| |
| |
| |
Hart Crane
To Brooklyn Bridge
How many dawns, chill from his rippling rest
The seagull's wings shall dip and pivot him,
Shedding white rings of tumult, building high
Over the chained bay waters Liberty -
Then, with inviolate curve, forsake our eyes
As apparitional as sails that cross
Some page of figures to be filed away;
- Till elevators drop us from our day...
I think of cinemas, panoramic sleights
With multitudes bent toward some flashing scene
Never disclosed, but hastened to again,
Foretold to other eyes on the same screen;
And Thee, across the harbor, silver-paced
As though the sun took step of thee, yet left
Some motion ever unspent in thy stride, -
Implicitly thy freedom staying thee!
Out of some subway scuttle, cell or loft
A bedlamite speeds to thy parapets,
Tilting there momently, shrill shirt ballooning,
A jest falls from the speechless caravan.
Down Wall, from girder into street noon leaks,
A rip-tooth of the sky's acetylene;
All afternoon the cloud-flown derricks turn...
Thy cables breathe the North Atlantic still.
| |
| |
| |
Hart Crane
Aan Brooklyn Bridge
Vertaling Anneke Brassinga
Hoeveel vroegten, kil van zijn deinende rust,
zal de meeuw gevleugeld tuimelen en zwieren,
witte ringen slakend van tumult, opbouwend
hoog boven gekluisterd water: Vrijheidsbeeld -
en in onaangerande boog ons oog ontgaan,
immaterieel als zeilen, overstekend
een diagramblad om bewaard te blijven; -
tot jakobsladders ons lossen uit de dag...
Ik denk aan bioscopen, trucage-panorama's
met menigten reikhalzend naar een flitsend
beeld, onontsluierd maar altijd omstuwd,
voorzegd aan andere ogen op hetzelfde scherm;
en U overspant de haven in zilver-cadans
alsof de zon aan u opklom en toch naliet
restant van sluimerend bewegen in uw stap, -
vrije wil, beginsel dat u staand houdt.
Vanuit een metro-luik, cel of vliering ijlt
een amokmaker toe op uw verschansing,
wankelt een oogwenk, schel hemd opbollend,
een snier ontrolt de sprakeloze karavaan.
Langs Wall, van gording naar straat, lekt
middag, een zaagtand van de acetylene lucht;
hijskranen zwenken de hele dag in wolkenjacht...
Uw kabels ademen Noordatlantische rust.
| |
| |
| |
And obscure as that heaven of the Jews,
Thy guerdon... Accolade thou dost bestow
Of anonymity time cannot raise:
Vibrant reprieve and pardon thou dost show.
O harp and altar, of the fury fused,
(How could mere toil align thy choiring strings!)
Terrific threshold of the prophet's pledge,
Prayer of pariah, and the lover's cry, -
Again the traffic lights that skim thy swift
Unfractioned idiom, immaculate sigh of stars,
Beading thy path - condense eternity:
And we have seen night lifted in thine arms.
Under thy shadow by the piers I waited;
Only in darkness is thy shadow clear.
The City's fiery parcels all undone,
Already snow submerges an iron year...
O Sleepless as the river under thee,
Vaulting the sea, the prairies' dreaming sod,
Unto us lowliest sometime sweep, descend
And of the curveship lend a myth to God.
| |
| |
| |
En obscuur als het paradijs der Joden
is de prijs die u verleent... accolade
van naamloosheid door geen tijd opgeheven:
sidderend betoonde opschorting, gratie.
O harp en altaar, smeedwerk van razernij,
(geen zwoegen schaart zo'n snarenkoor in gelid!)
immense drempel naar het woord van de profeet,
gebed van het schorem, van minnaars de kreet, -
het schichten van verkeer tegen uw gezwind
onversplinterd idioom, ongerepte sterrenzucht,
uw pad beparelend - verdichte eeuwigheid:
de nacht zagen wij in uw armen opgetild.
Onder uw schaduw bij de pijlers heb ik gewacht;
in duisternis alleen is uw schaduw helder.
Al de vurige stadspakketjes uitgepakt,
een ijzeren jaar alweer gedompeld in sneeuw...
O slaaploos als de rivier onder u door,
welving over zee, over dromende jachtvelden,
scheer op ons armzaligsten ooit neer, daal
en van het boogschip verleen mythe aan God.
Bijschrift: het gedicht To Brooklyn Bridge zal, getoonzet door Tristan Keuris en verfilmd door Fred van Dijk, volgend jaar door de vpro worden vertoond.
|
|