Madoc. Jaargang 1995
(1995)– [tijdschrift] Madoc– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 91]
| ||||
serie• Bert Roest
| ||||
Bernard van ClairvauxAangetrokken door de strenge ascetische levenswijze van de cisterciënzers trad Bernard met dertig gezellen in 1112 tot deze orde toe. Enkele jaren later, in 1115, werd hij met twaalf monniken uitgezonden om het klooster Clairvaux te stichten, waarvan Bernard tot aan zijn dood abt zou blijven. Onder zijn leiding groeide Clairvaux in Oost-Frankrijk uit tot een van de belangrijkste cisterciënzer kloosters. Bernard ontwikkelde zich tot een vermaard prediker en een gezaghebbend theoloog. Zijn spirituele en exegetische geschriften, zoals het werk De gradibus humilitatis et superbiae en zijn hooglied-commentaar, behoren tot de hoogtepunten van de middeleeuwse monastieke literatuur. Wereldlijke en geestelijke leiders deden bij politieke en religieuze conflicten herhaaldelijk een beroep op Bernard. Hij trad op als pleitbezorger en raadsman van de pausen Innocentius II (1130-1143) en Eugenius III (1145-1153), en was de drijvende kracht achter de kerkelijke veroordeling van theologische denkbeelden van Peter Abélard (1079-1142) en Gilbert van Poitiers (ca. 1080-1154). Hij ontpopte zich tot een belangrijk kruistocht-propagandist en bemoeide zich intensief met de strijd tegen ketterse bewegingen. In 1174 werd hij door paus Alexander III heilig verklaard. | ||||
[pagina 92]
| ||||
KruistochtpromotieWaaruit is uw belangstelling voor Bernard ontstaan?In eerste instantie omdat ik mij heb beziggehouden met de kruistochten - een fenomeen dat, als je zelf een belijdend christen bent, altijd wat moeilijk te verteren is. Mijn voorganger in Nijmegen, professor Weiler, gaf er zelfs geen college over, omdat hij de kruistochten te pijnlijk vond. Iemand als Richard Southern doet dat dus ook. In zijn boek Western Society and the Church in the Middle Ages uit 1970 zal je de kruistochten en de inquisitie niet of nauwelijks behandeld vinden. Dat komt omdat zijn geschiedschrijving mede geïnspireerd is door de behoefte een apologie te houden voor het christendom in de Europese cultuur. Ik denk daar anders over. Zelfs als je, zoals ik, ervan overtuigd bent dat het christendom een wezenlijke plaats inneemt in de Europese cultuur, in welke vorm dan ook, dan nog is er geen enkele noodzaak om die uitgangspositie bepalend te maken voor de grenzen en de uitkomsten van je onderzoek. De minder aangename kanten van het christendom moet je niet verbergen. Gegeven de toenmalige situatie kan ik mij best voorstellen dat mensen op kruistocht gingen. Sommigen deden dat uiteraard uit lust tot avontuur, of gemotiveerd door de hoop op een betere toekomst in het Oosten. Maar ik kan mij ook voorstellen dat mensen uit zuiver religieuze overwegingen op kruistocht gingen of dit propageerden. Godsdienst kan vormen aannemen waarin het gerechtigd lijkt om de wapenen op te nemen en de eer van God te verdedigen. In de kruistochten figureert Bernardus prominent: als predikant, maar ook als schrijver over de kruistocht die probeert er een theoretische rechtvaardiging aan te geven. Hij is een intrigerende persoon, juist voor mensen die zelf christen zijn, omdat hij het radicale van het christelijk geloof laat zien en dat bovendien doet op een uitermate welsprekende manier. Dat maakt hem aantrekkelijk. Aan de andere kant heeft hij in zijn soms fanatieke bekrompenheid iets heel afstotends, al heb ik dat vooral in een andere context opgemerkt. Eigenlijk is mijn oordeel over Bernardus' rol in de