madeliefjesgeur om de walgelijke stank van eten te verdrijven. Schitterend. Maar ik koop er niets voor.
De viesten zijn de Chinezen. Dat je in een gat in de grond je behoefte moet doen is in meer dan de helft van de wereld geaccepteerd. Maar doe het dan ook in het gat. In China is het een sport juist naast het gat te poepen, zodat je als argeloze bezoeker van een redelijk welvarende boerenfamilie wordt geconfronteerd met twee geheel onverwachte vragen: hoe zet ik mijn voeten neer zodat ik én kan poepen, én niet achterover val in een van de honderden al dan niet opgedroogde drollen. En: zou de gastheer merken als ik toch maar gewoon een donker hoekje van de tuin uitzoek? Ik had niet eens zin het antwoord op de eerste vraag af te wachten, en omdat ik geen zin had mijn schoenen te bevuilen, koos ik voor de tweede uitweg, de tuin. In elk hoekje lagen de resten van voorgangers, die er ook zo over hadden gedacht. Je vraagt je af hoe het mogelijk is dat zoveel Chinezen deze onhygiënische smeerboel overleven. Of is het erfelijk geregeld en zijn ze daarom zo taai?
Want wij, in het Westen, zijn natuurlijk ongelooflijke ‘softies’. Het zachte wc-papier zegt het al. En als ik Westen zeg, dan sluit dat natuurlijk Frankrijk uit, waar de rollen om zuinigheidsoverwegingen zijn vervangen door velletjes papier. Eén voor één hoor je die uit een gleufje te trekken en ze dan boven op elkaar te leggen om de gewenste sterkte te krijgen. Bij minder dan drie is de kans groot dat je vingers er doorheen prikken. Je mag blij zijn als je roze of witte velletjes van absorberend papier aantreft. Meestal hebben de Franse toiletten van dat glanzende, glibberige papier, waar niets op houdt. Dan blijf je vegen en meestal tevergeefs.
Het moet in België zijn geweest dat ik voor het eerst zo'n zogenaamde Turkse wc aantrof: een vierkant gat met in het midden twee witte, betegelde treden, waarop je geacht werd te gaan staan. Je vasthoudend aan handvatten kon je dan proberen het juiste evenwicht te vinden. Moeilijker nog was het onbevlekt terugkeren in het etablissement, waar je vrienden lachend op je zaten te wachten. Niet spetteren, knoeien, morsen of uitglijden. Als je daar allemaal aan moet denken, hoe kun je dan nog gaan.
Afrikanen zijn veel schoner dan Chinezen. Bij de meeste plattelandsbewoners staat de wc ver van de hut, keurig ommuurd en in elk geval privacy gunnend. Het gat is meestal diep en dient meteen als beerput. Eenmaal vol, gaat er zand overheen en wordt er een nieuw gat gegraven. Goed voor de aarde. In Burkina Faso reisde ik dit jaar met een Amerikaanse fotografe, die weliswaar heel dik was, maar ook heel sportief. ‘Poepen en plassen, dat zijn de gespreksthema's op dit soort reizen,’ zei zij al voordat wij Schiphol hadden verlaten. Daarbij lachte zij duivels, wetend dat mannen met dit soort zaken meer moeite hebben dan vrouwen. Het kon haar allemaal niets schelen. Na een dag in Ouagadougou had ze al diarree, die drie weken aanhield omdat zij weigerde te geloven dat je rauwe groente daar niet moest eten. ‘Dat is discriminerend. Alsof het bij ons allemaal zo schoon is,’ zei ze steeds, en bestelde nog een bak sla. Het betekende elke tien minuten stoppen, waar wij ook waren, en meegenieten van haar ‘shits’, Maar zij morste of spatte nooit en had altijd een keurige rol, gestolen, wc-papier bij zich. Ze ging pas weer gekookte groente eten toen zij 's nachts in een dorp naar het ‘gat’ was geweest en twee vleermuizen tegen haar grote, witte, Californische billen waren gevlogen. Zij hadden in het gat gezeten en waren opgevlogen toen de fotografe juist was gaan hurken. Van de schrik was ze niet alleen in het gat gevallen maar ook geconstipeerd geraakt.
Heimwee bestaat bij mij uit verlangen naar mijn eigen wc. Soms begint dat heimweegevoel al aan het begin van een reis, zoals vorig jaar in Vietnam. We dachten een hotel te hebben gereserveerd in Hanoi, maar dat bleek een vergissing te zijn, zodat wij in een