Madoc. Jaargang 1992
(1992)– [tijdschrift] Madoc– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 182]
| |
Lo gai saber. Troubadours et jongleurs 1100-1300. Camerata Mediterranea o.l.v. Joël Cohen. Erato, 1991. 74:40 min. 2292-45647-2. Cat. A. Ong. f 50, -.In de twaalfde eeuw ontwikkelde zich in Frankrijk naast de liturgische muziek - die hier reeds eeuwen binnen de kerkmuren klonk - ook een wereldlijk muziekrepertoire. Deze profane muziekpraktijk werd vooral aan de hoven gecultiveerd. Feesten en banketten werden opgeluisterd met voordrachten, al of niet muzikaal begeleid. De hoofse lyriek van troubadours en trouvères stond hierin centraal. Voor deze CD zijn twintig liederen geselecteerd uit het Occitaanse en Catalaanse repertoire van de troubadours, afkomstig uit het Zuidfranse gebied. Ik noem hier onder meer Peire Vidal, Bertrand de Born, Raimbaut de Vaqeiras, Guillaume IX de Poitiers en Bernard de Ventadorn. Troubadours trokken van hof naar hof, niet alleen in Zuid-Frankrijk, maar ook in de Noordspaanse en Italiaanse grensgebieden. De meeste van hen lieten zich tijdens hun reizen vergezellen door zangers en jongleurs die de gedichten en liederen uitvoerden. Het is overigens niet bekend of alle gedichten van de troubadours wel bedoeld waren om muzikaal voor te dragen. Van de duizenden gedichten zijn er immers nog geen vijfhonderd met muziek overgeleverd. Zo zijn er van Bernard de Ventadorn twintig melodieën bekend. Van zijn hand klinken de liederen Lancan vei la folha (‘Wanneer ik de bladeren zie’) en Be'm degra de chantar tener (‘Ik zou mij van het zingen moeten afkeren’), beide op schitterende wijze vertolkt door Anne Azéma. Ook van Bertrand de Born, Rogeret de Cambrai en Peire Vidal worden liederen uitgevoerd waarvan niet alleen tekst maar ook melodie van de betreffende dichters afkomstig zijn. De Camerata Mediterranae is er zeer goed in geslaagd het repertoire uit te voeren op een manier die past bij wat bekend is over de uitvoeringspraktijk aan de hoven destijds. De zangers (Anne Azéma, Francois Harismendy, Jean-Luc Madier) zingen in het oorspronkelijke Occitaanse dialect. Daar waar geen melodie voor handen was koos men melodieën van andere liederen die wat metrische en inhoudelijke structuur betreft grote overeenkomsten vertonen. Een contrafacttechniek die ook de troubadours van weleer eigen is geweest. Hoewel geen van de melodieën is overgeleverd met een instrumentale begeleiding, klinken op deze CD vedel, harp en luit. Alle instrumenten die, zoals blijkt uit literaire en iconografische bronnen, werden bespeeld door de speellieden die de troubadours begeleidden. Cheryl Ann Fulton (harp), Joël Cohen (luit) en Shira Kammen (vedel, rebec en harp) hebben hun snarenspel goed weten af te stemmen op de voordracht van de zangers. Een evenwichtig spel van improvisatie enerzijds en discipline anderzijds. Lo gai saber is hoorbaar met grote zorgvuldigheid en zuiverheid samengesteld. Zonder theatraal en instrumentaal gekunstel horen wij hier het voordrachtrepertoire dat in de hoofse cultuur een zeer belangrijke rol heeft gespeeld. Anne Houk de Jong |
|