kruistochtprediking zelfs gematigd positief, omdat hij als voorvechter van de kruistochten niet heeft nagelaten tegen de ergste excessen van de kruistochtoproep te ageren. Hij keert zich bijvoorbeeld sterk tegen mensen die in hun kruistochtprediking oproepen tot jodenvervolging, onder het motto: wie de vijanden van God in het Heilige Land wil bestrijden moet thuis beginnen. Daartegen neemt Bernardus stelling. Hij betoogt dat de positie van de joden een totaal andere is dan die van de islamieten in het Heilige Land en dat ze van vervolging gevrijwaard moeten blijven. | ||||
De logica van AbélardUw bedenkingen tegen Bernard van Clairvaux liggen dus elders?Ik ben Bernardus vooral tegengekomen in de dubbele zin des woords in zijn uitspraken over Cluny en in de beroemde kwestie met Abélard. In die conflicten komt het onaangename, of eigenlijk het dubbele van Bernardus naar voren. Je kunt niet alleen maar een hekel aan hem hebben. Daarvoor is hij te briljant en geeft hij op bepaalde momenten iets te adequaat weer wat het christelijk geloof zou moeten zijn. Anderzijds is er dat bekrompen fanatisme waarmee hij | ||||
[pagina 93]
| ||||
1. De Franse koning Lodewijk VII aan de voeten van Bernard van Clairvaux. Gravure van Gustave Doré (1832-1883). Uit: Gustave Doré, Geschiedenis der kruistochten in beeld. 100 Houtgravures (Den Haag [z.j.]).
zijn doelen achterna jaagt, waarmee hij zijn eigen persoon en de cisterciënzer orde in het centrum stelt. Daarin toont hij een egomanie waar je niet goed van wordt. Ik denk dat hij zichzelf ziet als een profeet Gods op aarde: rechtstreeks door God geïnspireerd en daardoor gerechtigd om theologen, koningen, pausen en keizers de waarheid te zeggen. Hij ziet zichzelf als een profeet, en profeten zijn volgens mij altijd volslagen egocentrisch. Degenen die het niet met hem eens zijn, die pakt hij genadeloos. | ||||
[pagina 94]
| ||||
Zit er in de aanval op bijvoorbeeld Abélard ook een persoonlijk element?Ik denk het wel. Bernardus mag Abélard niet. Maar het is gecompliceerder. Bernardus wordt vaak voorgesteld als een conservatief die niet in de gaten heeft dat de wereld om hem heen verandert. Dat is een verkeerde visie. Hij is te intelligent en te geïnvolveerd in zijn tijd om niet te zien dat de wereld heel erg verandert. Hij ziet juist heel goed wat er verandert. En die verandering draait om de scholastiek. In die beroemde brief 190 tegen Abélard vind ik dat hij een perfecte beschrijving geeft van die scholastiek en van het gebruik van de ratio binnen de reflectie op het christelijk geloof. Abélard, zegt Bernardus, is ‘paratus de omnibus reddere rationem, etiam quae sunt supra rationem’ -, bereid alle dingen met rede te benaderen, zelfs die dingen die boven de rede staan. Bernardus wijst dit af. In zekere zin heeft hij gelijk. De man is wel zo geniaal dat hij de aporieën voorziet waartoe scholastiek kan leiden. Zijn klacht wordt dan ook opgepakt in de veertiende eeuw door mensen als Eckhardt. Die zeggen net als Bernardus dat het christelijk geloof niet alleen maar kan gaan over logica. Maar de uitwerking van Bernardus' stellingname, de werkelijk genadeloze manier waarop hij Abélard vervolgt en zijn volstrekte kwade trouw suggereert is, mild uitgedrukt, zeer onsympatiek. Op zo'n moment voel ik weerzin tegen Bernardus. Daar representeert hij, niet in zijn ideeën maar in de genadeloze manier waarop hij zichzelf tot spreekbuis Gods maakt en degenen die het niet met hem eens zijn tot vijanden van God zelf, een voor mij totaal onacceptabele kant van het christendom. | ||||
