Over de medewerkers
Rudolf Bakker, geboren in 1929 in Sluis, Zeeuws-Vlaanderen, redacteur van Haagse Post van 1957 tot 1964. Daarna correspondent van de gpd in Bonn, Rome, Londen en Parijs.
Th.A.P. Bijvoet (1957) is neerlandicus en werkt bij het Nederlands Letterkundig Museum in Den Haag. Publikaties in Literatuur, sic en Het Oog in 't Zeil.
Heidi Daamen (Den Haag, 1940) volgde een tekenopleiding aan de Rijksnormaalschool te Amsterdam. Sinds 1963 zelfstandig werkzaam in eigen atelier. Werk in vele openbare en particuliere collecties.
Anton Ent (1939), ps. van Henk van der Ent, is leraar Nederlands te Apeldoorn. Acht dichtbundels, de laatste onder de titel Zwart zilver.
Ingmar Heytze (1970) studeert Algemene letteren in Utrecht en debuteerde november 1989 bij de stichting lift met de bundel Alleen mijn kat applaudisseert.
Willem Huberts (1953), neerlandicus, verricht sinds 1985 onderzoek naar de Nederlandse nationaal-socialistische letterkunde. In 1987 verscheen zijn monografie over George Kettmann Jr.: Schrijver tussen daad en gedachte.
Jacques Lameriks (1953) oefent part-time diverse beroepen uit, waaronder fotograaf, studieprefect en tekstschrijver voor het kleinbedrijf. Hij woont in Arnhem. Publiceerde eerder gedichten in Maatstaf.
Ed Leeflang werkt in het onderwijs en is dichter. Bundels: Bewoond als ik ben, De hazen en andere gedichten, Bezoek aan het vrachtschip.
Robert Lemm (1945) publiceerde Bloedjas (1981), vijf biografieën van negentiende-eeuwse Spaans-Amerikaanse dictators, en Heimwee naar heden (1985), essays over het thema van de ‘utopie’ in de Spaans-Amerikaanse roman tussen 1950 en 1970.
Nico van Lieshout (1956) studeerde Nederlands. Vertaalde van Flaubert Dagboeknotities uit zijn jeugd (1989). Publiceerde o.m. in Raster.
Max Niematz (Tilburg, 1942) studeerde Engels en Oudgermaanse taal- en letterkunde. Twee dichtbundels, waaronder Een wonder van Morpheus.
René van Slooten, chemisch technoloog, schreef enkele artikelen over Edgar Allan Poe. De belangstelling voor François HaverSchmidt ontstond, toen hij bij een genealogisch onderzoek een van diens reisverhalen tegenkwam.
Adriaan Venema publiceerde recentelijk de roman Het dagboek (1990). De laatste jaren baarde hij vooral opzien met de verschijning van de eerste twee delen van zijn tetralogie-in-wording Schrijvers, uitgevers en hun collaboratie, t.w. deel i Het systeem en deel ii De harde kern.