Madoc. Jaargang 1989
(1989)– [tijdschrift] Madoc– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 12]
| |
G. Gerritsen-Geywitz
| |
[pagina 13]
| |
miniatuurkunst. Sindsdien is, eerst door Bijvanck en Hoogewerff zelf maar later ook door talrijke andere geleerden in binnen- en buitenland, dit corpus en de kennis erover steeds verder uitgebreid (de belangrijkste publikatie is wellicht L.M.J. Delaissé, A Century of Dutch Manuscript Illumination. Berkeley en Los Angeles, 1968). Naarmate men meer miniaturen grondig bestudeerde kwam het eigen karakter van de Noordnederlandse boekverluchting, de grotere zelfstandigheid ten opzichte van picturale conventies, de expressiviteit en levendigheid, de liefde voor het realistisch weergegeven detail, steeds duidelijker naar voren. Maar deze kennis was verspreid in talrijke, soms weinig toegankelijke studies en catalogi of alleen onder specialisten bekend, ‘generally by word-of-mouth’.Ga naar eindnoot1. In jarenlang speurwerk heeft James Marrow, hoogleraar kunstgeschiedenis aan de universiteit van Berkeley (Californië), al de verspreide kennis bijeengebracht, maar vooral talrijke tot nu toe onbekende handschriften weten op te sporen en te identificeren, vele daarvan in Amerikaanse bibliotheken die Bijvanck en Hoogewerff niet hadden bezocht. Door het nieuwe werk wordt het aantal bekende Noordnederlandse handschriften met miniaturen meer dan verdubbeld. Alleen al door deze verruiming heeft het beeld van de Noordnederlandse miniatuurkunst aan duidelijkheid gewonnen. Maar meer nog is dit te danken aan Marrows diepgaand onderzoek en scherpe analyse. Talrijke handschriften konden - bij benadering - worden gelocaliseerd en gedateerd, aan een bepaalde miniaturist, atelier of school worden toegeschreven en in een onderling verband van beïnvloeding of stijlverwantschap worden gebracht. Van de toeschrijving aan één kunstenaar geeft Marrow zelf een tekenend voorbeeld: vijf handschriften, door Bijvanck en Hoogewerff wel beschreven maar niet met elkaar in verband gebracht, kunnen aan één meester worden toegeschreven. Door het speurwerk van Marrow en zijn gave om onderlinge verwantschappen te herkennen, kwam het aantal werken van deze meester, ‘as-yet-unnamed’, op maar liefst 22. Daardoor kon hij nu duidelijk geplaatst worden in tijd en ruimte en kan zijn werk in zijn | |
[pagina 14]
| |
ontwikkeling worden bezien.Ga naar eindnoot2. Op de tentoonstelling zal hij als Master of the Haarlem Bible vertegenwoordigd zijn met vier werken, waaronder de driedelige Latijnse Bijbel waaraan zijn naam is ontleend omdat zijn werkzaamheden voornamelijk in Haarlem worden gelocaliseerd. Het is naar aanleiding van de verschijning van dit nieuwe standaardwerk dat meer dan vijftig bibliotheken bereid zijn gevonden te zamen ruim honderd zeer kostbare boeken voor deze tentoonstelling af te staan. Ongeveer een derde komt uit Nederland, voornamelijk Utrecht en Den Haag, de overige uit de grote Europese bibliotheken in Londen, Wenen, Brussel en Berlijn, maar ook uit Lissabon en Bressanone. Dat ook een groot aantal Amerikaanse bibliotheken en collecties belangrijke handschriften voor deze tentoonstelling ter beschikking stelt, is misschien te danken aan de nauwe samenwerking tussen Het Catharijneconvent en de Pierpont Morgan Library in New York, waar deze tentoonstelling van 1-3 tot 6-5-1990 te zien zal zijn onder de titel ‘The Golden Age of Dutch Manuscript Painting’. Het is deze laatste bibliotheek die het grootste aantal boeken voor de tentoonstelling ter beschikking stelt, waaronder ook het beroemde getijdenboek van Catharina van Kleef van omstreeks 1440. Dit omvangrijke manuscript was ooit op barbaarse wijze in stukken gesneden en vrij willekeurig tot twee boeken samengevoegd, die opnieuw gebonden werden. Eén deel ervan was reeds sinds het begin van deze eeuw bekend, maar pas toen ruim 25 jaar geleden het tweede deel opdook en de twee delen in hun oorspronkelijke volgorde werden samengebracht, werd duidelijk dat het hier om een meesterwerk van de eerste orde ging. Sindsdien wordt dit boek, dat nog steeds in twee delen, maar wel in dezelfde collectie wordt bewaard, als het hoogtepunt van de Noordnederlandse boekverluchting beschouwd. Getijdenboeken vormen uiteraard het hoofdbestanddeel van deze tentoonstelling. Deze meestal voor vrouwelijke leken van hoge stand bestemde devotieboeken (waarvan sommige delen zijn ingericht volgens de acht getijden van het kerkelijk officie) zijn bij uitstek de boeken bij de vervaardiging waarvan de beste | |
