onder het hoofdstuk van alles en nog wat, zoals dat bij een columnist hoort.
De columns over de Golfoorlog zijn geen openbaringen. Dat hoeft ook niet; ik weet geen columnist die met zijn prognoses en standpunten van toen als helderziende in de geschiedenis terecht is gekomen. Een columnist waagt iets: hij probeert op grondslag van de feiten te vertellen hoe het waarschijnlijk verder zal gaan en hij verbindt aan die waarschijnlijkheid zijn oordeel, steunt wat hij wenselijk vindt en bestrijdt de rest. Het zou wel een wonder zijn als de wereld zich aanpaste.
Om een voorbeeld uit de Golfoorlog te noemen: James Reston heeft tot op het laatste ogenblik voortzetting van de aanvallen uit de lucht verdedigd in de veronderstelling dat daarmee minder doden zouden vallen, in het bijzonder aan Amerikaanse kant. Jim Hoagland is van het eerste uur ervoor geweest, Saddam Hussein zo snel mogelijk te verdelgen en heeft ook uitgelegd hoe dat in zijn werk zou moeten gaan en waarom. Geen van beiden heeft gelijk of zijn zin gekregen, wat niet wil zeggen dat hun columns geen functie hebben gehad.
Op het gebied van de buitenlandse politiek houdt Bart Tromp er in zijn columns een andere methode op na. Zolang er geen duidelijke beslissing valt waar te nemen, laat hij van tijd tot tijd een klassieke auteur uit de kast vallen - Aristoteles, Machiavelli - en in de week dat, zoals hij onnavolgbaar schrijft, ‘het stof is opgetrokken’, begint hij degenen van katoen te geven die het bij het verkeerde eind hebben gehad. Ik geef toe: het is een waterdichte manier om je gelijk te houden. Het is ook een laffe manier.
In de zestien Golfcolumns mankeert iets en wel voortdurend. Dat is de invloed van de Amerikaanse binnenlandse politiek. Nergens wordt de lezer gewaar dat bij het organiseren van Desert Shield en Desert Storm van dag tot dag de Amerikaanse publieke opinie een van de hoofdrollen heeft gespeeld en dat in de landoorlog niet alleen het Iraakse leger maar misschien ook de volgende Democratische kandidaat voor het presidentschap is verslagen. Daarover staat dan ook niets bij Aristoteles en Machiavelli maar zou het verder mogelijk zijn dat de bijzondere hoogleraar in de theorie en de geschiedenis der internationale betrekkingen geen verstand heeft van de Amerikaanse binnenlandse politiek? Voor zijn studenten hopen we dat ik me vergis, maar met wat Prof. Columnist Voorzitter Lid Bart Tromp ook te koop loopt, hiermee in ieder geval niet.
Toch, die Golfcolumns gaan nog wel. Ze vallen niet op in de gemiddelde overzichtschrijverij. Met de veertien pvda columns is het anders gesteld. Hier is niet zozeer de kenner van Aristoteles en Machiavelli als wel de waakhond aan de beurt. Bart Tromp refereert graag aan zijn eigen wapenfeiten. Ik help hem. Het zal binnenkort vijfentwintig jaar geleden zijn dat hij zijn eerste sociaal-democratische blaf liet horen. (Zie zijn column van 23 februari 1991.) Daarna heeft hij in alle organen die hem wilden drukken verklaard, dat van de pvda niets deugde, dat de leiding en het kader voornamelijk uit domoren en hypocrieten bestaat, dat de ene kans na de andere gemist is, alles te laat komt, iedereen het bij het verkeerde eind heeft, nou ja, het was allemaal minder dan niets. Ik zal hem niet tegenspreken.
Intussen maakte hij voorspoedig carrière in besturen, commissies en redacties. Je kon geen congres of gewichtige commissie bedenken of Bart Tromp zat er voor te zitten of te waakhonden. Timmeren met de hamer, blaffen, niets hielp maar hij bleef. Ik zou zeggen: als je zo de pest hebt aan je eigen club en dat aan iedereen zo hard mogelijk laat weten, waarom blijf je er dan nog - na vijfentwintig jaar? En trouwens ook: waarom gooien al die domme partijgenoten deze ene slimmerd niet eruit nadat hij ze een kwart eeuw aan hun ontoegankelijke kop heeft gezeurd? Richt je eigen partij op, zoals de Drezen jr. met verpletterend succes hebben gedaan, of ga naar D66 als het je hier niet bevalt. Is het mogelijk dat Bart Tromp zo verknocht is aan de lucht van socialistische vergaderzaaltjes dat hij die zelfs met de grootste domoren wil delen, zolang er maar geblaft en gevoorzitterd kan worden?