Chansonnier Nivelle de la Chaussée
Le Chansonnier Nivelle de la Chaussée. Chansons courteoises de XVe siècle. Ensemble Amadis, 1993. 54:38 min. ADDA CD 581316. Cat A (ca. f45,-).
De rijk geïllustreerde handschriften die in de late Middeleeuwen voor welgestelden werden vervaardigd, zijn voor hedendaagse historici vaak een dankbare bron. Een bijzondere categorie onder deze handschriften vormen de zogenaamde ‘chansonniers’. Deze liedboekjes, veelal klein van formaat, bevatten chansons van verschillende componisten. De rijke versieringen en miniaturen wekken de indruk dat deze muziekhandschriften ook destijds meer als kunstobject werden beschouwd, dan dat zij daadwerkelijk door ensembles van instrumentalisten en zangers werden gebruikt.
Het Chansonnier Nivelle de la Chaussée, gedateerd omstreeks 1460, behoort met het beroemde hartvormige Chansonnier Cordiforme, het Dijon-manuscript en het Mellon Chansonnier tot de belangrijkste van deze manuscripten. Het is vrijwel zeker dat de culturele basis van het Chansonnier Nivelle de la Chaussée ligt in de koningshoven van Tours, Blois en Bourges. Deze veronderstelling wordt letterlijk geïllustreerd door de miniaturen en initialen, die zeer waarschijnlijk afkomstig zijn uit de ateliers van Jean Fouquet (Tours) en Jean Colombe (Bourges). Een ander voorbeeld uit deze hoofse omgeving is de bergerette En tous les lieux, door Antoine Busnois (ca. 1430-1492) gecomponeerd op een tekst van Jacques de Savoie, die omstreeks 1474 werkzaam was aan het hof van Blois.
Het chansonnier bevat in totaal 57 composities. Naast elf chansons van Busnois, zes van Johannes Ockeghem (ca. 1420-1497) en enkele van Guillaume Dufay (ca. 1400-1474), Robert Morton (ca. 1430-1476) en Heinrich Isaac (ca. 1450-1517), bevat het zeven composities van de minder bekende Delahaye. Terwijl chansons als Quant ce viendra van Busnois en D'ung Aultre Amer van Ockeghem ons ook bekend zijn uit diverse andere handschriften, vormen die van Delahaye een verzameling die uitsluitend in het Chansonnier Nivelle de la Chaussée is overgeleverd. Zijn rondeau Mort j'appelle de ta rigueur is overigens, voor zover bekend, het enige gedicht van François Villon dat door een tijdgenoot op muziek is gezet.
De selectie die voor deze cd gemaakt werd toont ons niet alleen verscheidene soorten chansons, vocaal en/of instrumentaal uitgevoerd, maar ook de variatie in stijl bij de verschillende componisten. De in die periode nagestreef-