Maatstaf. Jaargang 40(1992)– [tijdschrift] Maatstaf– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 61] [p. 61] Cees Verraak Gedichten Nostalgie Na zo lang dook hij weer op, zeker in de bak gezeten. Ik zat in de kroeg met een kennis uit diezelfde tijd die we ons juist nostalgisch en akoestisch herinnerden. Toen kwam die schoft binnen, dat gevaar! klonk bekend, maar, verdomd, ze kenden elkaar en ik ernaast. Mijn zinnen draaiden op volle toeren en ik haalde op dat ik de klos was, zo veel jaren geleden, te grote bek, te veel bier, mocht dan ook een pak slaag incasseren. Maar, gelukkig, we zagen elkaar zogenaamd niet zitten. Hij vertrok, moest zich zeker melden, en we speelden nog de allerbeste Stones-elpee die in die dagen verscheen. De dood van Eupagurus Bernhardus Op het strand, de stem van mijn vader, ik was veel te week, sterk moest ik worden, gevonden een schelp waarin een kreeftje, angstig turend, of de kust weer veilig, maar dit kind bracht de dood, sterk zou ik worden en het stierf droog en donker, zonder te verharden, als vondst te bewaren, de schulp van fris huisje tot stoffig grafje en de golven die het speels beleefde vergeten het kind nooit, sindsdien zinnen hun koppen op wraak. Vorige Volgende