Madoc. Jaargang 1991
(1991)– [tijdschrift] Madoc– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 9]
| |
Pape Jan en Het wederzijds huwelijksbedrog
| |
[pagina 10]
| |
werd zeker vanaf de dertiende eeuw niet meer als de machtigste heerser op aarde beschouwd: hij zou namelijk in 1200 of 1202 verslagen zijn door de Grote Khan, die ook door Langendijk in het bovenstaande citaat genoemd wordt. De eerste die hiervan melding maakte, was vermoedelijk Simon van St. Quentin, wiens Historia Tartarorum verloren is gegaan. In het Speculum historiale van Vincent van Beauvais is Simon's bericht echter bewaard gebleven. De Tartaren zouden oorspronkelijk onderhorig zijn geweest aan Pape Jan. Onder leiding van Dzjenghis Khan zouden zij in opstand zijn gekomen en David, de zoon van Pape Jan, in een veldslag hebben gedood. Daarna zouden zij al plunderend in de richting van Europa zijn opgerukt.Ga naar eindnoot4. Bij zeer vele auteurs, met name kroniekschrijvers uit de dertiende en veertiende eeuw, wordt het bericht aldus weergegeven. Volgens sommigen zouden de nakomelingen van Pape Jan sinds de verloren slag als vazalvorsten over een deel van hun vroegere rijk regeren. De naam ‘Pape Jan’ zouden zij als titel zijn blijven dragen. Interessant is nu, dat volgens vele auteurs uit dezelfde periode de overwinning van Dzjenghis Khan tot gevolg had gehad, dat zijn familie door huwelijk aan die van Pape Jan verbonden was. Bijna elke auteur geeft een eigen lezing van deze gebeurtenis. Vincent van Beauvais meldde, dat Dzjenghis Khan de dochter van David tot vrouw nam. Zowel de kardinaallegaat Odo als Matthaeus Parisiensis meenden dat de Grote Khan van hun dagen de zoon was van een dochter van Pape Jan. Volgens Willem van Ruysbroeck en Roger Bacon trouwde de zoon van Dzjenghis Khan met de dochter van Ung Khan, een broer van Pape Jan. Marco Polo stelde dat Dzjenghis Khan de breuk met Pape Jan geforceerd had door diens dochter ten huwelijk te vragen, wat door Pape Jan - leenheer van Dzjenghis Khan - als een belediging opgevat moest worden. Sinds de nakomelingen van Pape Jan stadhouders van de Grote Khan waren, kregen zij altijd diens dochters of andere verwanten tot vrouw. Dit laatste vertelde ook Odoricus van Pordenone. Een dochter van Pape Jan was volgens de Annales van het St. Rudbertusklooster te Salzburg getrouwd met de Grote Khan, volgens Ricoldus van Montecroce met diens zoon. Johannes van Hildesheim en het Niederrheinische Orientbericht meldden dat de zoons en dochters van Pape Jan en de Grote Kahn steeds met elkaar in het huwelijk traden. Volgens Johannes van Mandeville tenslotte nam Pape Jan gewoontegetrouw een dochter van de Grote Khan tot vrouw en omgekeerd.Ga naar eindnoot5. Pieter Langendijk had derhalve goede redenen om zijn toneelfiguur Jan de horens op te laten zetten door de Grote Khan, al zou hij eveneens op een groot voorbeeld hebben kunnen terugzien als hij het huwelijk tussen Jan en Pape Jan's dochter wel doorgang had laten vinden: François Rabelais maakte zijn held Pantagruel namelijk tot schoonzoon van Pape Jan.Ga naar eindnoot6. Het merkwaardige van Langendijk's episode is, dat zij zich te Ethiopië zou hebben afgespeeld, en niet in Azië. De Grote Khan had met Ethiopië | |
[pagina 11]
| |
weinig uit te staan. Pape Jan daarentegen des te meer. Vanaf de veertiende eeuw werd aangenomen, dat Pape Jan niet in Azië, maar in Ethiopië zou regeren. In de loop van de vijftiende eeuw raakte ‘Pape Jan’ algemeen in zwang als benaming voor de Ethiopische koning. Overigens niet tot genoegen van de Ethiopiërs zelf: de Italiaanse humanist Biondo Flavio meldde in 1453, dat twee Ethiopische gezanten protest aantekenden tegen de absurda appellatio die hun vorst in Europa ten deel viel.Ga naar eindnoot7. Niettemin kwam pas in de zeventiende eeuw verandering in het Europese gebruik. De berichten over de Aziatische en de Ethiopische herkomst van Pape Jan, door Langendijk samengenomen, kwamen in de Middeleeuwen meestal gescheiden van elkaar voor. Antonio Usodimare deed in 1455 evenwel een poging om beide gezichtspunten met elkaar te verzoenen. Pape Jan was vroeger heer geweest over bijna heel Afrika en Azië, stelde hij. Toen Pape Jan door Dzjenghis Khan verslagen was, had hij al zijn gebieden in Azië verloren; hij had zich echter als koning van Ethiopië tot in het heden kunnen handhaven.Ga naar eindnoot8. Het lijkt weinig waarschijnlijk dat Pieter Langendijk, evenals Antonio, geprobeerd heeft om zowel aan de Aziatische als aan de Ethiopische wortels van Pape Jan recht te doen. Over Pape Jan kon een ernstig man zich in de dagen van Langendijk geen zorgen meer maken. Wel konden verschillende elementen uit de legende van Pape Jan, die van de Middeleeuwen naar de pruikentijd waren doorgesijpeld, onder een ironische dekmantel worden opgevoerd - lang nadat ze hun oorspronkelijke betekenis verloren hadden. |
|