Marco Polo
Jean-Pierre Drège, Marco Polo en de zijderoute. Houten (Fibula), 1991 (oorspronkelijke titel: Marco Polo et la route de la soie. Paris (Gallimard), 1989; vert. Els van Zoest, red. Nederlandse uitgave Dick E.H. de Boer). Geïll. 160 p. ISBN 90-269-6427-7. f 19,90.
Populariserende werkjes met veel plaatjes: men moet er van houden. Zelf houd ik er helemaal niet van. Een boek waarin geen redenering wordt ontvouwd, maar een veelheid aan voorbijflitsende indrukjes wordt gegeven, maakt mij na enkele minuten tureluurs, alsof ik in een ruimte ben beland die slechts door de stroboskoop wordt verlicht. Wie zich echter minder snel gek laat maken dan ik, en bovendien belang stelt in middeleeuwse reizen naar het Verre Oosten, vindt in Marco Polo en de zijderoute stellig iets van zijn gading.
De titel van het boekje (het diminuitief wordt ingegeven door het bescheiden formaat) is niet helemaal gelukkig gekozen, verondersteld dat een titel in de eerste plaats de inhoud moet dekken en niet de kooplust moet aanwakkeren. Marco Polo is onderwerp van slechts één van de zes hoofdstukken. In dit hoofdstuk - het vierde (p. 66-91) - wordt uitgeweid over de reis waaraan Marco Polo in 1271 als vijftienjarige begon, in het gezelschap van zijn vader Niccolo en zijn oom Maffeo, en waaraan pas in 1295 een einde kwam. De reis voerde naar de Grote Khan van de Mongolen, die door Niccolo en Maffeo reeds was bezocht gedurende een eerdere reis, van 1260 tot 1269 (zie p. 63-65). Marco Polo heeft van zijn reis verslag gedaan in een boek dat meestal Il milione wordt genoemd, ook wel Lo divisament dou monde of Le livre des merveilles. Het boek is door Polo gedicteerd aan Rustichello van Pisa toen beiden in Genuese gevangenschap verkeerden tijdens een oorlog tussen Genua en de stad van Polo, Venetië. Il milione is vooral een succes-story van Marco zelf, die door de Grote Khan in dienst werd genomen en verscheidene missies vervulde die hem in staat stelden grote delen van het Mongools-Chinese rijk te bezoeken. De gesteldheid en de geschiedenis van de door hem bezochte streken en hun bewoners worden door Polo uitvoerig beschreven. Ook geeft hij informatie uit de tweede hand over streken die hij niet met eigen ogen heeft aanschouwd. Dat geldt ook voor zijn beschrijving van de terugreis, die in tegenstelling tot de heenreis over zee voerde.
Hoewel Il milione in de Middeleeuwen zeker bekendheid genoot (143 handschriften zijn overgeleverd in verscheidene talen) verwierf het zijn grootste faam pas nadat Giovanni Battista Ramusio het in 1553 had opgenomen in zijn collectie reisverhalen. Ramusio wilde van Polo een nieuwe Odysseus maken, aldus Drège, en is daarom verantwoordelijk voor de ‘legende’ rondom Polo's persoon. Onduidelijk blijft, wat deze legende inhoudt. Drège zelf deinst er in elk geval niet voor terug Marco's reis als een ‘waarlijke odyssee’ aan te prijzen (p.68).
De overige vijf hoofdstukken betreffen achtereenvolgens de contacten tussen China enerzijds, Centraal-Azië en het Romeinse Rijk anderzijds in de eerste eeuwen van onze jaartelling (p. 12-31), de boeddhistische pelgrimsreizen van China naar Indië van de vierde tot de negende eeuw (p. 32-45), de handelsverbindingen tussen China en Arabië, na de kruistochten ook Europa, tot aan de