Maatstaf. Jaargang 41(1993)– [tijdschrift] Maatstaf– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 58] [p. 58] Harmen Wind Kouros I In aarzelende nadering betrapt, de kouros. Uitgespaard moment in marmersteen bewaard door iemand die te rade ging bij riten meer dan bacchanalen. Staat hier in vrome inertie een kuise tempeldienaar die het bloed plengt in de offerschalen? Of is het ingehouden pret omdat geen mens ooit in de gaten krijgt wat hij doet: een slimme zet die in dit werk is nagelaten? (De knaap gaat buiten beeld naar bed met twee Kretenzische soldaten.) [pagina 59] [p. 59] II Kunst is een leugen. Deze jongeling kan slechts als nabootsing bestaan. Hij heeft geen leven, hij is waan en dus onsterfelijk. Wat kwam en ging het liet hem koud. Toch wordt dit naakt dat wat er ook mee werd bedreven zonder gebreken is gebleven, alsnog beschadigd en gekraakt. Men noemt hem vals, de eminent gehouwen stille wandelaar. 'k Vertrouw dat lachje voor geen cent, maar neem hem zonder oordeel waar alsof hij ook mijn afkomst kent: ontvangen in het kwaad. Vandaar. Vorige Volgende