Engelen op aardeOok in zijn stellingname tegen Cluny laat hij tegelijkertijd zijn weerzinwekkende en zijn briljante kant zien. Het is natuurlijk briljant hoe hij in de Apologie uit 1124 zijn verwijten tegen Cluny opbouwt. Ik heb eigenlijk medelijden met die monniken van Cluny. In de geschiedschrijving zijn we geneigd het frisse begin van religieuze bewegingen te benadrukken. Dus valt de rest altijd tegen. Maar dat is wel het grootste deel van hun geschiedenis. Wij zijn gefascineerd door figuren als Bernardus, Franciscus en Dominicus. Dat hun bewegingen later bezadigder worden, doet ons al snel een negatief oordeel vellen. Wij vinden dat ‘verval’ onfatsoenlijk, maar dat is het in de meeste gevallen helemaal niet. Het is normaal: mensen kunnen nu eenmaal niet altijd op de toppen leven. Ze doen in Cluny nog steeds erg hun best en dan komt opeens zo'n radicaal als Bernardus, een buitenstaander, die onbarmhartig de vloer aanveegt met hun tradities. Daarom heb ik wel eens medelijden met die monniken van Cluny. Anderzijds voel ik ook wel enige sympathie voor zo'n radicale stellingname van Bernardus. Eigenlijk moet je als gelovig christen radicaal zijn. Maar hoever kan dat gaan? Bernardus is altijd heel populair geweest bij al diegenen die de Kerk van de grond af willen hervormen. Het is dan ook geen wonder dat hij vrijwel als enige middeleeuwer genade heeft gevonden in de ogen van Luther en Calvijn. | ||||
[pagina 95]
| ||||
2. Het visioen van St. Bernard van Clairvaux, omstreeks 1500 geschilderd door de Meester van Delft. Utrecht, Museum Het Catharijneconvent. Uit: J.J.M. Timmers, Christelijke symboliek en icongrafie (Bussum 19742) 240 afb. 145.
| ||||
In zijn eigen orde ziet Bernard dat radicale dus belichaamd?Bernardus is ervan overtuigd dat de cisterciënzer levenswijze de enige juiste is en het model voor het leven van alle christenen. De top van de kerk zijn | ||||
[pagina 96]
| ||||
als het ware de engelen in de hemel die al de volmaakte aanschouwing Gods hebben. Vandaar daal je af naar de aarde. Het hoogste op aarde zijn dan de cisterciënzer monniken, die het leven van engelen op aarde leven en eigenlijk al dicht bij het model van de engelen zijn. De monniken zijn dan weer model voor alle andere mensen. Dit is in onze ogen misschien arrogant, maar daarvan is Bernardus heilig overtuigd. | ||||
CharismaHoe is het mogelijk dat hij gezien zijn intransigente persoonlijkheid toch zoveel aanhang verwerft?Het is moeilijk achter de wezenskenmerken van zijn karakter te komen. Zijn literaire nalatenschap is schitterend maar het is, zoals bij veel middeleeuwers, moeilijk om daarin de persoon te vinden. Veel is gebonden aan vaste patronen van retoriek - retoriek in de goede zin des woords - die dat belemmeren. Ik durf niet te zeggen of de persoonlijkheid van Bernardus echte vriendschap toelaat. Maar hij heeft wat in de godsdienstsociologische zin charisma wordt genoemd. Daarmee bindt hij mensen. In bepaalde godsdienstige contexten kun je met charisma mensen maken tot devote, toegewijde leerlingen. Of Bernardus andere mensen werkelijk als zijn gelijken ziet, zodat een echte vriendschapsband mogelijk wordt, daar zou ik graag eens een voorbeeld van willen zien. Ik geloof zelfs niet dat hij gesprekspartners als Petrus Venerabilis en Willem van St.