Madoc. Jaargang 1995
(1995)– [tijdschrift] Madoc– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 55]
| |
Ockeghem. Missa Mi-Mi, Salve Regina & Alma Redemptoris Mater. The Clerk's Group o.l.v. Edward Wickham. Gaudeamus, 1994. 63:26 min. CD GAU 139. Cat. A (ca. f45, -).Deze cd maakt deel uit van een project van The Clerk's Group dat bestaat uit een serie cd's rond de componist Johannes Ockeghem (ca. 1410/20-1497). Het hoogtepunt hiervan zal een uitvoering van de Requiemmis zijn. Hoewel de titel suggereert dat de cd alleen muziek van Ockeghem bevat, staan er ook motetten van drie andere componisten van de Bourgondische school op: van zijn tijdgenoot Gilles Busnois (ca. 1430-1492), en van Heinrich Isaac (ca. 1450-1517) en Jacob Obrecht (1457/8-1505), beide uit de latere generatie van Vlaamse polyfonisten. De cd wordt ingeleid en afgesloten met twee van Ockeghems Mariamotetten. Het zijn parafraseringen van de bekende Maria-antifonen. Omdat alle stemmen even belangrijk zijn is het alsof alle vier stemmen een eigen melodielijn zingen, waaraan het oorspronkelijke gezang ondergeschikt is geworden. In het laatste motet wisselen tutti-gedeelten af met tweestemmige zettingen voor verschillende stemcombinaties, waardoor de klankkleur steeds verandert. Belangrijkste deel van de cd vormt de Missa Mi-Mi, een van de zogenaamde vrije missen van Ockeghem, hetgeen zoveel inhoudt als een ontbreken van iedere vorm van houvast. De mis is niet op een bestaand gezang gebaseerd, en door het ontbreken van herkenbare motiefjes en imitatie lijkt de muziek voortdurend nieuw. Zelfs de onderverdeling in kleinere frasen werkt weinig verhelderend, omdat ze niet worden afgesloten met duidelijke cadenzen. Het enige verbindende element tussen de delen is het kopmotief waarmee de laagste stem ieder deel begint, en waaraan de mis haar naam ontleent. Opvallend is dat de zangers nauwelijks variëren in tempo, maar des te meer in dynamiek, wat zeer verfrissend werkt. Het motet Victimae Paschali Laudes van Busnois dat gebaseerd is op de bekende paassequentie klinkt eenvoudiger, overzichtelijker en bevat veel herhaling van muzikaal materiaal. Van Obrecht, geboren in Bergen op Zoom en dus de enige ‘echte’ Nederlander in dit gezelschap, is het vijfstemmige motet Haec Deum Caeli opgenomen. Dit is gebaseerd op het tweede vers van de hymne Quod Chorus Vatum die steeds door de snelle en beweeglijke stemmen doorklinkt. De muzikale middelen gaan hier duidelijk ten koste van de verstaanbaarheid van de tekst. Ten slotte staat op de cd een zesstemmig motet van Heinrich Isaac, dat in zijn tijd grote populariteit moet hebben genoten. Hoewel het een motet voor Allerheiligen betreft, is het vreemd genoeg niet op een liturgisch gezang van dat feest gebaseerd, maar op een wereldlijk lied van Binchois, Comme femme desconfortee. Dit werk bevestigt eens te meer dat Isaac nadere bestudering meer dan waard is. De volgorde van de werken lijkt arbitrair te zijn. Op deze manier wordt echter een opgaande lijn van lage, ‘duistere’ naar hoge en heldere composities geboden. Een mooie, uitgebalanceerde cd, niet alleen voor kenners. Jammer dat de namen van de zangers nergens worden vermeld. Ellen van der Grijn Santen |
|