Maatstaf. Jaargang 38(1990)– [tijdschrift] Maatstaf– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 58] [p. 58] Rob Schouten Gedichten Conversatie Misschien is leven iets te ontoereikend... er valt onder vier ogen stilte in, een poel. Gepruts met laatste sigaretten. De ziel zweert en verlangt een keizersnede nog voor de slaap verongelijkt uitbreekt. Wat kun je in een oorschelp en een ooghoek nog? Achter de schermen ligt rauw wil op tafel, langzaam geschoten in gezelschapsspel van bij elkaar gespaarde achtergrond. Het móét van zich versprekende muziek; al het voorspelbare spuwt zichzelf uit. Men wenst een achterlijk geboortedorp, wanhoopt aan de ware gebeurtenissen en salueert in uniform. [pagina 59] [p. 59] Bewonderaars Je zou het 's avonds wel eens willen zien, wat het millennium dit keer weer bracht. Niet een grijs en geduldig hoofd voor het begrip der oude meesters of een stem waaronder men Australië ontdekt, maar zoals men op stoelen zat en dat een Renaissance-dag het miezerde, iemand wat riep, een spreeuw een pruik oppikte, of wat er allemaal niet waar van was, dan Dante en Vergilius voetje voor voetje schuifelend tussen de schedels, hoe Goethe nauwelijks zichzelf kon zijn. Er bij, en niets bijzonders opgemerkt. Ja mensen, nergens wonderbaar geboren. Zo ook jijzelf, met minimale aandacht naar wat te wachten staat, het avondeten, dat zij de benen spreidt en zich verslaapt. De tijd verslapt, wij zijn bewonderaars. [pagina 60] [p. 60] Natuurkunde Vast lichaam dat uit losse windsels domweg weet op te staan en weg te wandelen, de hartstocht uit, naar tandpasta en dag. Een lijstje voor de supermarkt en tussen wegen en afwachtend zwijgen van Newton niet opeens ten hemel varen, het leven onbewijsbaar uit. Mijn specialisme dat soms tegenspartelt en dan weer afrekent met vaste hand, beproefd in allemaal laboratoria maar nooit definitief verklaard. Ik zit er aan en vraag er niet meer naar. Vorige Volgende