Over de medewerkers
Anton Ent (1939), dichter. Pseudoniem van Henk van der Ent, neerlandicus en publicist. Laatste vier bundels: De hoed van Kierkegaard, Feestgangers, Zwart zilver en Domein van meidoorn.
Paul Gellings (1953), dichter en romanist. Dichtbundel: Het oog van de egel (1990). Vertaalde gedichten van Kopland in het Frans: Songer à partir (Gallimard 1986). Volgend voorjaar verschijnt zijn tweede dichtbundel: De val van verf en roest.
Peter Ghyssaert (Antwerpen 1966) volgde een conservatoriumopleiding en is werkzaam in het onderwijs en als freelance musicus. In 1991 verscheen zijn eerste dichtbundel: Honingtuin.
Emile Henssen (1950), historicus, promoveerde op Gerretson en Indië. Publiceerde daarna o.m. Langs zelf gekozen paden. Het leven van H.J. Scheltema, N.E.M. Pareau en Mr. J. Jer. van Nes. Hij bereidt thans o.a. een biografie voor van F.C. Gerretson.
Marc Jansen (1946), historicus, is verbonden aan het Oost-Europa Instituut van de UvA. Schrijver van Een showproces onder Lenin (1980) en een der redacteuren van Rusland in Nederlandse ogen (1986) en van de bundel profielen Russische schurken (verschijnt begin november).
Ed Leeflang (1929) is de dichter van de bundels: De hazen en andere gedichten, Bewoond als ik ben, Op Pennewips plek, Bezoek aan het vrachtschip, Begroeyt met pluimen en Late zwemmer.
Auke Leistra (1958) is anglist, publicist en vertaler. Woont en werkt in Groningen. ‘Zwabber in de mist’ is zijn literaire debuut.
Hans Neervoort (1942) is leraar Nederlands in Den Haag. Publiceerde artikelen over Nederlandse en Zuidafrikaanse literatuur in o.a. Bzzlletin.
Harry G.M. Prick (1925), oud-conservator van het Nederlands Letterkundig Museum. Redacteur van Maatstaf. Droeg recent aan de bundel J.A. Alberdink Thijm/Erflater van de negentiende eeuw, onder redactie van P.A.M. Geurts e.a., Baarn, 1992, een opstel bij over ‘Lodewijk van Deyssel als potentiële bezorger van de Verzamelde Werken van J.A. Alberdingk Thijm’.
Fritz J. Raddatz (1931), medewerker Die Zeit, freelance auteur in Hamburg. Publiceerde onder veel meer een biografie van Karl Marx, een studie over de voormalige ddr-literatuur, een drietal romans en een bundel reisessays: Unterwegs.
Henk Romijn Meijer (1929) schreef o.a. de romans Het kwartet, Lieve zuster Ursula en Mijn naam is Garrigue. Verder twee essaybundels en een aantal bundels verhalen waaronder Onder schoolkinderen en Stampende mussen. Stelde met Elizabeth Mollison de Spiegel van de Engelse poëzie uit de gehele wereld (2 dln.) samen. Recente boeken: De prijs per vel en Hartstocht.
Arie Storm (1963), neerlandicus, publiceerde essays over Rudolf Geel, A.F.Th. van der Heijden en Frans Kellendonk. ‘De oproep’ is zijn literaire debuut.
Jaap Tempelman (1937) debuteerde eindjaren vijftig in Een tien voor tieners. Publiceerde recent gedichten in De Revisor, De Tweede Ronde en Nieuw Wereldtijdschrift.