieken, gesta, historiën, historieliederen, vitae, translationes, oorlogsverslagen, fundationes), alsook niet-verhalende bronnen die vaak korte verhalende stukjes bevatten (obituaria, abtenlijsten, bisschopslijsten, brieven). Van elke bron worden de volgende aspecten behandeld: type, taal, auteur, titel, incipit, explicit, omvang, redactie, inhoud, handschriften, uitgaven, vertaling(en), bronnen, invloed en literatuur. Elke fiche draagt de naam van de medewerker die ze opstelde.
Over de verspreidingsvorm van dit repertorium werd heel wat gediscussieerd. De klassieke drukvorm is voorbijgestreefd, zeker voor dit soort publikaties, die op het moment van verschijnen reeds verouderd zijn. Bovendien zijn de zoekmogelijkheden in een gedrukt repertorium beperkt. We hebben er daarom voor gekozen om een voorlopige print van het repertorium te maken. Deze is onlangs gereedgekomen, zodat mediëvisten nu reeds gebruik maken van alle beschikbare informatie. Ondertussen wordt het repertorium verder aangevuld en gecorrigeerd en klaargemaakt om binnen afzienbare tijd via Internet verspreid te worden.
Véronique Lambert
Het repertorium De verhalende bronnen uit de Zuidelijke Nederlanden 600-1500, Preprint 1 (Gent/Leuven 1995) bevat ongeveer 2200 bladzijden en kan verkregen worden tegen de prijs van 2500 BF (excl. verzendkosten) bij: Ludo Milis, Vakgroep Middeleeuwse Geschiedenis, Blandijnberg 2, B-9000 Gent, of bij: Werner Verbeke, Instituut voor Middeleeuwse Studies, Blijde Inkomststraat 21, B-3000 Leuven.
- eindnoot1.
- H. Pirenne, Bibliographie de l'histoire de Belgique (Brussel 19313).
- eindnoot2.
- M.A. Arnould, L'historiographie en Belgique (Brussel 1947); R. van Uytven, in: Algemene geschiedenis der Nederlanden, dl. 12 (Zeist/Antwerpen 1958) 440-449, 509-510.
- eindnoot3.
- De Latijnse historiografie werd behandeld door L. Genicot en P. Tombeur: Index scriptorum operumque Latino-Belgicorum Medii Aevi 3 dln. (Brussel 1973-1977). Voor de Luikse verhalende bronnen kan men de studie van S. Balau raadplegen: Les sources de l'histoire de Liège au moyen âge. Etude critique (Mémoires couronnés de l'Académie royale de Belgique 61) (Brussel 1902-1903).
- eindnoot4.
- A. Potthast, Wegweiser durch die Geschichtswerke des Europäischen Mittelalters bis 1500 2 dln. (Berlijn 1896). Een up to date gebrachte versie wordt - in een zeer traag tempo - gepubliceerd door het Istituto Storico Italiano per il medio evo: Repertorium fontium historiae medii aevi (Rome 1962-) (6 dln. verschenen, tot en met de letter K).
- eindnoot5.
- Voor een overzicht, zie: R.C. Van Caenegem, Guide to the sources of medieval history (Amsterdam 1978), waarvan binnenkort een volledig herwerkte uitgave verschijnt.