is opgehangen, maakte in de Middeleeuwen vaak deel uit van een passiespel. Uiteraard stond daarin het sterven van Jezus centraal. Zelfstandige Maria-klaagzangen zijn dan ook zeldzaam. De Bordesholmer Marienklage vormt om deze en andere redenen een interessante uitzondering.
Zo valt op dat de rol van Jezus uiterst klein is. Alle aandacht gaat uit naar Maria, vergezeld van Johannes, zijn moeder en Maria Magdalena. Heel kort wordt verteld hoe Jezus zijn tocht maakt naar de plaats waar hij aan het kruis wordt opgehangen. Daarna is alleen het verdriet van Maria aan de orde. Aan het eind van de klaagzang, vooral door de invloed van Johannes, ziet Maria kans om haar verdriet om te zetten in berusting. Ze verenigt zich met het idee dat haar zoon dit offer moest volbrengen om de mensheid te verlossen.
Zoals gebruikelijk in liturgische drama's wordt de gezongen tekst (Latijn en Middelnederduits) afgewisseld met de gesproken tekst (Middelnederduits). De muziek bestaat uit gezangen met meer strofen. Naast bekende responsories, gebeden, een antifoon en een sequentia, heeft de bewerker van de muziek ook bekende melodieën voorzien van Middelnederduitse teksten. Naast liturgische melodieën werden daarvoor ook melodieën gebruikt van Walther von der Vogelweide en Peter von Arberg.
Het liturgisch drama heeft men ook wel een in scène gezette preek genoemd. Het doel van het drama stemt inderdaad overeen met dat van de preek. De tekst is af en toe belerend, vooral bij Johannes, en verder wordt de toeschouwer meegenomen om met Maria mee te treuren en haar te ondersteunen. De luisteraar die zich goed op de tekst en de muziek concentreert, voelt de neiging tot daadwerkelijk ‘mede-lijden’.
Eén van de meest opvallende aspecten van de Bordesholmer Marienklage is de ‘nota’ in het handschrift, met daarin allerlei aanwijzingen hoe het spel uit te voeren. De Maria-klaagzang moet, aldus de toelichting, worden uitgevoerd op Goede Vrijdag voor het koor in de kerk, of bij mooi weer buiten de kerk op een podium. Verder mag het drama niet worden gezien als een vermakelijk spel. Het is bedoeld om met Maria mee te klagen, om vroom te wenen, gelijk een preek op Goede Vrijdag over het lijden van Jezus Christus. De rollen van Jezus en Johannes moeten worden vertolkt door twee vrome priesters. De vrouwenrollen moeten worden vertolkt door jongelingen. Verder moeten Jezus en Johannes rode gewaden en papieren kronen dragen, waarbij de kroon van Jezus voorzien is van een rood kruis aan de voor- en achterkant. Johannes draagt tijdens het voordragen van zijn tekst een zwaard in een schede. Het zwaard moet hij echter afgeven aan een jongeling zodra hij een handeling moet verrichten. Op dezelfde manier houdt Jezus een kruis vast dat hij in een gat in de grond moet zetten zodra hij een handeling moet verrichten. Naast deze aanwijzingen staan er in het handschrift nog andere die betrekking hebben op de wijze van uitvoeren, de regie, dramaturgie, personen, kostuums, plaats en tijd van uitvoeren, mimiek en rekwisieten.
Het zal inmiddels duidelijk zijn dat de Bordesholmer Marienklage een aanzienlijke inspanning van de luisteraar verlangt. Wil de klaagzang optimaal tot zijn recht komen dan dient men het stuk zonder onderbreking, van begin tot eind, te beluisteren. Bovendien zal men de tekst moeten meelezen. De kracht van de klaagzang is niet zozeer gelegen in de fraaie muziek. Daarvoor is het