Madoc. Jaargang 1995
(1995)– [tijdschrift] Madoc– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 39]
| |
• H. Bruch
| |
[pagina 40]
| |
1. Zegel van Rooms-Koning Willem II van Holland, 1248. Uit: J.G. Kruisheer, De oorkonden en de kanselarij van de graven van Holland tot 1299 (Dissertatie; 's-Gravenhage/Haarlem 1971) dl. 2,473 afb. 40.
Hoe het zij, het geraamte van de Roomskoning werd in een huis, diep onder de haard, aangetroffen. Geroerd nam Floris de schedel van zijn vader in handen.
Ende dancte Gode ende onset Vrouwen
‘Dat ic so vele dus mach scouwen
van den vader, de mi ghewan.’
Het geraamte werd gewassen, in een nieuwe kist gelegd en tenslotte nadat de thuisreis was aanvaard bijgezet in de kerk van de abdij van Middelburg. Ik proef een zekere scepsis in de woorden van Hugenholtz, maar hij spreekt die niet uit. In een later geschriftGa naar eindnoot4. wijst hij erop dat Stoke bij de dood van Willem II reeds vermeldt dat het lijk van de koning 27 jaar begraven heeft gelegen. Het is heimelijk door ‘twee, drie of weinig meer’ begraven. Die worden bij het jaar 1282 ook weer vermeld, maar er blijkt wat vreemds aan de hand te zijn wanneer men de twee overgeleverde versies van de kroniek vergelijkt.Ga naar eindnoot5. Terwijl het bericht van 1256 in beide lezingen gelijkluidend is, vertonen de lezingen bij het verhaal van de gebeurtenissen in 1282 een verschil. Hugenholtz haalt de jongere, door de schrijver opnieuw bewerkte lezing aan, maar de oudere versie zegt alleen maar dat er een out Vriese werd gevangen, die de plaats van begraving verklapte. Die oudere lezing heeft Stoke blijkbaar achteraf verbeterd, toen hij | |
[pagina 41]
| |
2. Uitgelegd skelet van Willem II (?). Foto: B.K.S. Dijkstra.
merkte dat de vier Friezen in 1282 tot één waren ineengeschrompeld. Stoke gaf de voorkeur aan een mooi kloppend verhaal, maar de betrouwbaarheid is er niet mee vergroot. In de inleiding tot zijn Stoke-uitgave zegt Brill in 1885: ‘Zal ik dan mijn gevoelen zeggen, zoo acht ik het zeer onzeker, of Koning Willems lijk in West-Friesland wel waarlijk teruggevonden is.’Ga naar eindnoot6. Dat wil zeggen dat men Floris iets heeft voorgespiegeld en dat hij zich dat heeft laten doen. De eer was gered..., als men er verder maar over zweeg. De zeer voor-de-hand-liggende veronderstelling dat iedereen komedie heeft gespeeld, wordt nergens uitgesproken - bij mijn weten is er één uitzondering, die door de geschiedschrijving niet schijnt te zijn opgemerkt. In de Coronike van Vrieslant van ongeveer 1450 lezen wij over Floris V en de Westfriezen: (...) dat hij se int ende daertoe dwanc, waer sij sijns vaders lichaem gedaen hadde, ende het word hem gewijst, alsoe dat hij dat ghebeente al scoon dede waschen. Alzoe zoe brochte hij dat tot Middelburgh. Mer zommige van den Vriesen die zeggen dat hem gelevert was dat ghebeente van eenen dooden monnik.Ga naar eindnoot7. ‘Geloof niet wat de geschiedschrijvers zeggen, maar evenmin dat ze het zonder grond zeggen,’ aldus formuleerde J.M. Romein de grondgedachte van de historiografie.Ga naar eindnoot8. En hier kan iedereen tevreden zijn: Floris gelooft dat hij zijn vader terug heeft, de oude Fries heeft zijn leven gered en zommige van den Vriesen lachen in hun vuistje omdat ze menen dat ze de Hollanders te grazen hebben genomen. Het zou dè oplossing van het probleem kunnen zijn, althans, wanneer men zich tot de historiografische bronnen zou beperken. Mijn veronderstelling staat echter haaks op bevindingen uit recent onderzoek van het skelet dat door Floris V in Middelburg werd begraven en dat bewaard is gebleven. De medicus-historicus B.K.S. Dijkstra komt na een nauwgezette determinatie en studie van het geraamte tot de conclusie dat het gaat om de resten van ‘een ongeveer 28-jarige, rechtshandige jongeman die nogal gespierd was en een lichaamslengte van ongeveer 174 cm bezat’, die ‘zijn einde op een gewelddadige wijze [heeft] gevonden.’ Verwondingen aan schedel en benen zijn de getuigen van een brute dood. Volgens Dijkstra hoeft er ‘niet de minste twijfel te bestaan dat het onderzochte skelet van Willem II afkomstig is.’ Hij reconstrueert de dood van Willem II tot in detail en veronderstelt daarbij dat de letsels door de Friezen zijn toegebracht | |
[pagina 42]
| |
na Willems val van het paard op het ijs.Ga naar eindnoot9. Melis Stoke heeft het relaas te mooi willen maken en is in tweede instantie meer bijzonderheden gaan vertellen. Daardoor kan men eraan twijfelen of wel het echte geraamte door de Westfriezen is ingeleverd, twijfel die door de lezing van de Cronike van Vrieslant wordt gevoed. Maar hoewel met de in Middelburg begravenen nogal is gehannest, heeft het enig overgebleven geraamte zoveel kenmerken die op Willem II duiden, dat we moeten aannemen dat hij het werkelijk diens geraamte is geweest dat aan Floris V werd overhandigd. |
|