Maatstaf. Jaargang 40(1992)– [tijdschrift] Maatstaf– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Jaap Harten Gedichten Profiel met pet en pijp 1 Stap uit bij het metrostation Barbès-Rochechouart De mensen daar zijn arm Clochards in hun verpakking van kranten Een slonzige vrouw met stokbrood in haar schort Ongeschoren souteneurs op de boulevard de Clichy Zoek nu het poortje van Cité Véron Stoor je niet aan het gebarsten plaveisel Bel aan bij nummer 6 bis Tweede etage rechts bij het naambordje Jacques Prévert [pagina 85] [p. 85] Je vindt een man als een stad Grijs van historie Zijn muren zijn overdekt met collages tekeningen en het ontwerp van een scenario Luister naar de dichter, te zwaar voor zijn tabouret 2 ‘Is dat mijn spotzieke souffleur die danst langs de wieken van de Moulin Rouge op mijn verregende dakterras? Ik ben minder zeker dan hij dat alles goed komt en daarom lacht hij me soms uit! In mijn krakende telefoon kan het aardig spoken Poésie pariante noemt men dat die flarden noteer ik Om mij op te monteren gaf Picasso me een schets van zijn vredesduif hij vloog het raam niet uit even onzeker en op zijn qui-vive als ik dat altijd was’ De pijp pruttelt nog wat na Waar ik ga hoor ik slopershamers hele huizen verdwijnen in een massagraf vaak praat ik met de meiden van Clichy nachtvlinders op de ultrakorte golf Eén doet me aan mijn moeder denken die verweet: jij wordt nooit serieus! dat is triest! Na 60 jaar balanceren tussen music-hall en koning Lear erken ik Ze kreeg gelijk Nooit haal ik dat meer in [pagina 86] [p. 86] Le bizarre est toujours beau (Baudelaire) Sla weg dat bord voor je hoofd! Open je raam op mijn horizon Een weduwe schminkt zich bont voor de begrafenis van haar sinds jaren uitgetelde man Katten volgen haar met bakken op hun kop en roffelen het requiem van een lorgnet dragende componist Hij wordt goed betaald door de Dood eet er zelfs smakelijk van Ook de kraaien verdienen hun loon en genieten spontaan van mensen in rouw magerder dan een halve maan toch elke dag leven is winst ik kerf graffiti in een boom omdat er iets is dat ik niet vertrouw de uitbundige bloemen van het kwaad leven langer dan ochtenddauw daarom is de historie duister daarom staan we bij een koud buffet daarom vluchten wij in raadsels weg [pagina 87] [p. 87] Componist in zijn stilstaande Bugatti Per strekkende meter kijk ik uit over mijn isolement. Ik rijd van niks naar nul een duizelingwekkende coureur met de ijver van mieren. De meest excentrieke van mijn sonatines heb ik zojuist voltooid. Wat een spektakel! Criciti dopen hun pen al in mijn bloed om me af te maken met hun gekrakeel. Was ik maar een café-pianist routineus dronken, slordig en niet perplex van eigen werk als een avant-gardist, gekweld door illustere durf! Vorige Volgende