[pagina 15]
| |
Bladzijde uit het gebedenboek van Maria van Gelre. De miniatuur beeldt de aanbieding van het boek aan de opdrachtgeefster uit: twee engelen overhandigen het de hertogin. (Berlin, Staatsbibliothek, Ms. germ. qu. 42). Uit Das christliche Gebetbuch im Mittelalter: Andachts- und Stundenbücher in Handschrift und Frühdruck. 2. verb. und verm. Aufl. Berlin, 1987. (p. 69, afb. 8)
| |
[pagina 16]
| |
kunstenaars werden ingeschakeld. Ook bijna alle andere boeken hebben een religieuze inhoud; het zijn Bijbels van vaak majestueuze omvang zoals de Zwolse Bijbel uit Utrecht en de Bijbel van Evert van Soudenbalch uit Wenen, en boeken voor de liturgie, met daarnaast een klein aantal theologische werken. De Saksenspiegel uit Den Haag, een boek uit Wolfenbüttel dat De natuurkunde van het geheelal en andere werken bevat, en De historie van Jason en dat scaecspel uit Londen zijn de enige boeken van grotendeels wereldlijke inhoud. De Engelstalige catalogus die deze tentoonstelling begeleidt, zal van ieder handschrift een beschrijving geven en een afbeelding in kleur, en daarnaast nog talrijke afbeeldingen in zwart-wit. Hij zal, evenals de tentoonstelling, ingedeeld zijn in een aantal hoofdstukken die gegroepeerd zijn rond de grote meesters en de belangrijke ateliers in Utrecht, Delft, Haarlem en andere plaatsen, en gerangschikt in min of meer chronologische volgorde. Ieder hoofdstuk is voorzien van een inleiding; een overzicht van de historische achtergrond en een algemene beschouwing over de ontwikkeling van de miniatuurkunst in de Noordelijke Nederlanden gaan hieraan vooraf. Verwacht mag worden dat aan deze catalogus, die circa f60,- zal kosten, alle zorg besteed zal worden. Met het boek van James Marrow is echter nog geen eind gekomen aan het wetenschappelijke onderzoek naar geïllumineerde handschriften uit Nederland. Van 10 tot 13 december van dit jaar zal in het Muziekcentrum Vredenburg een internationaal congres worden gehouden onder de titel ‘Medieval Manuscript Illumination in the Northern Netherlands’. Daarbij zullen kunsthistorische, historisch-sociale en codicologische aspecten van het geïllumineerde handschrift worden belicht, zullen de relaties tussen boekverluchting en andere beeldende kunsten worden onderzocht en vergelijkingen met de miniatuurkunst in de omringende gebieden worden getrokken. Er zullen, naast vijf grote plenaire voordrachten, in telkens twee gelijktijdige sessies ongeveer veertig lezingen worden gehouden. Uit de lijst van | |
[pagina 17]
| |
sprekers blijkt dat de miniatuurkunst uit de Noordelijke Nederlanden in vele landen in de belangstelling staat.Ga naar eindnoot3. Eveneens vóór het einde van het jaar hoopt de conservator van de handschriften in het bezit van de Utrechtse Universiteitsbibliotheek, drs. K. van der Horst, een bijdrage te leveren aan de ontsluiting van de gedecoreerde handschriften uit de Noordelijke Nederlanden. In zijn boek Illuminated and Decorated
Bladzijde met een bordure van visnetten uit het getijdenboek van Catharina van Kleef. (New York, Pierpont Morgan Library, Ms. 917) Uit Delaissé, A Century of Dutch Manuscript Illumination (...), afb. 146 (zie p. 13 hiervoor)
| |
[pagina 18]
| |
Medieval Manuscripts in the University Library Utrecht: an Illustrated Catalogue (SDU-Gary Schwartz, ter perse) worden, in navolging van een soortgelijk boek over de handschriften uit de Koninklijke Bibliotheek te 's-GravenhageGa naar eindnoot4., 181 handschriften beschreven waarvan 134 in de Noordelijke Nederlanden zijn vervaardigd. Het gaat om handschriften met miniaturen, met gehistorieerde en andere geschilderde initialen, met randversiering en met een bijzondere penwerkversiering. Dit boek, met talrijke afbeeldingen en verscheidene registers, zal een belangrijk instrument worden voor de ontsluiting van de Utrechtse Universiteitsbibliotheek.
1989 belooft een heugelijk jaar te worden in de annalen van de studie van het verluchte handschrift. Dan zullen voor de eerste maal in de geschiedenis de belangrijkste vertegenwoordigers van de Noordnederlandse miniatuurkunst - boeken van een vaak adembenemende schoonheid - in één ruimte worden bijeengebracht, zodat men zich een overzicht van deze bloeiperiode kan verschaffen en de voornaamste meesters en hun werken kan vergelijken. Dank zij de ontdekkingen van James Marrow zullen specialisten én liefhebbers daarbij meer kunnen zien dan vroeger ooit mogelijk is geweest. |
|