Maatstaf. Jaargang 40

[p. 20]

Koos Geerds
Insekten

Zijderups

Hij keurt zijn ambtsgewaad, emotieloos,
voor het gewest waar de barbaar bestaat,
de levensgeest de goudgele cocon
vaarwel zegt, witte-moerbeiblad zijn baat
voor spanwijdte en nageslacht verliest,
wijsheid haar onverbeterlijke wet
voorschrijft.

Volg de zijderoute, verzet

je tegen de tragiek die niet verkiest
de dood terecht te wijzen, haar oerstaat
wil verbloemen binnen zijn horizon,
geen dynastie erkent die hoger gaat:
de moerbeitoppen ruisen, rusteloos.

[p. 21]

Saksische wesp

Het witte huis. Resultaat van tanden
die knagen aan schuttingtaal overdag,
die de grenspalen verzetten; krach-
tig klinkt hun protest tegen de wanden
in het helle licht; onbeschroomd landen
zij in terra incognita, want machtig
is hun wapenarsenaal, hun vlagvertoon
effectief rond alle panden.

Papiermaché. Poortje open, poortje
toe. Het gif dringt door in de vertrekken,
slaat op abdomen, vleugels, ogen neer.

Wil je op aarde de mens ontdekken,
wek dan zijn weerzin en hij vermoordt je:
jouw vroomheid steekt, jouw medicijn doet zeer.

[p. 22]

Doodgraver

Wat hier bedekt is, wordt straks openbaar:
de firma werkt eendrachtig in de grond
wat en passant een roemloos einde vond,
barmhartig staat zij voor de dode klaar,
deelt haar geheim met afval, met de aarde
die kan zwijgen, die geen kadaver
ooit zijn taak betwisten zal, hem geen ontbinding
zien doet voordat het volle pond
gegeven is, de slotbetaling daar,
de kille dood geknecht werd in de grond,
de levende weer uit het graf opstond -
wat hier bedekt is, wordt straks openbaar.

[p. 23]

Huisvlieg

Wij lezen in het boek van Grzimek:
musea domestica, tafelgenoot.
Heer, geef hem heden zijn dagelijks brood,
opdat hij voorwerp blijv' van ons gesprek.

Gij geeft de nar niet prijs aan het gebrek,
waarvoor hij u vermaakt als stuntpiloot
en als een acrobaat door grenzen stoot,
al dribbelend langs uw plafond. De drek-

poëet: pijngrensverleggend onderzoek
verlevendigt zijn lijden, beurt hem op
tot hij wordt platgeslagen tot een vlek.

Zo zetten wij de dingen op hun kop.
Vergeef ons onze schulden, wij zijn gek
op zelfbedrog. Delg ons niet uit uw boek.