Madoc. Jaargang 1992
(1992)– [tijdschrift] Madoc– Auteursrechtelijk beschermdReisboek Europa 1492Lorenzo Camusso, Reisboek Europa 1492. Vertaald door Frans Hille. Den Haag (Sdu Uitgeverij), 1991. Geïll. Geb. 288 p. ISBN: 90-12-06552-6. f 79,90Aan dit boek, dat inhaakt op de Columbus-herdenking van dit jaar, ligt een aardig idee ten grondslag. Lorenzo Camusso presenteert een reisgids voor het Europa van enkele decennia voor en na de ontdekking van Amerika. Zoals in het genre gebruikelijk opent zijn gids met een hoeveelheid algemene informatie onder de titel ‘Bergen en herbergen. Reizen in Europa 500 jaar geleden’. Aan de orde komen wetenswaardigheden over het politieke bestel, vervoermiddelen, rust- en overnachtingsmogelijkheden, en de mogelijkheden tot verstrooiing. Daarna schetst Camusso tien reisroutes kriskras door Europa. Elke route betreft een reis die naar alle waarschijnlijkheid tussen 1446 en 1516 werkelijk is gemaakt: door een Florentijnse bankier naar Brugge, Hanze-kooplieden naar Nowgorod, pelgrims uit Trondheim naar Rome enzovoorts. Bij de routebeschrijvingen wordt geput uit een aantal reisverslagen uit de vijftiende en zestiende eeuw. Het stevig gebonden boek heeft het uiterlijk van een dure moderne reisgids, schetsen van de tien reisroutes zijn toegevoegd, en bovendien een grote hoeveelheid prachtig uitgevoerde illustraties. Het idee is aardig, de tekst laat zich meestal vlot lezen, de afbeeldingen zijn een lust voor het oog, en toch stelt het eindresultaat mij teleur. Een prachtig boek had kunnen ontstaan wanneer de auteur moeite had gedaan de tochten van de tijdgenoten met enige precisie te reconstrueren, en gepoogd had hetgeen die tijdgenoten bij hun reizen om zich heen konden zien zo exact mogelijk op te roepen. Jammer genoeg blijft de beschrijving van de reisroutes summier. Detailkaartjes van land- en vaarwegen ontbreken, evenals plattegronden van belangrijke steden. En de auteur is niet slechts geïnteresseerd in landschaps- en stadsbeelden omstreeks 1500 en hun wording, maar ook in hun verdere geschiedenis. Zo heet het - willekeurig voorbeeld - over Besançon: ‘De stad was | |
[pagina 113]
| |
toen nog niet omsloten door de trotse vestingwerken van Vauban, en het paleis dat de kanselier van Karel V, Nicolas de Granvelle, van 1534 tot 1547 in renaissancestijl liet bouwen stond er ook nog niet’ (p. 90). Dit procédé doorbreekt de fictie van een reisgids voor het Europa omstreeks 1500 hinderlijk. ‘We willen de reiziger als het ware terugverplaatsen in het Europa van enkele decennia voor en na de ontdekking van Amerika’, aldus de auteur in zijn voorwoord (p. 6). Maar dan had hij zijn boek anders moeten schrijven, en waarschijnlijk ook heel wat meer voorbereidende studie moeten verrichten. Met deze gids zou een naar de periode omstreeks 1500 teruggeplaatste reiziger weinig kunnen beginnen. Al had ik het basisidee graag anders uitgewerkt gezien, ook aan het boek zoals het er nu ligt valt wel plezier te beleven. Zoals in reisgidsen gebruikelijk passeert een bonte mengeling wetenswaardigheden uit geschiedenis en cultuur de revue, waarbij in dit geval de verstrekte informatie in het algemeen redelijk betrouwbaar is. Niet representatief in dit opzicht zijn de eerste bladzijden van het algemene gedeelte, waar deels betwistbare informatie over de bevolking van Europa aan het eind van de vijftiende eeuw wordt verstrekt. Zo telden de Nederlanden (de Benelux) toen geen zes miljoen inwoners zoals Camusso schrijft, maar waarschijnlijk ruim twee.Ga naar eindnoot1. Waar de auteur zijn informatie vandaan heeft gehaald, vermeldt hij niet. Als een echte reisgidsschrijver neemt hij onbekommerd de vrijheid andermans werk te plunderen. In zijn algemene notities steunt Camusso stevig op een inderdaad heel bruikbaar boek van Norbert Ohler,Ga naar eindnoot2. waarvan een enkel voorbeeld. Ohlsen schrijft: ‘Zum Reiten eine Ergänzung: Wie ritten Frauen? Ein Kapitell in Autun zeigt die Heilige Familie auf der Flucht nach Ägypten: Josef führt einen Esel, auf dem Maria... im Damensitz Platz genommen hat... Nach Ausweis der Bilderchronik vom Romzug Heinrichs VII. ritt die Königin in den Alpen jedenfalls im “Herrensitz”’. (p. 43-44) Camusso: ‘Men vraagt zich af hoe vrouwen te paard zaten, in amazonezit of schrijlings, zoals mannen. Maria zien we bij de vlucht naar Egypte in amazonezit op de ezel, maar de keizerinnen volgden hun echtgenoten over de Alpen, stevig in het zadel zittend met wapperende rokken...’ (p. 26) Men ziet, Ohler had alleen al voor deze passage een eerlijke vermelding verdiend. Maar zijn boek ontbreekt in Camusso's ‘Bibliografische aanwijzingen’, waar volstaan wordt met de opsomming van een aantal reisbeschrijvingen. De glorie van het boek zijn de talrijke schitterend gereproduceerde illustraties, vooral fragmenten van schilderijen en miniaturen, waarvan de herkomst overigens weer onvoldoende verantwoord is. Er ‘bestaat... geen waardevoller “bron” voor het aanzien van Europa vijf eeuwen geleden dan het visuele geheugen van de schilders’, schrijft Camusso (p. 13). Hij had er wel aan toe mogen voegen dat het dromerig makende Europa van zijn illustraties in deze vorm nooit heeft bestaan. Jaap van Moolenbroek |
|