column
De valse Middeleeuwen
Ik zal het maar meteen opbiechten: behalve boeken over middeleeuwse geschiedenis lees ik ook wel science fiction. Vrij veel zelfs; een bestand op mijn harddisk vertelt me dat ik de laatste vierentwintig jaar 3493 titels uit de fantastische literatuur heb gelezen.
Op het eerste gezicht lijken die gebieden elkaars tegendeel: zoals de geschiedenis het verleden beschrijft, zo vertelt de science fiction iets over de toekomst. Toch hebben ze voor mij iets gemeenschappelijks. Ik lees over de Middeleeuwen - dat zal ik ook maar opbiechten - uit een gevoel dat je romantisch kunt noemen. In de Middeleeuwen is het leven fundamenteel anders dan in het heden, er lijkt meer kleur en contrast te zijn en er zijn andere dingen mogelijk. Op dezelfde manier geeft ook de science fiction meer mogelijkheden voor de schrijver en ook voor de lezer die een alternatief zoekt voor het misschien wat kalme, kabbelende dagelijkse leven. Misschien is wat dat betreft iedere historicus wel een romanticus.
Een deelterrein van de fantastische literatuur vormt de heroic fantasy, de verhalen over het leven in een bijna middeleeuwse maatschappij. Het genre wordt gewoonlijk beoefend door dezelfde mensen die science fiction schrijven en publikatie vindt plaats door dezelfde uitgeverijen en soms in dezelfde reeksen.
Fantasy is de literatuur van het bovennatuurlijke. Dit genre gaat terug tot het Gilgamesj-epos en de Ilias; in de negentiende eeuw schreven auteurs zoals William Morris en Lord Dunsany fantasy, in de twintigste ook mainstream-auteurs zoals Kafka en Hesse. De Amerikaan Robert E. Howard verenigde in de jaren twintig de mechanismen van de toenmalige science fiction en andere avonturenverhalen met de bovennatuurlijke aspecten, de tovenaars en goden van de fantasy. Hij schreef de eerste echte heroic fantasy. Na een korte inzinking in het midden van de eeuw bloeide deze sword and sorcery in de jaren zeventig weer op, meegesleept door de populariteit van de science fiction.
De groei van de markt had geen onverdeeld gunstig effect op de kwaliteit. Er ontstond massaproduktie: steeds vaker zie ik op de schappen verhalen over een tovenaarsleerling die drie saaie delen lang gevaren trotseert totdat hij de prinses krijgt. Of over Schwarzenegger-achtige spierbundels die op bloederige wijze een aantal doortrapte magiërs vermoorden om een schaars geklede mevrouw te redden. Er zijn echter ook een paar hoogst originele auteurs zoals L. Sprague de Camp, Fritz Leiber, Michael Moorcock en de stilist Jack Vance. Ik vind het een avontuur om bij een knetterend haardvuur en een goed glas hun boeken te lezen.
De wereld van de heroic fantasy is een middeleeuwse. De schrijver mag ons vertellen dat het verhaal in de verre toekomst speelt of 40.000 jaar geleden, op een verdwenen continent of een verre planeet, in een andere dimensie zelfs, maar we herkennen de Middeleeuwen. De maatschappij is een agrarisch-stedelijke samenleving met kastelen en edelen. De banden tussen de mensen zijn er geregeld met feodaliteit, horigheid en pacht. De mensen kleden zich als middeleeuwers, de techniek kent belegeringswerktuigen en ploegen, de zwaarden en