-Thierry als zijn gelijken beschouwt. Dat is ook het verkillende aan Bernardus. Natuurlijk, ook hier moet je als onderzoeker tegelijk afstandelijk en betrokken zijn. In godsdienstige contexten komen dit soort persoonlijkheden vaker voor. Ze trekken enorm veel mensen aan. Je ziet vaak dat rondom hen een gemeenschappen clusteren die door hun persoonlijkheid bij elkaar gehouden worden. Zelf hou ik daar niet van. Ik verkies op het godsdienstige vlak meer het ambtelijke, het wat neutrale. Daarom ben ik blij dat Bernardus al lang dood is en dat mijn relatieve neutraliteit jegens hem nog enigszins bewaard kan blijven. Zijn geschriften zijn briljant en ook heel spiritueel. Maar als Bernardus nu zou leven, zou ik een gruwelijke hekel aan hem hebben. Bernardus is compromisloos in zijn denken. Toch strekt zijn invloed verder dan de kloostermuren en weet hij veel invloed uit te oefenen, hetgeen een bepaald politiek instinct verraadt. Met al zijn radicalisme is Bernardus een handig politicus. Hij weet het verschil tussen gelijk hebben en gelijk krijgen. Hij heeft in zijn ogen gelijk, maar hij krijgt het ook vaak, omdat hij heel goed weet te manipuleren, en dat ook zonder aanzien des persoons. | ||||
Massief egoHoe vallen zijn egocentrisme en zijn machtspolitiek te rijmen met zijn voortdurende beklemtoning van de humilitas?In de eerste plaats is die humilitas niet zelden retoriek, met name in polemische context, bijvoorbeeld waar hij de levenswijze van Cluny aanvalt. De ei- | ||||
[pagina 97]
| ||||
gen nederigheid vormt dan de legitimerende aanzet tot een scherpe aanval op de ander. In de tweede plaats speelt ook hier het syndroom van de charismaticus, die nooit namens zichzelf spreekt maar altijd in opdracht van God wiens nederige spreekbuis hij is. Er is een soort bewustzijn van ‘het overkomt mij’. Als je hoort wat de charismaticus zegt, dan stelt hij zulke absolute eisen aan anderen, dat je een sterk verlangen naar macht proeft. Maar zelf zien charismatici zich toch als een nederige spreekbuis van het hogere. Onderdeel van dat charismatische is de volslagen identificatie van de eigen persoon met Gods wil. Daarmee kan Bernardus een totalitaire claim op mensen leggen die echt levensgevaarlijk is. | ||||
Doet zo iemand nog aan zelfreflectie?Het is moeilijk na te gaan wat zich in de ziel van de charismaticus afspeelt. Nog moeilijker is het daarover iets in middeleeuwse context te zeggen. Maar ik denk inderdaad dat een charismaticus als Bernardus niet veel aan zelfreflectie doet. Hij heeft wel een heel sterk zelfbeeld, zoals hij ook heel uitgesproken is in zijn visie op anderen. Maar echte zelfreflectie, waarin ook momenten van twijfel voorkomen, ben ik in Bernardus' geschriften zelden tegengekomen. Als we de grootste mislukking uit zijn leven beschouwen, die Tweede Kruistocht, dan blijkt dat ook. Bernardus heeft alles uit de kast gehaald, alles in de strijd gegooid om mensen aan te moedigen op kruistocht te gaan. Die mislukt vervolgens jammerlijk. En wat doet Bernardus: hij geeft anderen de schuld. Waarom is het mislukt? Omdat de kruisvaarders niet de juiste gesteldheid bezitten, omdat ze gezondigd hebben. Daarom heeft God hen gestraft. Ik heb ooit een kleine studie gedaan naar de Girolamo Savonarola, die aan het eind van de vijftiende eeuw op profetische wijze leiding gaf aan een religieuze volksbeweging in Florence. Bij Savonarola kwam ik precies dezelfde persoonlijkheid tegen. Wat dat betreft kun je Bernardus en Savonarola op één lijn stellen. Je proeft datzelfde profetische en egocentrische. Deze mensen zien in zichzelf toch het lot van het volk, de christenheid belichaamd. Als ze niet egocentrisch zijn, dan toch in elk geval mensen met een massief ego, die zelden twijfelen. Dit maakt hen tot formidabele figuren en nare tegenstanders. | ||||
literatuur
|
|