De stad
De stad is overstelpt door plekken die
je mij ontnam. Vol gemeenschappelijke
voetstappen, vol gemeenschappelijk lachen.
Zij werden door dromen beschut en desnoods
greep de liefde naar het geweer om hen te beschermen.
Vertel mijn benen hoe zij moeten
ontlopen wat hun toebehoorde.
Vertel het hun. Zij willen niet geloven
dat de theaters zijn afgebrand, in de restaurants
de pest is uitgebroken, de terrassen in lucht
zijn opgegaan, de hotels werden gesloten,
de binnenplaats is afgebroken.
Zoals ik door het buigen van mijn hoofd
aan de regen denk te ontkomen,
zal ik vergeten wat mij is ontnomen.
Uit: Eddy van Vliet, De toekomstige dief, De Bezige Bij, Amsterdam 1991