Maatstaf. Jaargang 40

[p. 65]

Jaap Harten
Gedichten

Klein universum van plezier

muisstil weggedoken las ik
‘ze zeggen dat de boot zal dwalen’
schrandere wanhoop

mijn vader rukte driftig
aan zijn krant: echte jongens
praten over Ajax en Feyenoord

geen troonopvolger, dat wist hij
niet normaal, die zoon van mij
‘en ziekelijk gebrek aan eetlust’

toch geluk tegen beter weten in
ook ik verlangde naar een lichtmatroos
verblindend met zijn vuile broek

‘onze toestand is wanhopig’
in mijn kapotte sokken sloop
ik dat avontuurlijk roepen achterna

geen zekerheid, nooit rust
maar die poëzie een geile jeuk
in mijn innerlijk behang

[p. 66]

Sweet Fifties

Kroegen in de Boekhorststraat
junkvoedsel, bier en trillende sigaretten

haastig leven als Elvis Presley
jaloers op zijn Jailhouse Rock

stekelige oude mannen jennen
opa, je verhalen zijn uitgeteld

luisteren naar een dubbelzinnige saxofoon
proberen die negerjongen te versieren

O kwetsbaar joch met gloeiend lijf
oerschreeuw als je klaarkomt

Ik denk al aan mijn volgende gedicht
ravage in mijn werkplaats

een lekkend zolderhok met goor behang
mijn klandestiene bloeiende koets

waarin ik koortsachtig schrijf
jaloers op mijn eigen ontroering

[p. 67]

Waarom ook niet?

Het dak lekt
mijn mascotte ligt geknakt
duif die nu niet meer zilt ruikt
je hebt de verte meegenomen
je woont achter de zee

buiten viert men carnaval
mijn jas is gescheurd
ik zit zonder proviand

een idioot heeft mijn brievenbus
dichtgespijkerd en de bel
onklaar gemaakt

ik constateer kortsluiting
in mijn vulpen

verminkte inkt

[p. 68]

Literaire veldtocht in 1923

Kurt Schwitters in zijn keurige kostuum
gromde en blafte zijn ‘Sonate in Urlauten’
oerwoudgeluiden uit de golden twenties
voor het publiek een schrikwekkende vloek

het hoofd van I.K. Bonset rolde de zaal in
zo las de schrijver zijn sur-humanistische roman
hij condoleerde de romantiek

niet haags en detonerend met klopsignalen
Dada & Merz: melaats nachtgewaad
dat angst verspreidde voor gevaar

Nelly van Doesburg droeg polkahaar
‘de olifantenmars’ op haar repertoire
zelfs Chopin en ‘de bruiloftsmars voor een krokodil’
brachten haar vleugel in dialoog met Kurt

Schwitters die geen spier vertrok
bij marsen & walsen die hij om zeep bracht
grimmig keffend door de muziek
Merz GmbH droeg geen engelenhaar