Maatstaf. Jaargang 38(1990)– [tijdschrift] Maatstaf– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 22] [p. 22] Ad Hodinius Gedichten Oktober Schuilgelegen hotels, badplaatsen buiten het seizoen, golven lokken vergeefs, breken tenslotte op een ingeslapen kust. Zo volstrekt aanwezig was oktober nooit eerder, tussen ons, geen mens, enkel sporen, terugkerende namen in een gastenboek. Jouw verblijf betekende strandweer en later, terwijl de dag minzaam over jouw schouders streek, oesters en zeeschuim tussen de lakens. [pagina 23] [p. 23] Makelaar in ivoren torens Dit staat als een huis, zei je bij alles wat ik jou voorlegde, alsof jij, stille vennoot, kijk op huizen had. Ik schudde mijn hoofd en wist een ding zeker, dat tot dan toe alles, ook ons eigen leven, onbewoonbaar was gebleken. En dat geen van ons, hoe lang wij ook zouden leven, thuis zou raken in onroerend goed, aflossingen of hypotheken. [pagina 24] [p. 24] Poëtica Geen nood, er blijft nog zoveel om bij stil te staan. Dagelijkse feiten die in geen mensenleven zijn te doorgronden. De onaangetaste lever van Malcolm Lowry bijvoorbeeld, die - strikt medisch gezien - zonder complicaties getransplanteerd had kunnen worden in ieder ander willekeurig mens. [pagina 25] [p. 25] Uitzicht Gedachten vallen uiteen als pijnstillers in een bodempje water. Bijsluiters worden allang niet meer gelezen, een vaste hand, heldere ogen behoren voorgoed tot het verleden. Voor wie van geluk mag spreken verkleint de wereld zich tot een binnenplaats, enkele uren zon, een open raam op het zuiden. Ondertussen: herinneringen aan de laatste reis naar de bodem van een fles. Vorige Volgende