Maatstaf. Jaargang 40(1992)– [tijdschrift] Maatstaf– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 41] [p. 41] Jaap Harten Gedichten Over een Franse steelpan Mijn neef Marc B. woont nu in het atelier van Sonia Delaunay-Terk, 16, rue Saint-Simon, 75007 Paris. Hij heeft de Grote Dame nooit ontmoet maar erfde van haar 1 steelpan die hij gebruikt zonder piëteit en dat is maar goed ook. Al die historische namen en feiten imponeren hem niet. Sinds 2 jaar is hij getrouwd. Vader nu, fotografeert hij trots zijn zoon Alexis, zacht als een kater. Op 5 december vieren ze Sinterklaas: dat was ook de sterfdag van Sonia Delaunay-Terk na een lang leven: 1885-1979. Haar doeken vindt Marc gaaf maar dat in 1925 zelfs een auto naar haar ontwerp is gedekoreerd imponeert hem het meest! [pagina 42] [p. 42] Jan Hanlo, nog wat napraten in 1991 1 Op een collegebank bij de Oudemanhuispoort las ik in 1952 The Varnished-Het Geverniste ragfijn en ook ongrijpbaar nieuwsgierigheid steeds opnieuw Je verbond eruditie met muziek in spaarzame kwantiteit: fluiten van de St. Louis Blues pasgevallen sneeuw, een mandolien in hoes mooie kleine prinsen, beruiste bomen waren puzzelstukjes van je papieren lied Zo meen ik dat je altijd schreef: divertissement zonder pose Eenpersoons misère of geluk 2 rood baardje en haar tafeltje dek je een geheim prijsgeven met plezier emotioneel tussen druïde en clown elk gedicht een nieuw gezicht [pagina 43] [p. 43] 3 fluitende merels op je cassetterecorder sloten vriendschap met Donald Duck en jij poetste fluitend in die kloostertuin van Geerlingshof aan 3 1000 cc Vincent-motoren dat vond mijnheer de pastoor te werelds hij zegende niet je stofbril en ook niet je helm Jij vond de schepping ‘knudde’ en christelijk geloof pesterig: twijfel tussen kwaad en goed scrupuleus en vaak geniepig gedoe. op goede voet met dieren en Pinokkio dansend op de roltrap van je papieren lied zei je: leven? ‘ik stel alleen een vraag’ [pagina 44] [p. 44] Het is maar een vraag Ze moeten me toch eens vertellen hoe het thuis toegaat bij dr. Viktor Faermark. Een raketspecialist is ook maar een mens. Zet zijn vrouw 's morgens een eitje voor hem klaar? Verlangt zijn zoontje Daniël Mozes al naar een hobbelpaard? ‘Je moet het leven wel gezellig houden,’ zo heeft hij verklaard. ‘Met kerstmis en op oudejaarsavond hebben wij voortreffelijke champagne gedronken en met onze vrienden genoten van het souper. In Moskou ging niets ongecontroleerd al was ik de baas van een team van topkoppen bij het Chemisch Instituut Mendeleav. Men beweert of meent zeker te weten dat ik het was die de Scud b-raket uitvond. Ik gaf hem de codenaam m 31, en weet hoe simpel men de kop van de Scud van een chemische lading kan voorzien. Hier in Brussel doe ik ongestoord mijn werk, geen spion volgt mij op de boulevards. Voor mijn ontbijt drink ik twee koppen koffie en nuttig daarbij knapperende croissants. Tijdens de arbeid maak ik mijn handen niet vuil, ik bedoel aan Brusselse vette spijzen, gebakken door begijntjes in een middeleeuws hofje. De stad zit boordevol romantiek en humor - mijn vrouw vindt dat probaat tegen nervositeit, ook Herr Hitler zag graag slagroomfilms. [pagina 45] [p. 45] Soms geef ik een aangescherpt interview en weet goed te verzwijgen wat ik weet; wel vraagt men mij vaak naar Werner von Braun, raadsman van Professor Bahaev, mijn chef. m 31 geeft een chemische explosie en sorteert een optimaal effect, al is het bedrieglijk dat pas na tien- tallen minuten mijn vx-gifgas daalt en zich als dodelijke regen verspreidt. Mijn vrouw zei laatst bij de bitter- koekjespudding, die weer voortreffelijk was: Er vliegt veel in de lucht dat men niet kent.’ Vorige Volgende