Maatstaf. Jaargang 38(1990)– [tijdschrift] Maatstaf– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 56] [p. 56] Jacques Lameriks Gedichten Papa Zijn tempel groeit geduldig, snaar op snaar, en pees voor pees. Hij sport zeer zwaar. De halters heft hij hemelwaarts voor ieder draadje vlees. Zijn hammen zijn geweldig en van spek - des duivels luie varkenszweet - heeft hij geen last. Hij stoot zijn stangen eindeloos. Hij zingt zijn moeiteloze litanie. Hij is een mooie os op paardepoten. Zesendertig is hij nu. Zijn oogopslag is ouder. Jammer dat hij zo veel rookt. Zijn bunker wordt te bruin. Hij is te veel alleen. Hij tilt het wachten boven zijn geaderd hoofd totdat de tijd zijn scherpe keukenmes terzijde legt. [pagina 57] [p. 57] Zwartstad Vanavond staat zij in de amateurfinale in Paleis Penthesilea, hier, in deze stad, de fijnste worsteltent voor vrouwen, hoorde ik in het hotel. Aan de ingang controleert men vluchtig, dus een niet te grote penis valt er zelden door de mand. Men houdt de hand maar mondjesmaat aan 't reglement en menig man kwam daar al binnen, zag haar, met haar sleutelbeenderen door monniken gefreesd uit ebbehout, haar ruggewervel kundiger geschakeld dan het ijlste parelsnoer, en haar met olie ingewreven billen - o mijn God. De duisternis valt in. Ik zal mijn kruis geknakt maar waardig dragen. Vorige Volgende